Noa Lang onthult berichten van Overmars: ‘Dat raakt me, maar doet ook pijn’
Noa Lang maakte afgelopen zomer de overstap van Ajax naar Club Brugge, waar hij in zijn eerste halfjaar een uitstekende indruk achterliet. In gesprek met De Telegraaf doet de 21-jarige buitenspeler annex aanvallende middenvelder uit de doeken dat hij met grote pijn in het hart uit Amsterdam vertrok. Lang onthult dat Marc Overmars, directeur voetbalzaken bij Ajax, hem in het afgelopen halfjaar twee berichtjes stuurde.
“Laatst kreeg ik een berichtje van hem, dat ik het goed doe in Brugge en dat hij trots op me is. Daarvoor had hij al gestuurd dat hij me met pijn in het hart liet gaan. Dat raakt me en vind ik mooi, maar het doet ook pijn. In Amsterdam wilde ik slagen. Ik heb na mijn vertrek bij Ajax gehuild, meerdere keren”, vertelt Lang. Het leek er afgelopen zomer aanvankelijk op dat hij zijn contract bij Ajax zou verlengen, want hij kon voor vier jaar bijtekenen en trainer Erik ten Hag beloofde dat hij een belangrijke rol zou krijgen.
“Maar ik ben blij dat ik dat besloot aan te kijken en niet blind mijn nieuwe contract tekende”, stelt Lang. In de eerste drie wedstrijden van het seizoen maakte hij slechts zeven speelminuten en dat deed hem besluiten om verder te kijken. Lang steekt de hand eveneens in eigen boezem, want noemt het ‘stom’ dat hij nu pas is begonnen te leven als topsporter en zegt dat hij ook ‘domme momenten’ had waardoor hij van de training werd gestuurd. Hij bevestigt dat hij door Ten Hag uit de selectie werd gezet. “Dat het tussen de trainer en mij niet goed zat, is duidelijk.”
“Maar het klopt wat je zegt, dat iedereen dol op me was. Veel mensen vinden me een grappig, vrolijk ventje dat ook nog eens goed kan voetballen. Alleen kon niet iedereen daarmee omgaan”, vervolgt Lang. Hij kwam helemaal niet meer in de plannen van Ten Hag voor nadat hij aangaf te willen vertrekken bij Ajax. “Ik wilde worden verhuurd, maar hij was zo boos dat hij me wilde verkopen. De directie niet, maar de trainer heeft zijn zin gekregen. Nee, ik heb hem nooit meer gesproken en daar heb ik ook geen behoefte aan.”