Ook voor ‘laatbloeier’ Ruben Kluivert gloort eindelijk een mooie toekomst
De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht wekelijks een van deze talenten uit, met deze keer aandacht voor de 19-jarige Ruben Kluivert, die dit jaar zijn doorbraak kent als centrale verdediger bij Jong FC Utrecht en in de voetsporen hoopt te treden van zijn vader en broer.
Door Mart Oude Nijeweeme
Mensen op straat spreken hem wel eens aan. Of hij de zoon van is. Of het broertje van. “Sterker nog: mensen denken soms dat ik Justin ben. Ze hebben geen flauw idee. Dan speel ik gewoon mee.” Het is de roem die gepaard gaat met een bekende voetbalnaam. Bovendien is Ruben qua uiterlijk amper te onderscheiden van Justin. Dezelfde lach, dezelfde witte tanden. De verdediger van Jong FC Utrecht is in de Keuken Kampioen Divisie zeker niet de enige speler met een fameuze achternaam. Thomas van Bommel, Ronald Koeman Junior, Sydney van Hooijdonk, Maxim Gullit. Waar menig speler niet te vaak herinnerd wil worden aan de naam van zijn vader, heeft Ruben er geen enkele moeite mee. “Ik heb het nooit als een nadeel gezien dat ik uit een grote voetbalfamilie kom. Ik zie het eerder als een voordeel. Dat je wordt aangesproken op je achternaam, gebeurt altijd. En dat zal ook altijd zo blijven.”
Ruben is de jongste van drie zonen van Patrick Kluivert en Angela van Hulten, van wie de voormalig Ajacied in 2004 scheidde. Quincy is de oudste van het stel, Justin de middelste. Met zijn nieuwe vrouw Rossana heeft Patrick nog een vierde zoon, Shane Kluivert. De dertienjarige dribbelaar woont met zijn vader en moeder in Spanje en voetbalt in de jeugd bij Barcelona, waar zijn vader momenteel de functie van hoofd jeugdopleiding bekleedt. Voor Ruben was een toekomst als profvoetballer lange tijd geen vanzelfsprekendheid. Pas op zijn zeventiende kwam de verdediger voor het eerst in contact met een profclub, toen FC Utrecht zich voor hem meldde. “Ik speelde in Amsterdam bij AFC, waar ik mijn hele leven heb gespeeld. Ik werd uitgenodigd voor een stage, ben een paar dagen op proef geweest en heb een wedstrijd gespeeld. Na de wedstrijd kreeg ik te horen dat ik het goed had gedaan en later op de avond een telefoontje zou krijgen of ik was aangenomen.”
En zo geschiedde. Enkele uren na zijn eerste minuten in het shirt van Utrecht volgde het verlossende telefoontje. De club zag het in hem zitten en wilde graag met hem verder. Een kans waar Ruben de club tot op de dag van vandaag dankbaar voor is. “Voor mijn gevoel moest ik op dat moment de stap maken. Ik wilde het altijd wel, maar werkte er niet hard genoeg voor. Ik had vrienden die profvoetbal speelden en een profcontract hadden. Ik had dat niet. Ik begon te twijfelen aan mezelf. Het is wel heel laat, dacht ik. Ik weet niet of het wel gaat lukken. Ik heb wel altijd de droom gehad om profvoetballer te worden. Mijn vader was het, mijn broer is het. Het is ook niet dat ik het niet kan. Dat ik goed kan voetballen, was algemeen bekend.”
En toch lukte het de jongste telg van de familie steeds niet om de knop om te zetten. “Als voetballer moet je er veel voor laten. Ik woon tegenover het Leidseplein. Dat is doorbijten. Als vrienden vragen om iets leuks te doen of een dag uit te gaan, maakt het een heel groot verschil om ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen.” De laatste jaren kwam Ruben tot de conclusie dat het niet onverstandig zou zijn om zijn vrienden alleen te laten gaan, al was daar wel een gesprek met Justin en zijn vader voor nodig. “We hebben vaak contact, maar die keer kwam het uit mezelf. Ik was zestien of zeventien en stond op het punt om een beslissing te maken over mijn toekomst. Ga ik voor het voetbal, of ga ik door zoals ik nu doe. 'Make it, or break it', zeiden ze. Vanaf dat moment heb ik de knop omgezet en ben ik er vol voor gegaan.”
Als kleine jongen kwam Ruben al samen met zijn moeder op De Toekomst. Zijn armen leunden over de boarding en met een bal onder zijn rechtervoet was hij aandachtig toeschouwer bij de wedstrijden van zijn broers. Quincy, die via Ajax en Vitesse vroegtijdig een punt achter zijn voetbalcarrière zette en nu furore hoopt te maken als DJ, gold lange tijd als voorbeeld voor de jonge Kluivert. “Ik keek altijd aandachtig naar zijn spel. In de tijd dat hij bij Ajax speelde, keek ik tegen hem op. Ik wil dat ook doen, dacht ik. Ik wil ook zo zijn. Hij was een hele goede voetballer. En hij kan nog steeds goed voetballen, maar hij deed er niks mee.”
