Nog 7 dagen tot het EK: Denemarken vreest vroegtijdige uitschakeling

FEITEN EN CIJFERS
EK-deelnemer: Denemarken
Officiële landsnaam: Kongeriget Danmark
Oppervlakte: 43.075 km²
Populatie: 5.529.888
Hoofdstad: Kopenhagen
Andere belangrijke steden: Aarhus, Aalborg, Odense
Taal: Deens
Munt: Deense kroon
Voetbalbond: Dansk Boldspil-Union (DBU)
Opgericht: 1889
Website: http://www.dbu.dk
FIFA-ranglijst: Negende

KWALIFICATIEROUTE
Denemarken zal er, tijdens de loting voor de EK-kwalificatie, niet rouwig om zijn geweest dat het door velen gevreesde Portugal als een van de tegenstanders uit de koker kwam. In de aanloop naar het WK van 2010 werd immers al afgerekend met die ploeg, die achter de Denen als tweede eindigde en zich pas via play-offs wist te verzekeren van deelname aan het toernooi in Zuid-Afrika. De beide landen kregen in de kwalificatiereeks voor het EK van 2012 in Polen en Oekraïne opnieuw met elkaar te maken en wederom trokken de Scandinaviërs aan het langste eind, door zich als groepswinnaar te plaatsen voor de eindronde.

Met Noorwegen als tweede geduchte tegenstander en verder IJsland en Cyprus was het voor het team van bondscoach Morten Olsen bepaald geen eenvoudige opgave om dat voor elkaar te krijgen. Het begin verliep ook allerminst soepel; het bescheiden IJsland werd tijdens de eerste wedstrijd op 7 september 2010 pas in blessuretijd verslagen (1-0). Een maand later ging Denemarken uit bij directe concurrent Portugal zelfs met 3-1 onderuit, een duel dat overigens geleid werd door scheidsrechter Eric Braamhaar. Na de uitglijder in Porto volgden evenwel louter goede resultaten en werd er alleen op bezoek in Noorwegen nog een keer gelijkgespeeld.

Cyprus werd geklopt, al was de 2-0 overwinning in Kopenhagen niet overtuigend, en in maart 2011 werden de Noren in Oslo op 1-1 gehouden. Zeges op IJsland, waar de doelpunten werden gemaakt door de Eredivisie-spelers Lasse Schöne en Christian Eriksen, en thuis tegen Noorwegen (tweemaal 2-0) brachten de Denen op de eerste plaats in de poule, samen met Portugal. Nadat de uitwedstrijd tegen Cyprus met 1-4 werd gewonnen en Portugal drie punten pakte tegen IJsland, moest de beslissing vallen in de Deense hoofdstad, waar de Portugezen op 11 oktober te gast waren. Denemarken maakte zijn naam als angstgegner van de Zuid-Europeanen waar, won met 2-1 en kwalificeerde zich op die manier direct voor het EK.

DE BONDSCOACH
Morten Olsen (Vordingborg, 14 augustus 1949) mag gerust worden omschreven als een levende legende in het Deense voetbal. De bondscoach, die de nationale ploeg al sinds de zomer van 2000 onder zijn hoede heeft en in zijn huidige functie aanwezig was op twee WK’s (2002 en 2010) en het EK van 2004, heeft zelfs een mondiaal record in handen; hij is de enige persoon ter wereld die als voetballer honderd interlands achter zijn naam heeft staan en deze mijlpaal ook als bondscoach heeft bereikt. Opvallend genoeg was Olsen in clubverband slechts vier jaar werkzaam in zijn vaderland: hij voetbalde in de eerste drie seizoenen van zijn carrière voor het bescheiden B 1901 en startte er in dienst van Bröndby IF zijn trainersloopbaan.

Olsen, die als speler op vrijwel alle posities uit de voeten kon maar voornamelijk als centrale middenvelder en later als vrije verdediger werd opgesteld, kwam liefst veertien jaar uit in de Belgische competitie. Tussen 1972 en 1976 droeg hij het shirt van Cercle Brugge, daarna voetbalde hij vier seizoenen voor RWDM uit Molenbeek (dat inmiddels is opgegaan in FC Brussels), vervolgens was er een periode van zes jaar bij Anderlecht. De Deen werd in Brussel driemaal Belgisch kampioen en won met Paars-wit in 1983 de UEFA Cup, terwijl hij in 1983 en 1986 ook uitgeroepen werd tot Deens Voetballer van het Jaar. Olsen sloot zijn actieve carrière af in 1989, nadat hij nog drie jaar in Duitsland had gespeeld voor 1. FC Köln.

