Nog 4 dagen tot het EK: Portugal vreest debacle na slappe oefencampagne
FEITEN EN CIJFERS
EK-deelnemer: Portugal
Officiële landsnaam: República Portuguesa
Oppervlakte: 92.090 km²
Populatie: 10.576.252
Hoofdstad: Lissabon
Andere belangrijke steden: Porto, Braga, Coimbra
Taal: Portugees
Munt: Euro
Voetbalbond: Federação Portuguesa de Futebol (FPF)
Opgericht: 1914
Website: http://www.fpf.pt
FIFA-ranglijst: Tiende
KWALIFICATIEROUTE
Sinds het WK van 2000 is kwalificatie voor een groot toernooi nauwelijks meer een issue voor Portugal. Dat wil zeggen: a Selecçao is sindsdien een vaste gast wanneer eens in de twee jaar in de zomer de beste landen van Europa dan wel van de wereld elkaar ontmoeten. En toch, gemakkelijk gaat het lang niet altijd. Sinds 2006 wist Portugal zich niet meer als groepshoofd te plaatsen en moest het land zich vaak via barrageduels verzekeren van deelname aan een eindronde. In de kwalificatieronde voor het EK van 2008 bleek Polen te sterk, het WK van 2010 werd pas bereikt na een tweede plaats achter Denemarken en dus was men er op het westelijke deel van Iberisch schiereiland met het oog op het EK van 2012 niet gerust op; wederom werd de ploeg van toenmalig bondscoach Carlos Queiroz namelijk aan de stugge Scandinaviërs gekoppeld. Noorwegen, IJsland en Cyprus boden echter genoeg hoop op een succesvolle reeks. Dacht men.
Een thuisduel met Cyprus en een uitbeurt bij het afgezakte Noorwegen leken op voorhand kinderspel. Zes punten, door naar de kraker tegen Denemarken en dan snel hotels bezichtigen in Oekraïne of Polen. Uiteraard liep dat anders. Cyprus bleek lastiger te behappen dan vermoed. Het knotsgekke duel in Guimaraes leek uiteindelijk alsnog de kant van de Portugezen op te vallen, maar een 4-3 stand werd in de 89ste minuut uit handen gegeven. Een paar dagen later volgde een kans op revanche in Oslo, maar wederom boterde het niet binnen het veld. Erik Huseklepp zorgde voor een regelrechte sensatie door de enige treffer van het duel voor zijn rekening te nemen. Wat nou simpele kwalificatie? Na twee wedstrijden stond Portugal op één punt en werd bondscoach Carlos Queiroz geslachtofferd en vervangen door Paulo Bento.
In oktober werd onder de nieuwe keuzeheer de rug gerecht. Angstgegner Denemarken werd in Porto met 3-1 verslagen en IJsland kreeg in eigen huis met dezelfde cijfers klop. Nadat vervolgens ook Noorwegen met 1-0 terecht werd gewezen volgde de kans op revanche tegen Cyprus. Doordrongen van de kracht van de eilandbewoners verscheen Portugal dit keer wél tot de tanden bewapend ten tonele en warempel: de ploeg die eerder nog voor zo veel problemen had gezorgd, werd nu met 0-4 aan de kant geschoven. In een wederom enerverend duel (5-3) was het vervolgens de beurt aan IJsland om gedesillusioneerd af te druipen. In de laatste ontmoeting in Kopenhagen stond de eerste plaats op het spel. Portugal kon echter geen vuist maken en de late aansluitingstreffer van Cristiano Ronaldo bleek niet meer dan een pleistertje op de wonde (2-1). Wederom moest Portugal het uit gaan vechten via de play-offs. Bosnië en Herzegovina zorgde daar in het thuisduel nog wel voor enige tegenstand en hield het op 0-0, maar in de return in Lissabon was er geen houden meer aan: 6-2. Missie volbracht: de hotels in Polen en Oekraïne konden dan eindelijk worden vastgelegd.
