Oranje na zege op Oostenrijk al zeker van groepswinst
Het Nederlands elftal heeft ook zijn tweede wedstrijd op het EK weten te winnen. Na Oekraïne versloeg de ploeg van bondscoach Frank de Boer Oostenrijk met 2-0, door doelpunten van Memphis Depay en Denzel Dumfries. Het betekent dat Oranje ongeacht het resultaat tegen Noord-Macedonië, dat komende maandag op bezoek komt in de Johan Cruijff ArenA, al zeker is van de eerste plaats in Groep C, omdat Oekraïne en Oostenrijk op onderling resultaat niet meer langszij kunnen komen. Nederland staat zodoende op 27 juni in de achtste finale in de Puskás Aréna van Boedapest tegenover een nummer drie uit Groep D, E of F.
De Boer voerde één wijziging door in zijn opstelling ten opzichte van de gewonnen openingswedstrijd tegen Oekraïne (3-2): Matthijs de Ligt keerde terug in de basiself ten koste van Jurriën Timber. Zijn collega Franco Foda moest kort voor de aftrap noodgedwongen Sasa Kalajdzic vervangen door Michael Gregoritsch, maar zijn ploeg begon na de overwinning op Noord-Macedonië (3-1) in de Johan Cruijff ArenA met vertrouwen aan het duel met Oranje. Na elf minuten spelen werd de thuisploeg echter in de wedstrijd geholpen.
David Alaba stapte binnen het strafschopgebied op de voet van Denzel Dumfries en na inmenging van de VAR gaf scheidsrechter Orel Grinfeld een penalty. Doelman Daniel Bachmann koos weliswaar de goede rechterhoek, maar kon de inzet van Depay desondanks niet stoppen: 1-0. Depay was vervolgens gevaarlijk met een geblokt schot en een inzet in het zijnet, tot er een periode aanbrak waarin Oostenrijk het initiatief langzaam maar zeker overnam. Matthijs de Ligt moest tot twee keer toe ingrijpen toen Christoph Baumgartner opdook in kansrijke positie, terwijl een schot van Martin Hinteregger hoog over ging.
In het slot van de eerste helft liet Oranje na om de marge al uit te bouwen. Zo schoot Depay over nadat Wout Weghorst de bal knap breed wist te leggen, zag Georginio Wijnaldum een schot na een vloeiende aanval via Patrick van Aanholt verijdeld worden door Andreas Ulmer en werd een poging van Depay onschadelijk gemaakt door de Oostenrijkse defensie. Ook na rust kwam Oostenrijk scherp uit de kleedkamer, maar de eerste echte kans van de tweede helft was voor Oranje. Weghorst legde de bal na een verre hoekschop goed terug, waarna een kopbal van Stefan de Vrij stijlvol werd gekeerd door Bachmann. Vanuit de rebound kreeg De Ligt nog een kans, maar zijn inzet ging via een Oostenrijks been naast.
Met 64 minuten op de klok voerde De Boer een driedubbele wissel door: Owen Wijndal, Nathan Aké en Donyell Malen kwamen binnen de lijnen voor Patrick van Aanholt, Daley Blind en Weghorst. Al na drie minuten sorteerde die wijziging succes: Malen werd de diepte in gestuurd, ontsnapte aan de Oostenrijkse defensie en behield eenmaal in het strafschopgebied het overzicht. Daar bediende hij zijn doorgelopen PSV-ploeggenoot Dumfries, die voor een vrijwel leeg doel zijn tweede doelpunt van het toernooi tegen de touwen schoot.
Oostenrijk gaf zich nog niet gewonnen en kwam kort na de 2-0 bijna terug in de wedstrijd, toen de bal via een Nederlands been maar net naast stuiterde. Een schot van Alaba zeilde vervolgens maar net voorlangs. De Boer bracht in de slotfase nog Ryan Gravenberch en Luuk de Jong voor Marten de Roon en Depay, maar zag dat zijn ploeg er maar weinig meer uitkwam. Doordat invaller Karim Onisiwo van dichtbij in de handen van doelman Stekelenburg kopte, bleef Oranje een extreem spannende slotfase bespaard. Oranje besloot het duel nog wel met tien man, nadat De Ligt kramp kreeg en De Boer al door zijn wisselmogelijkheden heen was.