voetbalzone

‘Onbegrijpelijk van de Nederlandse clubs, hopelijk is WK een ‘wake-up call’’

Robin Bruggeman14 nov 2018, 11:14
Laatst bijgewerkt: 14 nov 2018, 11:14
Advertentie

Het Nederlands vrouwenelftal incasseerde dinsdagavond een vroege rode kaart tegen Zwitserland en hield daarna met tien speelsters een 1-1 gelijkspel over aan de beslissende WK-kwalificatiewedstrijd in Schaffhausen. Na de 3-0 zege in De Galgenwaard van vorige week was deze remise ruim voldoende voor kwalificatie voor het WK dat volgend jaar in Frankrijk wordt gehouden en na afloop van de wedstrijd werd de deelname aan het eindtoernooi groots gevierd.

Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal bij de KNVB, is trots op het resultaat van de Oranje Leeuwinnen en signaleert dat de nationale ploeg steeds meer begint te leven onder de Nederlandse voetballiefhebbers. Dit geldt echter helaas niet voor de Eredivisie Vrouwen: “Deze competitie wil, ondanks de goede bedoelingen en talentvolle speelsters, maar niet van de grond komen. Het is het directe gevolg van de weinig daadkrachtige aanpak van betaald voetbalorganisaties (BVO's)”, schrijft hij op de officiële website van de voetbalbond.

Van der Zee stelt dat de Nederlandse clubs, een uitzondering daargelaten, niet willen ‘geloven in de betekenis van vrouwenvoetbal’ en daarom weigeren het op de agenda te zetten. Dit leidt volgens de bestuurder tot een gebrek aan focus, ambitie en geld: “Onbegrijpelijk, als je het mij vraagt. Willen we in Nederland weer een toonaangevende voetbalnatie worden - we zijn gelukkig weer een beetje op de goede weg - dan zijn successen bij de vrouwen onontbeerlijk.”

“Lange termijn succes begint bij sterke nationale competities, gedragen door betaald voetbalclubs. Hopelijk is het WK in Frankrijk een wake-up call”, vervolgt Van der Zee zijn verhaal. Ondanks zijn kritiek op de nationale competitie, kijkt Van der Zee wel uit naar het WK van aankomende zomer en hoopt hij stiekem al op meer: “Sterker nog, als je het Sarina Wiegman en de speelsters vraagt, gaan ze voor de dubbel. Het allerliefste pakken ze de wereldbeker en daarna Olympisch goud op de Spelen van Tokyo. Het zou mij niets verbazen. Deze topsporters willen de beste van de wereld worden.”