Het cv van de Deen als trainer is opmerkelijk; bij al zijn clubs werd hij namelijk ontslagen. Toch kan Olsen de oefenmeester bogen op vrijwel louter goede prestaties. Zijn eerste club Bröndby, waar hij in januari 1990 begon als coach, leidde de oud-voetballer direct naar twee Deense landstitels. Toch stuurde de clubleiding hem in mei 1992 de laan uit. Zijn ex-club Köln hield hij vanaf april 1993 drie keer op rij met beperkte middelen in de Bundesliga, maar in de voorbereiding op het seizoen 1995/96 kreeg hij niettemin zijn congé. Als opvolger van Louis van Gaal won Olsen in 1998 met Ajax de dubbel in Nederland, maar vooral vanwege onenigheid met Frank en Ronald de Boer strandde het schip in december van dat jaar ook in Amsterdam. In 2000 volgde hij de Zweed Bo Johansson op als bondscoach van Denemarken.

HET TEAM
Wereldsterren als de gebroeders Michael en Brian Laudrup en keeper Peter Schmeichel heeft Denemarken niet meer, maar bondscoach Morten Olsen heeft een ruim arsenaal aan nuttige krachten tot zijn beschikking, met daarbij enkele spelers die het verschil kunnen maken. Tegenvaller is wel dat het doel niet verdedigd kan worden door de ervaren Thomas Sörensen, die sinds het begin van dit jaar tot ‘de club van 100’ behoort (op 29 februari speelde hij tegen Rusland (0-2 nederlaag) voor de honderdste maal in het Deens elftal). De Stoke City-sluitpost heeft geblesseerd moeten afhaken en wordt vervangen door Stephan Andersen van het Franse Évian. Traditiegetrouw komen veel voetballers uit Denemarken naar de Eredivisie en Olsen heeft ook ditmaal weer diverse spelers met een heden of een verleden in de Nederlandse competitie geselecteerd.

Simon Poulsen van AZ zal waarschijnlijk, net als tijdens het WK van 2010 in Zuid-Afrika, de vaste linksback worden van de Deense ploeg. De kans is overigens groot dat ook de rest van de achterhoede er hetzelfde uit zal zien als twee jaar geleden, met centraal achterin het duo Simon Kjaer (AS Roma) en aanvoerder Daniel Agger, de mandekker van Liverpool. Op de rechtsbackpositie lijkt de keus wederom te vallen op Lars Jacobsen (FC Kopenhagen). Andreas Bjelland, die FC Nordsjaelland na het EK verruilt voor FC Twente, klopt echter op de deur. Als controlerende middenvelder lijkt William Kvist van VfB Stuttgart zeker van zijn plaats. Ook voormalig NEC’er Niki Zimling (nu Club Brugge) is hier een kandidaat.

In de aanvallende helft van de ploeg is Nicklas Bendtner de onbetwiste aanvalsleider. De spits is door Arsenal verhuurd aan Sunderland en beleeft niet zijn beste seizoen, maar kan rekenen op het vertrouwen van Olsen. De creativiteit moet achter Bendtner komen van Christian Eriksen, de aanvallende middenvelder van Ajax. Ook daarnaast veel ‘Nederlandse’ gezichten; de Denen kunnen aantreden met Dennis Rommedahl (Bröndby IF, eerder onder meer PSV en Ajax), diens ploeggenoot en voormalig Ajacied Michael Krohn-Dehli, Nicklas Pedersen van FC Groningen, Lasse Schöne van NEC (komend seizoen Ajax) en/of Michael Silberbauer, die FC Utrecht medio 2011 verliet en nu uitkomt voor het Zwitserse Young Boys.

DE STERSPELERS
Hij is pas twintig jaar oud, maar Christian Eriksen is ha