Pierre van Hooijdonk en Daphne Koster wijzen zwakste schakel Oranje aan
Het Nederlands vrouwenelftal won zaterdagmiddag in Valenciennes met 3-1 van Kameroen en is zodoende na twee groepswedstrijden op het WK al zeker van plekje bij de laatste zestien. Ondanks de kwalificatie voor de achtste finales zijn Pierre van Hooijdonk en Daphne Koster kritisch op het spel van de Oranje Leeuwinnen.
Mede door twee doelpunten van Vivianne Miedema zegevierde Nederland met 3-1 over Kameroen, maar het spel van de ploeg was niet om over naar huis te schrijven. Koster is vooral kritisch op het middenveld van Oranje en stelt in het bijzonder de positie van aanvoerder Sherida Spitse ter discussie. "Ik blijf erbij: ik vind de afstanden op het middenveld van Nederland veel te groot. Het is redelijk voorspelbaar. Ik doel dan voornamelijk op Spitse: ik blijf dat een aandachtspunt vinden", vertelt de oud-international bij de NOS.
Koster vond de invallers aan Oranje zijde, Lineth Beerensteyn, Jill Roord en Merel van Dongen, een goede indruk maken. "Je ziet dat er bijvoorbeeld heel veel energie zit in Roord, die, net als Daniëlle van de Donk, diepgang brengt. Voorin stond Lieke Martens op een eiland. Ze kreeg weinig ballen. Op rechts zag je dat er wat gebeurt als Beerensteyn erin komt. Die meiden zijn op zoek naar combinaties. Dat betekent: inspelen en doorbewegen. Sherida Spitse geeft dan wel een balletje, maar die staat voornamelijk stil."
Collega-analist Van Hooijdonk vraagt zich hardop af hoelang Beerensteyn, Roord en Van Dongen 'nog buiten het elftal te houden zijn' door bondscoach Sarina Wiegman. "Ze vielen alle drie goed in en zorgden voor een andere dynamiek. Nu is wel een mooi moment gekomen om ze in het elftal te brengen. Je moet kritisch kijken naar je eigen elftal en soms het resultaat even opzij schuiven", stelt de oud-spits.