‘Op mijn verjaardag lag er opeens een brief met Ajax-logo op mijn Ajax-bordje’
Joeri de Kamps (25) doorliep de hele jeugdopleiding van Ajax en droomde ervan te schitteren in de Amsterdam ArenA. Die droom kwam uit, maar niet in het rood-witte tricot van Ajax. Via sc Heerenveen en NAC Breda is De Kamps inmiddels in Slowakije beland bij Slovan Bratislava. Voetbalzone zocht hem op en sprak hem uitgebreid over zijn tijd in de jeugd bij Ajax, zijn vertrek uit Amsterdam en zijn ambities richting de toekomst. Vandaag deel één van het drieluik waarin hij vertelt over zijn tijd op De Toekomst.
Joeri, laten we bij het begin beginnen. Hoe kwam je terecht in het betaalde voetbal?
‘Ik groeide op in Diemen en voetbalde bij JOS Watergraafsmeer en sv Diemen. Iedere ochtend zat ik aan het ontbijt met Ajax-bordje. Op mijn verjaardag lag daar plots een brief op met het Ajax-logo, dus ik vroeg mijn ouders: ‘Wat is dit?’. Toen vertelden ze me dat ik gescout was en het volgende seizoen mocht aansluiten bij de E2. Ik was acht jaar en het was echt een droom die uitkwam. Ik begon in de lichting met Rodney Sneijder en mijn ouders brachten en haalden me.’
Wat voor voetballertje was je toen?
‘Een hele kleine. Ik ben nog steeds niet lang, maar toen was ik echt een kop kleiner dan de meesten en ik speelde veelal tegen jongens die een of twee jaar ouder waren. Dat was allemaal net te hoog gegrepen en na het eerste jaar bleef ik zitten in de E2. Dat was voor mij geen teleurstelling, want ik was allang blij dat ik bij de club mocht blijven en het was ook veel beter voor mij ontwikkeling.’
Was het een harde leerschool?
‘Zeker, ze zaten overal strak bovenop. Vanaf de eerste is dag is het constant scherp zijn en elke training beleven alsof het een wedstrijd is. In de documentaires over die tijd kun je ook wel zien dat wij als jochies regelmatig aan het huilen waren. Het werd ook wel een beetje overdreven, maar als kind is het ook goed voor je ontwikkeling. Ik was meer op de club dan thuis en in die zin ben ik ook echt opgegroeid bij Ajax. Op latere leeftijd eet je er ook en maak je er je huiswerk. Tegen de tijd dat ik thuiskwam was het na achten en moest ik naar bed. Je kan niet met vriendjes buitenspelen; je hebt je vriendjes bij Ajax. Op jonge leeftijd moest ik al veel voor het voetbal laten en ik kan me ook goed voorstellen dat het een enorme teleurstelling was voor de jongens die afvielen.’
Hoe verliep je ontwikkeling verder op De Toekomst?
‘Na de D1 mocht ik samen met Dico Koppers de C2 overslaan en direct door naar de C1. Daar raakte ik geblesseerd en heb ik bijna twee jaar niet gevoetbald omdat ze niet goed wisten wat ik precies had. Ik had constant last van krampen en uiteindelijk bleek het een probleem met mijn kuitspier. Bij inspanning wordt je kuit groter en om de spier zit een soort jasje die alles bij elkaar houdt. Die was bij mij te krap en dat vlies hebben ze toen operatief opengeknipt. Daardoor heb ik twee best belangrijke jaren gemist en ben ik pas in de B2 bij Maarten Stekelenburg weer gaan voetballen.’
Hoe bracht je die twee jaar door?
