Nijland: ‘Het kan een loodzwaar seizoen worden, zo realistisch moet je zijn’
FC Groningen ging zaterdagavond met 1-0 onderuit bij ADO Den Haag en blijft zodoende steken op vier punten uit acht wedstrijden. Het was alweer de zesde nederlaag van het seizoen en door de zwakke start van de competitie staat de club op een teleurstellende zeventiende plaats op de ranglijst. Algemeen directeur Hans Nijland houdt rekening met een ‘loodzwaar seizoen’, maar blijft desondanks strijdbaar. "Ik kan je vertellen, hier staat een ontzettend strijdbare directeur. Maar het is klip en klaar, het kan een loodzwaar seizoen worden, zo realistisch moet je zijn”, aldus Nijland.
Groningen pakte vorige week nog een punt tegen FC Utrecht (1-1), maar ging zaterdagavond met 1-0 onderuit door een doelpunt van Elson Hooi. "Na deze serie wedstrijden hebben we vier punten en dat past niet bij een club als FC Groningen", zegt Nijland in gesprek met de NOS. Ondanks de tegenvallende resultaten houdt de directeur de moed erin. “Die kreet van malaise en crisis hebben de laatste weken wel vaker gehoord. Het is niet zo boeiend hoe je het noemt. Het is klip en klaar dat we zorgen hebben, dat is duidelijk. Dit hadden we niet verwacht.”
Nijland benadrukt dat de selectie van FC Groningen er met zijn allen voor moet blijven gaan. “Met elkaar en voor elkaar. Ik zou niet weten hoe je het anders moet noemen op dit moment”, aldus Nijland, die het vertrouwen houdt in de trainer. “In de voorbereiding waren we positief en enthousiast over de selectie en de technische staf. En dat zijn we nog steeds, laat ik daar helder over zijn. Ik ben ervan overtuigd dat wij beter kunnen dan nu de stand op de ranglijst laat zien.”
Buijs laat weten dat de zeventiende plaats pijn doet. "Het enige dat we kunnen doen is keihard werken om daar weg te komen. We moeten met zijn allen er achter blijven staan. Op het moment dat je elkaar gaat laten vallen, kom je zeker geen stap verder.” De coach van de Trots van het Noorden zegt zich gesteund te voelen door de club, spelers en supporters. “Ik heb geen enkele aanleiding om te denken dat het niet zo is. Op het moment dat het niet zo is, dan mogen ze mij dat ook zeggen.”