Owen Wijndal: ‘Nee, ik was niet zenuwachtig en ja, hij speelde goed’
Owen Wijndal maakte afgelopen jaar zijn debuut in het Nederlands elftal. In oktober stond de 21-jarige vleugelverdediger van AZ aan de aftrap in de oefeninterland tegen Mexico, die met 0-1 verloren ging. Wijndal zat in de interlandperiode daarvoor al bij de selectie voor de interlands tegen Polen (1-0 zege) en Italië (0-1 nederlaag), maar maakte toen nog geen minuten in het Nederlands elftal.
“Het was fantastisch dat ik erbij zat, een week lang mocht meetrainen met de jongens. Maar ik was ook teleurgesteld. Uiteindelijk wil je gewoon debuteren in Oranje, ja toch? Overigens werd ik geweldig opgevangen door de ploeg, dát was mooi om mee te maken”, zegt Wijndal in gesprek met De Telegraaf. Na zijn debuut was de vleugelverdediger niet tevreden en hij noemt het ‘verschrikkelijk’ dat hij ‘niet de echte Owen heeft kunnen laten zien’. “Natúúrlijk was het een hoogtepunt in mijn carrière, dat moment dat ik naar het volkslied luisterde zal ik nooit vergeten.”
“Maar ik had aan het grote publiek willen laten zien wie ik écht ben en wat ik kan. Niet dat het slecht ging, maar het was gewoon niet goed genoeg”, gaat Wijndal verder. Hij speelde vervolgens ook in de interlands tegen Spanje (1-1), Bosnië en Herzegovina (3-1 zege) en Polen (1-2 zege). “Ik heb veel geleerd van die wedstrijd (tegen Mexico, red.), heb mezelf goed kunnen analyseren. Nee, ik was niet zenuwachtig en ja, die Corona speelde goed. Maar ik realiseerde me vooral dat er een paar ’tandjes’ bij moest.”
Wijndal krijgt voorgelegd of hij zijn plek bij Oranje nog moest verwerven. “Nou, ik kwam daar niet met de grootste babbels aan, als je dat bedoelt. Ik was wel mezelf hoor, maar ik heb de jongens niet uitgelegd hoe ze moeten voetballen. Dat weten ze zelf als de beste en daar hebben ze mij niet voor nodig. Maar: iedereen kan bij Oranje zichzelf zijn, dus ik ook”, benadrukt de vleugelverdediger. Hij zegt rond de interlands tegen Spanje en Bosnië ‘de groep beter hebben leren kennen’ en dat gaf hem vertrouwen.
“Na vier interlands voel ik me inmiddels volwaardig international”, stelt Wijndal. In het Nations League-duel met Bosnië in de Johan Cruijff ArenA vormde hij op de linkerflank een tandem met Memphis Depay. “Ik had een goede connectie met Memphis vóór mij. Het is altijd lekker als je met iemand speelt die weet wat jij wilt en andersom. Dat je elkaar begrijpt, vooral dát is lekker. Daar ga je ook beter van spelen.”