Oranje gaat met schaamrood op kaken af tegen IJsland
In tien eerdere ontmoetingen had het Nederlands elftal nog niet verloren van IJsland (negen overwinningen en een gelijkspel), maar de verwachting was dat Oranje het dit keer weleens lastig zou kunnen krijgen met de eilandbewoners. Na zeges op Turkije en Letland was het vertrouwen immers torenhoog bij de IJslanders. Oranje leverde hoe dan ook een regelrechte wanprestatie door met 2-0 te verliezen. Door de nieuwe opzet van het EK (er doen 24 in plaats van 16 teams mee) is EK-kwalificatie zeker nog niet uitgesloten voor Nederland, maar dat het water bondscoach Guus Hiddink aan de lippen staat moge duidelijk zijn.
De EK-kwalificatiereeks was nog maar net begonnen, maar door de nederlaag tegen Tsjechië was het voor het Nederlands elftal direct een wedstrijd die eigenlijk gewonnen moest worden. Bondscoach Hiddink stuurde dezelfde elf het veld in die in eigen huis met veel moeite van Kazachstan hadden gewonnen, maar indruk maakten zijn manschappen absoluut niet. IJsland liet Nederland begaan; Oranje sloeg een compleet modderfiguur. Achtereenvolgens Bruno Martins Indi, Arjen Robben en Gregory van der Wiel leverden in de openingsfase de bal zomaar in bij de eilandbewoners, die er snel uit probeerden te komen.
Het was vervolgens Stefan de Vrij die de grootste fout maakte door Theodor Bjarnason in de hoek van het strafschopgebied te vloeren. Een strafschop was het misschien niet, dom was het zeker. Sterspeler Gylfi Sigurdsson (Swansea City) mocht aanleggen van elf meter en Jasper Cillessen kon zijn beroerde reputatie op het gebied van strafschoppen niet logenstraffen. Nederland leek het belang van de wedstrijd in te zien en schroefde het tempo wat op, al bleef het lange tijd bij oeverloos breien op het middenrif.
Na twee kleine kansjes voor Robin van Persie kreeg Robben, die als een van de weinigen een ietwat gedreven indruk maakte, de eerste echt grote kans van Oranje. De vleugelspeler kon na een voorzet van Daley Blind vrij inkoppen, maar hij knikte het ding rakelings voorlangs. In defensief opzicht bleef Oranje een bijzonder wankele indruk maken en Martins Indi maakte nog de meest barre indruk. Bij een hoekschop van de IJslanders, vlak voor rust, gingen echter alle Oranjehemden de mist in en knalde Sigurdsson de 2-0 binnen.
Met Klaas-Jan Huntelaar voor Wesley Sneijder ging Oranje na rust op zoek naar doelpunten. Dat gebeurde met de moed der wanhoop en de eerste grote kans was zelfs weer voor IJsland, ware het niet dat Martins Indi de bal voor de neus van Sigurdsson weghaalde. In de slotfase kwamen ook Quincy Promes en Leroy Fer binnen de lijnen, maar Nederland kwam er totaal niet door. De beste kansen waren zelfs nog voor IJsland, dat geduldig loerde op de counter. Zo schoof Jon Badi Bödvarsson de bal rakelings naast. Doelpunten zouden er niet meer vallen, maar dat maakte de situatie voor Hiddink er niet minder onplezierig op.