PEC Zwolle praat in zoektocht naar investeerders met club van Sneijder
PEC Zwolle is in gesprek met buitenlandse investeerders over een financiële injectie, zo weten Voetbal International en de Stentor te melden. Er wordt momenteel gesproken met partijen uit Qatar en Zuid-Afrika en de club hoopt bij hooguit drie buitenlandse investeerders vijftien miljoen euro op te halen. Dit bedrag is volgens de clubleiding nodig om structureel bij de beste zes van de Eredivisie te horen.
Voorzitter Adriaan Visser en technisch directeur Gerard Nijkamp verbleven afgelopen tijd in Qatar. In het oliestaatje werd gesproken met Aspire, een wetenschappelijk instituut, en Al-Gharafa, de club van Wesley Sneijder. Er is nog niks beklonken, maar er bestaat van beide kanten interesse in een ‘inhoudelijke en financiële samenwerking’. Naast een financiële injectie, moet er ook sprake zijn van kennisoverdracht.
Er is de afgelopen tijd tevens gesproken met de Zuid-Afrikaanse academie Stellenbosch, met wie PEC al langer samenwerkt. Verder wordt er momenteel met twee mogelijke Europese partners gesproken, terwijl Mino Raiola bezig is met een ‘verkenning’ in de Amerikaanse Major League Soccer (MLS). Visser benadrukt in gesprek met de Stentor dat de fans niet bang hoeven te zijn dat PEC een filiaal wordt van een voetbalimperium, zoals de City Football Group of Red Bull. “Dat gaat echt nooit gebeuren.”
Eerder kwam de clubleiding van PEC al naar buiten met het idee om veertig procent van de aandelen te verkopen. Daarmee moest twintig miljoen euro in het laatje gebracht worden. Een kwart daarvan moet opgebracht worden door regionale investeerders. “Wij zoeken strategische investeerders”, zegt Visser in gesprek met Voetbal International. “Momenteel zijn we met vier partijen in gesprek, Qatar zou nummer vijf zijn. Uiteindelijk hebben we er op termijn van de komende jaren, twee of drie nodig. Geen van hen zal meer dan tien procent van onze aandelen kunnen kopen.”