voetbalzone

Noa Lang ontving onverwacht appje: ‘Ik trok niet dagelijks met hem op bij Ajax’

Dominic Mostert26 dec 2020, 11:01
Laatst bijgewerkt: 26 dec 2020, 11:01
Advertentie

Het was voor Noa Lang niet makkelijk om Ajax in te ruilen voor Club Brugge. De aanvaller speelt sinds oktober op huurbasis voor de topclub uit België en wordt na dit seizoen definitief overgenomen. Toen Lang voor het eerst hoorde over de interesse uit Brugge, stond hij afwijzend tegenover een transfer. Al van kinds af aan droomde hij ervan om te slagen bij Ajax, maar op een gegeven moment moest Lang concluderen dat een vertrek uit Amsterdam het beste was voor zijn ontwikkeling.

In een gesprek met trainer Erik ten Hag gaf Lang aan 'klaar' te zijn met zijn situatie, vertelt hij in een interview met Voetbal International. "Ik ben 21 jaar en moet elke week spelen. Ik had het ook graag anders gezien. Denk je dat ik het niet erg vond om op zo’n manier weg te gaan bij de club waar ik als klein jongetje al van droomde? Ik heb het daar echt niet makkelijk mee gehad", geeft hij toe. Lang zag zijn droom plots als sneeuw voor de zon verdwijnen. "De eerste wedstrijden die Ajax speelde na mijn vertrek heb ik niet gekeken. Het ging gewoon niet."

Uiteindelijk koos Lang niet met zijn hart, maar met zijn verstand, zo legt hij uit. Van spijt is geen sprake, want hij noemt Club Brugge een 'fantastische club'. "Wel weet ik zeker dat ik had kunnen slagen bij Ajax", voegt hij daaraan toe. "Op de dag dat ik vertrok kreeg ik nog een bericht van Lisandro Martínez. Een aardige jongen, maar niet iemand met wie ik dagelijks optrok. Het was een lang bericht waarin hij aangaf dat ik echt veel potentie had en dat hij ervan baalde dat ik wegging. Dat doet wel iets met je."

Lang heeft een goede eerste seizoenshelft achter de rug bij Club Brugge. Vorige maand werd hij nog verkozen tot Speler van de Maand bij de club. "En dat terwijl mijn voorbereiding niet ideaal was. De eerste anderhalve maand heb ik in een hotel gewoond. Soms mis ik thuis wel, wonen bij mijn moeder. Maar dit hoort bij het leven van een profvoetballer", beseft hij. "Eigenlijk begint het nu allemaal pas. Alles kan en moet beter. Ik heb te lang op mijn talent geteerd. Leuk dat mensen positief zijn, maar als ik perfect had gespeeld, dan had niemand meer aan me getwijfeld, dan had ik een paar Ballon d'Ors gewonnen. België heeft de beste Noa nog niet gezien."