Nieuwe inval bij Juventus: aanklager zoekt ‘geheim’ Ronaldo-document
De verkoop van Cristiano Ronaldo aan Manchester United maakt deel uit van het onderzoek van de Italiaanse justitie naar het transferbeleid van Juventus. Vorige week zaterdag deden de opsporingsdiensten al een inval bij kantoren van de club in Milaan en Turijn vanwege vermeend gesjoemel met transferwaardes van spelers. In een officieel statement meldt Juventus dat de openbaar aanklager nu ook de transfer van Ronaldo in het vizier heeft. Er is daarom opdracht gegeven tot een nieuwe 'huiszoeking' bij de club.
Juventus wordt ervan verdacht te hebben gerommeld met de transferwaardes van spelers, om zo in financieel opzicht de balans op orde te krijgen. Ronaldo vertrok in augustus 2021 voor vijftien miljoen euro naar Manchester United; via bonussen kan het bedrag met acht miljoen euro toenemen. Juventus werkt mee aan het onderzoek en verzekert dat het onderzoek naar de transfer van Ronaldo niets verandert aan het nieuws dat vorige week werd gecommuniceerd. De afgelopen week zijn diverse directeurs van Juventus ondervraagd door een aanklager in Turijn, onder wie Maurizio Arrivabene en Onder 23-directeur Giovanni Manna.
Volgens La Gazzetta dello Sport wordt gezocht naar een 'geheim document' waarin een vermeende overeenkomst tussen Ronaldo en Juventus zou zijn opgenomen. Om die reden zou de aanklager ook in gesprek kunnen gaan met zaakwaarnemer Jorge Mendes. De mogelijkheid om Ronaldo zelf op te roepen als getuige wordt ook geopperd, maar de Corriere della Sera acht het logischer om aan te kloppen bij Mendes. Hij zou na Kerstmis het verzoek kunnen krijgen om bewijs te overhandigen. De aanklager zou het bestaan van het geheime document op het spoor zijn gekomen door een afgeluisterd telefoongesprek.
In een gesprek tussen directeur Federico Cherubini en clubjurist Cesare Gabasio zou zijn gesproken over 'een document dat niet hoort te bestaan'. Het is onduidelijk of de naam van Ronaldo ook daadwerkelijk viel in dat telefoongesprek. Eerder werd al duidelijk dat voorzitter Andrea Agnelli, vicevoorzitter Pavel Nedved en voormalig technisch directeur Fabio Paratici, nu in dienst van Tottenham Hotspur, worden aangemerkt als de verdachten in de zaak. Twee financieel directeurs die werden opgeroepen om bewijs aan te leveren, Marco Re en Stefano Bertola, zouden hebben geweigerd om vragen te beantwoorden.
Het beursgenoteerde Juventus zou de afgelopen jaren niet alleen bewust de transferwaarde van bepaalde spelers hoger hebben ingeschaald, maar ook facturen hebben uitgegeven voor niet-bestaande transacties. Volgens justitie gaat het in totaal om ongeveer vijftig miljoen euro aan verdachte geldbewegingen. Het akkoord van Juventus met Barcelona over de transfers van Miralem Pjanic en Arthur Melo wordt ook onderzocht, zo werd vorige week bekend. De Braziliaan vertrok voor 72 miljoen euro naar Juventus, een bedrag dat door bonussen kan oplopen tot 82 miljoen euro. Pjanic bewandelde voor 60 miljoen euro de omgekeerde weg, bonussen kunnen dat bedrag doen oplopen tot 65 miljoen euro.
Een boekhoudkundige truc was de reden van de constructie. Barcelona en Juventus konden richting het einde van het boekjaar mooie cijfers schrijven met tientallen miljoenen aan transferinkomsten. Uiteraard met het oog op de Financial Fair Play-regels. De geschatte boekwaarde van Pjanic was vlak voor de deal echter nog maar circa tien miljoen euro. De waarde van Arthur ‘in de boeken’ was ongeveer twintig miljoen euro. De flinke nettowinst was boekhoudkundig uiterst welkom voor beide clubs en veel aantrekkelijker dan een ruildeal en circa twaalf miljoen euro extra inleg van Juventus. De club deed al eens eerder zo’n opmerkelijke dubbele transfer, met enerzijds João Cancelo die naar Manchester City trok en anderzijds Danilo die in Turijn tekende. Ook deze transfer wordt onder de loep genomen.