DE BONDSCOACH
Portugal begon de kwalificatiereeks met Carlos Queiroz aan het roer. De eerder aangehaalde desastreuze start van de campagne kostte de ervaren oefenmeester echter de kop. Paulo Bento (Lissabon, 20 juni 1969) kwam, verlegde de accenten en wist zijn land uiteindelijk betrekkelijk eenvoudig naar het EK te loodsen. Eerder had hij bij Sporting Portugal aangetoond wat hij in zijn mars heeft. Als oud-speler van onder meer Benfica, het Spaanse Real Oviedo en Sporting maakte de middenvelder nimmer echt veel indruk. Bento kwam weliswaar tot 35 interlands voor Portugal, maar was vooral dienend in een elftal met sterspelers als Luís Figo en Rui Costa. Nadat hij in 2004 zijn kicksen definitief opborg, bleek er als trainer plots meer in het vat te zitten.
Met de beloften van Sporting Portugal werd hij in 2005 kampioen en het bestuur van de club twijfelde dan ook niet lang toen voorganger José Peseiro op straat werd gezet. Bento kreeg promotie en dat bleek een uitstekende keuze. Na een wat stroef begin won Sporting onder de leiding van Bento tweemaal de Portugese beker, even zo vaak de Supercup en eveneens twee keer de Portugese competitiebeker. Het leverde Bento de bijnaam Papa-Taças op, wat vrijelijk kan worden vertaald als Vader van de Bekers. Qua aantal prijzen staat hij in de boeken als op één na meest succesvolle oefenmeester van de club. Het ontbreken van een landstitel bleef echter knagen. De stemming sloeg om na twee kolossale nederlagen in de kwartfinale van de Champions League tegen Bayern München (5-0 en 1-7). Het vertrouwen ebde langzaam weg en de coach, die door critici ook werd verweten te veel op zeker te spelen, wierp in november 2009 onder zware druk zelf de handdoek.
Zo’n tien maanden later klopte de Portugese bond op de deur. Bento hapte zonder aarzelen toe en startte dus buitengewoon voortvarend. Niet alleen werden Denemarken en IJsland verslagen, ook volgde in november 2010 een eclatante 4-0 oefenzege op wereldkampioen en aartsrivaal Spanje. Het leek Bento oneindig veel krediet op te leveren, maar van binnenuit sijpelde toch de nodige kritiek door. Zo raakte hij in conflict met ervaren krachten als Ricardo Carvalho en José Bosingwa, die inmiddels beiden hebben bedankt voor de nationale ploeg. Dankzij de fraaie 6-2 overwinning op Bosnië en Herzegovina in de play-offs heeft hij voorlopig echter het gelijk aan zijn zijde. Met de zelfverzekerde Bento aan de knoppen móet er iets mogelijk zijn deze zomer, zo is de algehele tendens in Portugal.
HET TEAM
Een veelgehoorde opmerking over de Portugese ploeg is dat zij bijzonder afhankelijk is van de grillen van Cristiano Ronaldo. Dat is gedeeltelijk waar, maar de selectie van Bento heeft wel degelijk meer in haar mars. De betrouwbare Rui Patrício van Sporting lijkt de concurrentieslag met Eduardo te hebben gewonnen en mag op het EK tussen de palen verwacht worden. Veel zorgen hoeft de goalie zich niet te maken, want slechts weinig landen kunnen bogen op een defensie als die van Portugal. Pepe, Fábio Coentrao (beiden Real Madrid), Bruno Alves (Zenit Sint-Petersburg), Joao Pereira (Sporting, volgend jaar Valencia), Rolando (FC Porto), Ricardo Costa (Valencia)… keuze in overvloed, ook zonder José Bosingwa en Ricardo Carvalho.
Het middenveld is op papier de minst aansprekende linie van de Zuid-Europeanen. Bekendste naam is daar Chelsea’s Raul Meireles, terwijl Joao Moutinho (FC Porto), Hugo Viana (Sporting Braga), Rubén Micael (Real Zaragoza) en Miguel Veloso (Genoa) andere vaak geziene kandidaten zijn voor een plekje tussen verdediging en aanval. Op het oog geen sterrenkabinet, maar dat wordt in de voorste linie meer dan gecompenseerd, al was het maar door de aanwezigheid van een van ’s werelds best