Olivier Boscagli: ‘Ik ben een typische Fransman: een luie jongen’
Olivier Boscagli heeft een moeilijke periode gekend bij PSV, maar inmiddels is de 23-jarige Monegask uitgegroeid tot een onmisbare kracht in het elftal van Roger Schmidt. Het succes kwam hem zeker niet aanwaaien, zo onthult de verdediger annex middenvelder in gesprek met De Telegraaf. “Als aankoop kwam ik misschien met iets te veel zelfvertrouwen binnen. Mijn fout”, concludeert Boscagli bijna twee jaar na zijn aankomst in Eindhoven.
Met hooggespannen verwachtingen hoopte Boscagli furore te maken op de linksachterpositie bij PSV: de plek waar toenmalig oefenmeester Mark van Bommel de nodige versterking kon gebruiken. “Maar ik bleek geen linksback te zijn en dat was teleurstellend”, blikt de voormalig verdediger van onder meer OGC Nice terug op zijn beginperiode bij PSV. Mede vanwege een uitstekend optreden namens Nice in een gewonnen oefenwedstrijd met de Eindhovenaren (2-3) werd Boscagli aangetrokken, maar uiteindelijk kwam hij slechts tot twaalf Eredivisie-optredens in het seizoen 2019/20.
“Er zijn veel redenen waarom het vorig seizoen niet lukte, maar ik ben geen jongen die terugkijkt. Alles bij elkaar werd het wel dé reden om te blijven. Ik dacht: wat ik ben, is niet wat jullie het laatste jaar van me hebben gezien”, kijkt Boscagli terug.“Mijn zaakwaarnemer vroeg in de zomer wat ik wilde doen: 'Of je neemt de makkelijke weg en gaat terug naar Frankrijk, of je doet alles om wél bij PSV te slagen.'” Uiteindelijk koos hij voor de laatste optie en besloot hij in de voorbereiding op het huidige seizoen te gaan werken aan zijn ‘gebreken’ in zijn geboortestad Monaco.
“Ik heb geprobeerd wat sterker te worden met een personal trainer en heb veel in het mulle zand gewerkt, omdat ik niet de snelste speler ben. Ik wil snel kunnen anticiperen, dus moet ik wendbaar zijn”, aldus Boscagli, die tevens te kennen geeft om uiteenlopende redenen veel inspiratie te halen uit het spel van Dante, Thiago Silva en Sergio Ramos. De verdediger annex middenvelder geeft toe niet altijd de beste mentaliteit te hebben gehad. "Ik ben ook een typische Fransman: ik was een luie jongen. Dat heeft me in het begin van m’n carrière niet altijd geholpen”, besluit hij lachend.