voetbalzone

Pluim blijft zich verbazen: ‘Hij had een slang vast zo dik als een anaconda’

Yanick Vos06 apr 2020, 08:24
Laatst bijgewerkt: 06 apr 2020, 08:24
Advertentie

Wiljan Pluim draagt sinds 2016 het shirt van PSM Makassar. De 31-jarige spits voelt zich inmiddels volledig thuis in Indonesië en maakte tijdens zijn loopbaan buiten Europa dingen mee die hij zich als speler van onder meer Vitesse, Roda JC, PEC Zwolle en Willem II nooit had kunnen voorstellen. Met name de uitwedstrijden in Papoea zal hij niet snel vergeten.

Bij aankomst in Papoea met het vliegtuig, moest de selectie van Makassar nog doorvliegen met een ander toestel. “Een soort bus met propellers eraan. Ik ben niet gelovig, maar daar deed ik voor het opstijgen toch altijd even twintig schietgebedjes. Ik was er niet rouwig om toen die ploeg uit Papoea degradeerde”, vertelt Pluim in een interview met Voetbal International. “We speelden er midden in de jungle. Teamgenoten vertelde me dat er op Papoea mensen nog met peniskokers en speren rondlopen, maar die heb ik niet gezien. Apen wel vaak. De natuur daar is fantastisch.”

Pluim kreeg in Indonesië, waar de competitie door het coronavirus is stilgelegd, ook al vaak te maken met wilde dieren en kijkt daar niet meer vreemd van op. “In ons stadion ligt achter de goal nog een stuk gras. Soms is dat gigantisch hoog”, vertelt de ervaren aanvaller. “We waren een keer aan het trainen, toen de man die ons veld beheert eruit sprong. Hij had iets vast: een slang van een meter of drie, zo dik als een anaconda. Stonden we wel even van te kijken. Daarna gingen we weer verder trainen.”

Voetbal is een grote sport in Indonesië en Pluim speelt dan ook vaak voor volle stadions. “Die Indonesiërs zijn helemaal gek van voetbal. Als ik bij ons stadion aankom, denk ik weleens: Gaan we weer. Het is een oude teringzooi, niks doet het, iedereen doucht thuis. Maar als het dan vol zit, met vijftienduizend man: gekkenhuis, echt waar. Zingen, schreeuwen, dansen, trommels, vuurwerk. Eén groot feest.”