Het is een vergelijking die Ruben nog vaak trekt. Ook als hij naar Justin kijkt, ziet hij gelijkenissen. Hij begint te lachen. “We hebben allebei een horecaopleiding gedaan. Ik ben een jongen die niet stil kan zitten. Ik moest iets met mijn handen doen of in beweging zijn. Dat kon daar. Wat we daar deden? Nou, we moesten brood bakken. Het is niet zo dat ik een beroep voor ogen had waardoor ik die opleiding ben gaan doen. Het leuk me gewoon leuk. En Justin was er positief over.”
Het zijn de overeenkomsten buiten het veld die maken dat de broers vaak met elkaar vergeleken worden. Want in tegenstelling tot de rest van de familie, staan de voetballende interesses van Ruben in schril contrast met die van de rest van het gezin. De rechtsbenige mandekker fungeert namelijk al zijn hele leven als verdediger. Een voortvloeisel uit een natuurlijk proces, zo geeft hij aan. “Ik was altijd de kleinste vroeger. Daardoor moest ik continu achter de bal aan als we op straat of in het park voetbalden. Ik weet niet anders. De bal afpakken en naar de goede kleur spelen, zo heb ik het als kleine jongen geleerd.” Hoewel Ruben altijd opkeek tegen zijn grote broers, schuwde hij de duels niet. “Justin was de technicus, ik de schopper. Ik heb ze geregeld neergelegd. Daar konden ze wel tegen, hoor. Als het andersom gebeurde, had ik er meer moeite mee.”
Kleine partijtjes met de jongens uit de buurt. De gebroeders Kluivert tegen de rest. Of gewoon één tegen één. Het zijn de mooie herinneringen van vroeger waar Ruben nog vaak aan terugdenkt. Het is een wereld van verschil met hoe het er heden ten dage aan toegaat. Hobby is zijn werk geworden. Ineens staat hij in de grote mannenwereld. Hij mag dan de laatste zijn binnen de familie met een professioneel contract; de centrumverdediger heeft in korte tijd grote stappen gemaakt en kan de laatste weken rekenen op een basisplek binnen de ploeg van Ab Plugboer. “Ik vind dat ik een goede ontwikkeling doormaak”, erkent de tiener. “Met name in balbezit. Vroeger was ik ongeduldig en speelde ik snel de lange bal. Nu speel ik met meer zelfvertrouwen. Het is normaal gaan worden dat ik een bepaalde rust heb aan de bal.”
Niet alleen tijdens de wedstrijd weet Kluivert zich de laatste tijd beter te focussen. Ook voorafgaand aan de wedstrijd heeft hij een manier gevonden om zijn hoofd leeg te maken. “Ik luister veel muziek. Voorheen kon ik mij in aanloop naar een wedstrijd ontzettend druk maken. Wat als dit, wat als dat. Dat werkt niet bij mij. Als ik rust heb in mijn hoofd, komt het goede spel vanzelf.” Dat Kluivert de stijgende lijn te pakken heeft, blijkt wel uit de cijfers. De laatste zes wedstrijden begon hij in de basis en daarmee lijkt hij het vertrouwen van Plugboer definitief te hebben gewonnen. “Mijn vader zei eens: ‘Als je niet goed traint, kun je ook geen goede wedstrijd spelen’. Dat is bij mij altijd blijven hangen. Daar denk ik elke dag aan. Bij mij werkt het ook echt zo. Uiteindelijk moet je het zelf doen. Ik kan duizenden tips krijgen van iedereen uit mijn omgeving, maar zij kunnen mij niet besturen.”
Waar het uiteindelijk allemaal toe zal leiden, durft Kluivert niet te voorspellen. Ooit hoopt hij het net zo ver te schoppen als zijn vader, die tussen 1998 en 2004 het shirt van Barcelona droeg, verschillende landstitels veroverde met Ajax en PSV en 79 keer uitkwam voor het Nederlands elftal. “Ik kijk geregeld beelden van hem terug. Die wedstrijd in de Champions League, daar kan ik uren naar kijken. Dan denk ik: wow, heeft hij dat echt gedaan? Kon hij echt zo goed koppen? Natuurlijk hebben we het daar wel eens over. Over wat een spits niet fijn vindt. Mijn vader vond het nooit prettig als een tegenstander tegen hem praatte of hem irriteerde. Of bovenop iemands voeten gaan staan. Dat zijn trucjes die ik ook gebruik.”
Kluivert loopt niet te hard van stapel. Hij heeft tenslotte net twee jaar een profcontract. Eerst maar eens zorgen dat hij een vaste basisspeler blijft bij het beloftenelftal van Utrecht, daarna ziet hij wel verder. Het uitstippelen van zijn carrière laat hij liever aan anderen over. “Het zou leuk zijn om in de toekomst bij Ajax te spelen, maar het is niet zo dat ik per sé naar Ajax moet. Ik moet geduld hebben, laat het rustig op mij afkomen. Het zou wel ontzettend gaaf zijn om ooit met Justin te spelen. Of dat bij een club of bij het Nederlands elftal is, maakt me niet uit. Of tegen hem, lijkt me ook mooi. Zeker weten dat ik hem dan ga pakken.”
Naam: Ruben Kluivert
Geboortedatum: 21 mei 2001
Club: Jong FC Utrecht
Positie: centrale verdediger
Sterke punten: snelheid, inzicht, schot