Ook Man City slachtoffer van stuntploeg West Ham United
West Ham United won dit seizoen in de Premier League al bij Arsenal (0-2) en bij Liverpool (0-3) en de voetbalvolgers vroegen zich af of de ploeg van Slaven Bilic ook bij Manchester City zou kunnen stunten. Het antwoord is inmiddels gegeven: ja. Bij Manchester CIty maakte Kevin De Bruyne zijn eerste doelpunt voor zijn nieuwe club, maar dat leverde geen punten op: 1-2.
Manchester City-keeper Joe Hart had al meer dan negen uur geen tegentreffer meer gekregen in de Premier League, maar tegen West Ham United was het al na vijf minuten raak. Victor Moses, in het verleden actief bij onder meer Chelsea en Liverpool, kreeg alle tijd en ruimte om aan te leggen voor een schot. De Nigeriaan deed dat op uitstekende wijze, want hij vond de korte hoek en zorgde er op die manier voor dat Hart weer eens de gang naar het net moest maken.
Op het halfuur kreeg Manchester City, dat in de persoon van Sergio Agüero een ongelukkig spelende aanvalsleider kende, zelfs een tweede treffer om de oren. Bij een hoekschop kreeg Winston Reid de bal niet over de lijn, Pedro Obiang speelde een belangrijke rol bij het heroveren en Diafra Sakho gaf het laatste zetje. De vertwijfeling leek toe te slaan bij Manchester City, waar met name Agüero dus geen geluk kende in de afronding.
Op een fantastisch moment, op slag van rust, kwamen the Citizens dan toch terug in de wedstrijd. Mega-aankoop De Bruyne kon aanleggen van een meter of twintig en de van VfL Wolfsburg overgenomen Belg schoof de bal fraai in de onderhoek. Door het doelpunt van De Bruyne kwam er weer geloof in de blauwe harten en de verwachting was dan ook dat het direct na rust zou gaan stormen.
Dat gebeurde ook: Manchester City lanceerde de ene na de andere aanval en West Ham-keeper Adrián kreeg het bijzonder druk. De laatste pass bij Manchester City was telkens net niet goed, of het ontbrak simpelweg aan een doeltreffende afronding. Zo schoot aanvoerder Yaya Touré de bal rakelings naast. Het was pompen of verzuipen voor West Ham United, dat de stellingen met tien man rond het eigen strafschopgebied verdedigde. Nicolás Otamendi was met een kopbal nog het dichtst bij de gelijkmaker, maar Adrián ranselde de bal onder de lat vandaan.