‘Om dan als prof terug te keren in Nederland, zou het mooiste zijn dat er is’
Dit seizoen speelt Marvin van der Made zijn wedstrijden nog voor VV Capelle in de Derde Divisie, maar na de zomer zal het leven van de twintigjarige spits er compleet anders uitzien. De aanvaller vertrekt over een paar maanden naar de Verenigde Staten, waar hij instroomt in het voetbalprogramma van de University of the Cumberlands en waar hij ook zijn studie Global Marketing & Sales zal voortzetten. Voetbalzone sprak de talentvolle goaltjesdief, die op de Amerikaanse velden zijn droom om profvoetballer te worden hoopt te kunnen verwezenlijken: “Het is leuk dat je daarheen gaat met een bepaald doel en ook al valt het tegen, het is altijd een extra ervaring.”
Door Robin Bruggeman
Voordat Van der Made begin augustus de grote oversteek maakt, moet hij in Nederland nog wel wat zaken afronden. De boomlange spits wil het seizoen met Capelle zo goed mogelijk afsluiten, terwijl hij ook nog een aantal studiepunten moet halen om de transitie naar zijn nieuwe school zo soepel mogelijk te laten verlopen: “Stel dat dat niet lukt, dan moet ik nog het een ander regelen en het een en ander inhalen. Maar ik ga ervan uit dat het geen problemen zal opleveren.”
Hoe is het contact tussen jou en de University of the Cumberlands tot stand gekomen?
“Er is een organisatie, King’s Talent, die fungeert als een soort zaakwaarnemer voor jongens die daarvoor openstaan. Een ploeggenoot van mij heeft die stap vorig jaar gemaakt en is uiteindelijk dit seizoen weer eerder teruggekomen. Toen heb ik het er een aantal keer met hem over gehad: ‘Joh, hoe wat het?’ Ik hoorde verder alleen maar positieve verhalen van andere jongens die het zo hebben geschopt tot het profvoetbal en dat zag ik eigenlijk meteen wel heel erg zitten. Die organisatie heeft een profiel van mij aangemaakt met onder meer wedstrijdbeelden en is toen gaan kijken of er ergens een club was die een spits van twee meter lang nodig had. In januari heb ik ook een stagewedstrijd gespeeld waarbij verschillende coaches en scouts van die universiteiten aanwezig waren.”
Was dit de enige universiteit die interesse in jou toonde?
“Ik had nog wel meer opties, maar ik vond het heel belangrijk om wel gewoon een goede aanbieding te krijgen. Ik heb uiteindelijk met best veel universiteiten gepraat, maar zij kijken ook naar het academische gedeelte, hoe je er wat dat betreft voor staat. Ik heb best veel net aan voldoendes en in Amerika krijg je daar weinig punten voor, dat is wel belangrijk voor de studiebeurs die je er dan krijgt. Dit was de enige school die concreet het risico durfde te nemen om echt een goede aanbieding te doen, ook wat betreft het academische gedeelte. Dus daar was ik wel blij mee.”
“Ik heb daar nu voor één jaar getekend, zodat ik daar m’n bachelor kan halen. Ik speel volgend jaar dus in een team dat iets minder is dan andere teams die interesse hadden, maar zij durfden het wel aan om meer risico te nemen. Het liefst zou ik daarna naar een beter team overstappen, alleen is dat ook afhankelijk van m’n schoolresultaten en hoe ik mij op voetbalgebied ga ontwikkelen. Dan zou het nog twee of drie jaar kunnen duren voordat ik ben afgestudeerd, maar dat weet ik niet. Ik ga er nu heen voor een jaar en ik heb mezelf ook bepaalde doelen gesteld. Als het niets is zie ik mezelf ook wel na één jaar weer teruggaan, maar het doel is toch wel om er veel langer te blijven.”
Je sluit straks aan in de voorbereiding, hoe ziet een doorsneeweek in het sportprogramma van een Amerikaanse universiteit er verder uit?
“In het echte volle seizoen speel je twee wedstrijden in de week, dus dan zal de intensiteit van de trainingen iets minder zijn. Maar in het voorseizoen waarin ik nu instroom ga je ’s ochtends naar de sportschool, ’s middags trainen en af en toe in de avond trainen. Het is dus wel dat je iedere dag bezig bent om je echt goed voor te bereiden. Maar je doet daar natuurlijk alleen je studie bij, je hoeft er niet bij te werken. Je leeft dan echt wel een beetje als een prof omdat je elke dag op het veld staat. Het fijne is ook dat ze de rest er goed omheen plannen, binnen de staf is er een coach werkzaam die helpt met de studieresultaten.”
“Daar komt bij dat de uitwedstrijden niet allemaal heel dicht in de buurt zijn. Bepaalde wedstrijden zijn toch wel een aantal uur vliegen en dan zit er vaak ook nog een hotelovernachting bij, dus je hebt wel dat je best een aantal lessen mist. We spelen in eerste instantie in onze eigen conference en die afstanden vallen zeker mee. Maar het blijft natuurlijk Amerika, alles is nog steeds tien keer zo groot als in Nederland. Stel dat je het daar goed doet, dan is het doel om door te gaan naar de nationals. Dat zijn de play-offs waar je door het hele land speelt en het doel waar we voor willen gaan als team. Dan ben je normaal gesproken wel eventjes onderweg.”
Wat verwacht je van het niveau van je nieuwe team?
