PL-clubs besteden voor het eerst meer dan een miljard pond aan transfers

Met de transfer van Shkodran Mustafi, voor zo’n 41 miljoen euro, naar Arsenal is er dinsdagavond een bijzondere barrière doorbroken: de clubs in de Premier League gaven deze transferperiode voor het eerst meer dan een miljard pond, 1,17 miljard euro, uit aan transfers.

Absolute knaller van deze transferperiode was de overstap van Paul Pogba naar Manchester United, waarbij the Red Devils zo’n 105 miljoen euro betaalden aan Juventus. United was echter niet de enige club die deze zomer zijn transferrecord verbrak. Liverpool, Crystal Palace, West Ham United, Southampton, Swansea City, Bournemouth, Leicester City, West Bromwich Albion, Watford, Burnley en Hull City legden allen ook meer geld neer voor een speler dan zij ooit eerder hadden gedaan.

Dit is de vierde transferperiode op rij dat de Premier League-clubs het record verbreken. Vorig jaar werd er 870 miljoen pond, zo’n 950 miljoen euro, uitgegeven tijdens de zomertransferperiode. Naast United lieten ook clubs als Manchester City, met de komst van onder anderen John Stones, Ilkay Gündogan, Claudio Bravo en Leroy Sané, Liverpool, dat onder anderen Sadio Mané en Georginio Wijnaldum verwelkomde, en Arsenal, met onder meer Mustafi en Granit Xhaka, hun financiële spierballen rollen.