voetbalzone

Nieuwe liefde

Jefrey 17 aug 2011, 22:55
Laatst bijgewerkt: 17 aug 2011, 22:55
Advertentie

Wachtend op die grijze gezinswagen zit ik op een bank in het stadscentrum van Geel. Zes uur had hij gezegd. Het is inmiddels half zeven, maar dat ben ik gewend van hem. Hij is altijd te laat. Ik neem de stralende zon in me op en voel dat de lange dag op het werk zijn tol heeft geëist. Als ik nu maar niet indommel, maar net als ik mijn ogen even sluit en denk aan de wedstrijd van zodra, toetert de grijze gezinswagen van Gianni de Keyser me wakker uit mijn diepe gedachten. Ik sta half verbouwereerd op en stap in, klaar voor de rit naar een immens belangrijke partij voetbal.

Na een amusante autorit van twee uur en de typische Belgische files vervloekt te hebben doemt het stadion op aan de horizon. Je zou het allesbehalve een ideale ligging kunnen noemen voor een gezellig stadion als de Cristal Arena, als ik uit het raam kijk zie ik uitgestrekte vlaktes vol dorre planten die in een soort van woestijnachtig zand staan. Dit trieste beeld staat in schril contrast met het stadion zelf, de Arena is mooier dan ik me voor had gesteld nadat ik het op televisie had gezien. En de vermoeidheid maakt inmiddels plaats voor opwinding en de drang naar voetbal.

Als we zwijgzaam uitstappen en de parking afwandelen om aan onze toegangspoort te komen word het duidelijk dat de sfeer er meer dan goed inzit. We kijken elkaar grijnzend aan en lachend zegt Gianni: “Italianen, he.” Verscheidene Italiaanse en Belgische vlaggen rijzen boven de zingende massa op, een massa die eensgezind naar het stadion marcheert. De sfeer die enkel een wedstrijd als de deze kan voortbrengen vervult mij met spanning en verwachting.

Eenmaal in het stadion kijken we naar de opwarming van goudhaantjes als Kevin De Bruyne en Jelle Vossen, het genieten begint daar al. Wat die jongens met een bal kunnen is toch ongelooflijk, De Bruyne heeft dat speciale in de voeten. Datgene wat een goede voetballer onderscheid van een topvoetballer. En Vossen werkt harder tijdens de opwarming dan de meesten onder de wedstrijd zelf. Die jongen zijn drijfveer is fenomenaal.

De tweeëntwintig strijders betreden het veld onder luid gejuich van vierentwintigduizend fans. Ze posteren zich langzaam maar zeker op hun posities. Frank Vercauteren roept nog wat instructies na en neemt plaats op de bank. De jongens trekken een laatste keer hun kousen op en de wedstrijd word op gang gefloten.

De fans tieren het nu uit en al snel zijn we aan het meezingen. ‘Forza Racing’ galmt door het stadion en de elf van Racing gaan er meteen de volle honderd procent voor. De Bruyne grossiert heel de beginfase in lange correcte ballen en sierlijke dribbels en vanaf toen was ik overtuigd van die jongen zijn kunnen. En ook Vossen weet mij te bekoren met zijn goede balaannames en betrokkenheid in het spel. Ondanks goed op en neergaand voetbal levert de wedstrijd weinig tot geen grote kansen op, een typische moderne topwedstrijd zou je het kunnen noemen. Enkel het goudhaantje van de tegenstanders, genaamd Romelu Lukaku, levert af en toe wat gevaar op. Smalend haalt mijn metgezel aan dat deze wedstrijd iets extra's nodig heeft, een ingeving van één der Genks goudhaantjes. Die ingeving kwam er, zo rond de twintigste minuut draaide Jelle Vossen knap weg van zijn directe tegenstander en krulde de bal vrij centraal in doel. Doelman Silvio Proto stond foutief opgesteld en het stadion barstte uit zijn voegen, geduw en getrek langs alle kanten was het gevolg. Iedereen werd gek van vreugde en na die enorme explosie van jolijt werd het muisstil bij de fans van Anderlecht. Die nochtans doorgaans dapper weerstand boden tegen de 'tifosi' van Racing. De liederen volgden elkaar op en de fans waren vastberaden om elk bekend Racing lied de revue te laten passeren.

Na een eerste heftige en onbestrafte charge op Thomas Buffel werd ook Vossen door Silvio Proto getorpedeerd. Ditmaal kreeg Proto wel een penalty tegen zich gefloten, spreekwoorden richting de keeper hielden de gehele resterende wedstrijd aan na die schandelijke overtredingen op topschutter Vossen en dribbelaar Buffel. Daniel Tözsér legde beheerst aan maar wat niemand verwachte gebeurde, de bal ging ver over. De Anderlecht fans geloofden er nu terug in, ze zongen zich vol vertrouwen in een goede afloop terug in het muzikale debat met de Genk aanhang.

De wedstrijd werd heftiger en het stadion hield zijn adem in toen Thibaut Courtois redding bracht op een goede kopbal van Dalibor Veselinovic. Wederom een grote pluim op de nu al rijkgevulde hoed van de jonge maar uitstekende Courtois. De laatste vier minuten extra tijd gingen in en passeerden tergend langzaam, de spanning was om te snijden en Courtois moest enkele malen tonen dat het luchtruim van hem was en niet van Lukaku of Veselinovic. De Anderlecht fans en spelers hadden zich er al bij neergelegd dat ze deze sleutelwedstrijd niet gingen winnen, en de wedstrijd sleepte zichzelf naar het einde toe.

Na een wedstrijd die bol stond van de spanning ging het eindsignaal onherroepelijk af. Ze hadden het gehaald. Het voorschot op de titel was binnen, het grote Anderlecht werd tot op 6 punten geslagen en het feest kon nu echt beginnen. Tot laat in de nacht ging het feest in de talloze cafés onder het stadion verder. De sfeer in en rond het stadion, de manier waarop de fans hun fusieclub naar succes brachten en de spelers die er vol voor gingen maakte dat ik na jaren eindelijk mijn club in België gevonden had. Wat een fans, wat een bescheiden maar mooi stadion, wat een spelersgroep boordevol eigen opgeleid talent. Het werd me snel duidelijk, Genk is een club van het volk. Een ware familieclub.

Wanneer we op de half verlaten autosnelweg terug richting provincie Antwerpen rijden word er druk nagekaart over de wedstrijd. Toen Gianni me lachend de vraag stelde wat ik van zijn Genk vond antwoordde ik: ''Jouw club is nu ook mijn club''. Dat vond ik ervan.

Een nieuwe liefde werd geboren.