“Het zijn natuurlijk allemaal jongens die de stap willen maken naar de MLS. Iedereen gaat in die competitie bij de universiteiten spelen om uiteindelijk te worden gekozen door een van de profteams. Het niveau zelf is denk ik lastig in te schatten. Als ik zie wie er nog meer bij mij in het team komen te zitten of elders in de competitie spelen, zijn het allemaal gasten die het net niet halen bij de profclubs. Of jongens zoals ik die op een aardig amateurniveau spelen en dan die stap maken. Maar je komt niet met spelers in een team die tien jaar ervaring op hoog niveau. Het zijn allemaal jongens van mijn leeftijd die nog jong en onbevangen zijn en toch een bepaald niveau weten te halen.”
Je speelt eigenlijk al je hele leven voor Capelle. Vind je het niet lastig die club de rug toe te keren?
“Vorig jaar dacht ik hier eigenlijk al over na, maar ik had toen al verlengd bij Capelle en besloot uiteindelijk om dit seizoen af te wachten. In het begin ging het ook heel goed en speelde ik ook veel. In mijn eerste officiële wedstrijd maakte ik een hattrick in de beker en dacht ik dat dit mijn seizoen zou worden. Maar uiteindelijk werd het toch wat minder qua speelminuten en besloot ik dat het wel leuk zou zijn om te kijken wat er mogelijk is. Ik had afgelopen zomer ook voor één jaar getekend en moest na dit seizoen sowieso verder kijken. Ik moet zeggen dat ik ook niet heel erg van plan was om bij Capelle te blijven. Ik wil mezelf wel blijven ontwikkelen en ik ben pas twintig, dan is het wel belangrijk dat je ergens veel speelt. Ik was ook in Nederland op zoek naar alternatieven, maar ik had Amerika wel op één staan. Dat was wel het doel dat ik voor ogen had.”
“Ik kom natuurlijk ook uit de jeugd en het niveauverschil tussen de jeugd en senioren bij ons is best wel groot. We spelen toch op het hoogste amateurniveau en als je dan ziet welke tegenstanders of teamgenoten je hebt, is die concurrentie behoorlijk pittig. Heel veel ploeggenoten vroegen dan ook of ik niet beter eerst naar een team uit de Hoofdklasse of Eerste Klasse kon gaan, zodat je daar makkelijker aan spelen toe kunt komen. Dat heeft me op de een of andere manier echter nooit getrokken. Ik heb altijd gezegd dat er iets heel leuks voorbij moet komen als ik bij Capelle weg wilde gaan en dan is dit natuurlijk ideaal.”
Bij Capelle trad je in de voetsporen van je vader Alex, die een verleden heeft als prof. Praten jullie veel over voetbal?
“Mijn vader heeft een jaar bij Excelsior gespeeld, in Oostenrijk en hij heeft nog een stage mogen lopen bij Watford. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan, maar hij heeft toch een paar mooie jaren beleefd. Doordat hij ook bij Capelle heeft gespeeld en spits was, is die vergelijking altijd snel gemaakt. Dat is voor een krant of iets ook wel makkelijk, altijd de ‘zoon van’. Ik vind het ook belangrijk dat er iemand is die je altijd de juiste keuze laat maken en gewoon eerlijk is als je slecht hebt gespeeld of goed hebt gespeeld. Ik hoorde ook weleens ouders van andere kinderen, waarbij ik dacht: ‘Kijk nu eerst eens realistisch naar de situatie.’ Ik ben er wel blij mee dat ik altijd iemand heb gehad die daar heel eerlijk en realistisch in is geweest.”
“Hij heeft in het verleden ook best wel bepaalde keuzes voor mij gemaakt. Er is af en toe wel interesse geweest van BVO’s (betaaldvoetbalorganisaties, red.), maar dat waren altijd clubs die niet echt in de buurt waren. Ik woon in Rotterdam en mijn vader zei altijd: ‘Als je echt goed bent, dan komt Sparta of Feyenoord wel, dus hou maar gewoon geduld.’ Uiteindelijk kom ik veel van die jongens die wel de stap hebben gemaakt naar een BVO nu tegen in de competitie en dan zie je dat het gewoon een goede keuze is geweest om bij Capelle te blijven. In de jeugd was ik ook niet zo goed, dat moet je dan ook gewoon accepteren. Maar ik heb me in de afgelopen jaren echt goed ontwikkeld en hoop daar in Amerika mee door te kunnen gaan.”
Een bestaan als profvoetballer blijft dan ook nog altijd de droom?
“Alle sporten die bij de colleges horen zijn er echt voor gebouwd om te leveren aan de profcompetities. Stel dat je het nu wordt, dan zou dat echt ideaal zijn, een droom die uitkomt. Maar stel dat het niet lukt, dan ben je daar in ieder geval afgestudeerd, dan heb je ook een back-up. Ik weet dat ik mezelf op best wel wat punten nog kan ontwikkelen, maar ik denk dat ik qua niveau en kwaliteiten echt wel het een en ander in huis heb. Het is alleen als jeugdspeler, en zeker als spits, moeilijk om echt snel door te breken. Daarvoor krijg je in Amerika natuurlijk wel de uitgelezen mogelijkheid. Ik ben ook niet van plan om de rest van m’n leven in Amerika te blijven. Zoals ik er nu insta, vind ik het echt een geweldig avontuur en zou ik er wel een aantal jaar willen blijven, maar het uiteindelijke doel is om terug te keren. Stel dat je dan als voetballer terug zou kunnen keren naar Nederland, dan zou dat ideaal zijn. Dat zou het mooiste zijn dat er is.”