‘Bij de fysio. Iedereen ging naar buiten en ik zat binnen bij Erna (Spil, red.). Die werd af en toe helemaal gek van me. Ik was sowieso een boef en vrat van alles uit, maar dat ik niet kon spelen knaagde echt aan me. Achteraf ben ik blij dat de club het vertrouwen heeft gehouden en met me door is gegaan. Het is ook goed dat er op De Toekomst toppers rondlopen als Heini Otto die de balans een beetje bewaren. Een aantal trainers was behoorlijk strak in de leer. Tegen een Robin Pronk sprak je alleen als je wat gevraagd werd. Anders hield je je mond en liep je strak door. Met terugwerkende kracht heb ik wel echt heel veel geleerd van dat soort mensen, maar ze zaten er stevig bovenop.’
Kon je na je herstel weer makkelijk aanhaken?
‘Van de B2 ging ik door naar de B1 waarna veel jongens de stap maakten naar de A1. Ik ging echter met Jody Lukoki en Yener Arica door naar de A2. Dan hoor je toch bij de groep met spelers waarover getwijfeld wordt. Uiteindelijk mocht ik me het volgende jaar alsnog bij de A1 melden. Daar beleefde ik het mooiste jaar uit mijn carrière. We werden kampioen, wonnen een paar toernooien en leerden in dat laatste jaar veel van Frank de Boer en Fred Grim. Op mijn achttiende mocht ik mijn contract tekenen. Daar had ik jaren op gewacht, dus daar was ik waanzinnig blij mee. Jongens als Lesly de Sa, Fabian Sporkslede, Ouasim Bouy, Stefano Denswil, Jip Bartels en Davy Klaassen hadden dat allemaal al rond hun zestiende gedaan en toen was het eindelijk mijn beurt.’
Wat moet ik me daar bij voorstellen, krijg je dan een ton ofzo?
‘Dat is wat overdreven, maar met een supermarktbaantje ga je het niet redden. Precieze bedragen noem ik niet, maar het was geloof ik een contract voor tweeënhalf seizoen. In het jaar erop ging ik bij Jong Ajax spelen en dat was flink wennen. Ik raakte al snel geblesseerd aan de binnenkant van mijn knie waardoor ik drie maanden niet kon spelen. Vervolgens raakte ik na één wedstrijd opnieuw geblesseerd aan dezelfde knie. Na weer een kwartaal herstellen kreeg ik op de training van Derk Boerrigter een strakke bal die ik met mijn binnenkant wilde schieten. Ik raakte hem echter precies om de punt van mijn schoen waardoor mijn voet naar buiten knakte en mijn andere knie eraan ging. Wéér drie maanden eruit. Het herstel duurt op die plek heel lang omdat er weinig bloed stroomt.’
Hoe dichtbij kwam Ajax 1 uiteindelijk?
‘Onder Frank de Boer werd ik als eerste samen met Lukoki bij de selectie gehaald in de tijd dat Luis Suárez, Miralem Sulejmani en Urby Emanuelson er speelden. Tegen Feyenoord zat ik op de bank, maar kreeg Kenneth Vermeer rood in de slotfase waardoor de trainer moest wisselen en ik mijn debuut niet kon maken. Aan de ene kant vreet dat soms aan me en was het leuk geweest een officieel duel in het eerste te spelen. Uiteindelijk had het allemaal weinig verschil gemaakt denk ik, maar vroeger reed ik met mijn moeder onder de ArenA door en zei ik: ‘Ma, hier ga ik later spelen!’. Dat is me wel gelukt, maar niet in het tenue van Ajax.’
Hoe kwam je vertrek bij Ajax tot stand?
‘Alfons Groenendijk werd coach van Jong Ajax en ik werd in de voorbereiding tot aanvoerder benoemd. Op de laatste dag van de transferperiode belde mijn zaakwaarnemer en zei dat Heerenveen graag wilde dat ik daar kwam spelen op huurbasis. Ik ben daar gaan kijken en met Marco van Basten wezen praten. Hij wilde graag meer mogelijkheden hebben op het middenveld en iemand die de concurrentiestrijd aan kon gaan. Omdat ik graag ervaring wilde opdoen in de Eredivisie ben ik toen aan de slag gegaan in Friesland.'