voetbalzone

Neymar: ‘Joga bonito is dood, geniet ervan nu het nog kan’

Kevin van Buuren13 mrt 2023, 20:00
Laatst bijgewerkt: 13 mrt 2023, 20:00
Advertentie

Van totaalvoetbal tot anti-voetbal en alles daartussenin. Het binnenslepen van de begeerde drie punten komt al sinds mensenheugenis in allerlei vormen en maten. In de rubriek Stijlfiguren gaat Voetbalzone langs de velden van weleer om fabelachtige formaties en bijzondere spelersrollen onder de loep te nemen. In deze editie: Joga Bonito, de Braziliaanse mentaliteit van feestelijk voetbal. Waar de perfecte balans gevonden wordt tussen kunst en resultaat.

Door Kevin van Buuren

De bal rolt op 22 september 2021, wanneer Olympique Lyon-speler Lucas Paquetá in de blessuretijd de bal ontvangt uit een inworp. De Braziliaan, die vier minuten eerder nog de 3-1 scoort, neemt aan en draait open. Hij staat oog in oog met de verdediger van tegenstander Troyes. Paquetá klemt de bal kort tussen zijn voeten en probeert de bal als een regenboog over zijn belager te manoeuvreren. Helaas voor de nummer 10 raakt het speeltuig de verdediger en verdwijnt het over de zijlijn voor een nieuwe inworp. Paquetá appelleert nog voor hands en kijkt hoopvol naar scheidsrechter Stéphanie Frappart. Die fluit inderdaad, maar besluit om Paquetá een gele kaart te geven: spelbederf. Medespelers en tegenstanders kijken verontwaardigd om zich heen, Paquetá lacht als een boer met kiespijn.

Een dag na het voorval neemt Neymar Junior het op voor zijn landgenoot. Een jaar eerder overkomt hem hetzelfde. Wanneer hij tegen Montpellier de befaamde rainbow flick poogt, spreekt de scheidsrechter hem aan. Na een gefrustreerde woordenwisseling ontvangt de aanvaller een gele kaart. “Ik speel voetbal, zeg niks en krijg fucking geel”, foetert hij na de wedstrijd in de catacombe. Nu betreurt hij dezelfde behandeling voor Paquetá. “Een gele kaart voor een dribbel… het gebeurde bij mij. Dit seizoen is het Paquetá. O famoso ‘Joga Bonito’ está acabando, schrijft Neymar op Instagram. “Het beroemde ‘Joga Bonito’ is ten einde. Geniet ervan zolang het nog kan.”

Lichtvoetig en zwaarmoedig
De discussie binnen de publieke opinie is tegelijkertijd ook een interne strijd binnen het Braziliaanse voetbal. Zoals Jonathan Wilson beschrijft in zijn boek Inverting the pyramid: history of football tactics: “Die spanning – tussen schoonheid en cynisme, tussen wat Brazilianen noemen futebol d’arte en futebol de resultados - is een constante, wellicht omdat het zo fundamenteel is. Niet alleen in de sport, maar ook in het leven: om te winnen, of het spel goed te spelen. Brazilië heeft wat dat betreft altijd een eigen definitie gehad van hoe het spelletje gespeeld moet worden. Niet zomaar een spelletje, maar tevens – en met de diepste betekenis – drager van de naam the beautiful game.

De sport werd volgens de verhalen eind negentiende eeuw naar het land gebracht door Charles Miller. Zoon van de Schotse John en de Braziliaanse Carlota. Hij werd naar een school in het Engelse Southampton gestuurd, waar hij het voetbal leerde. Toen hij in 1894 terugkeerde naar zijn thuisland, bracht hij twee souvenirs mee: de Hampshire FA voetbalregels en twee voetballen. Miller en zijn Engelse invloed, een nawee van de Britse emigranten die in Brazilië aan de spoorwegen kwamen werken, werd daarmee ‘de vader van het Braziliaanse voetbal’. Die sport was een stuk makkelijker te kopiëren dan cricket, waarna de Braziliaanse identiteit steeds meer vorm kreeg.

Iedereen kon voetbal beoefenen. Het lichaam was het instrument, aangevuld met alles dat ook maar op een bal leek. Door heel Brazilië werd gevoetbald. Op stenen, in steegjes, met amper ronde, geknutselde ballen. Om die omstandigheden te overwinnen moest de Braziliaanse voetballer creatief, slim en technisch worden. Zichzelf altijd reddend uit onmogelijke situaties. Antropoloog Robert DaMatta bedacht de term jeitinho: de kleine manier. Iets bereiken door de regels te verbuigen in jouw voordeel. Wetten werden in die tijd vooral gebruikt om de elite te beschermen. De doorsnee Braziliaan moest zichzelf zien te redden. Spelen met die regels werd een manier van spelen met de bal. Voetbal was vrijheid, zoals dansen. Blij, onbeschaamd en afkerend van autoriteit, dat het liefst een gele kaart zou geven aan het praktiseren van die rebellie.

voetbalzone

Van techniek naar tactiek
Ondanks hun grootse flair werden Braziliaanse voetballers beschreven als ‘ongedisciplineerd’ en ‘speels’. Er moest een systeem aangebracht worden. De grootste claim hiervan komt van Béla Guttman. De Hongaarse voetballer en trainer beweerde in 1956 het beroemde 4-2-4, waarmee Brazilië later zeer succesvol bleek, naar het land te hebben gebracht. Guttman was onderdeel van het steeds professionelere voetbal in Centraal-Europa. Hij beschreef Brazilië als een tactische wildernis, een speeltuin. Hij gebruikte de doelgerichte counter van zijn eigen Hongarije als voorbeeld. Gutmann vond niet het kunstzinnige voetbal uit waar Brazilië later vele prijzen mee won, maar futebol de resultado: spelen om te winnen.

In Brazilië wordt Izidor “Dori” Kürschner, eveneens een Hongaar, vaker als brenger van het tactiek aangewezen, via het Engelse systeem. Hij introduceerde het populaire WM-systeem (een 2-3-5 opstelling die sinds 1920 in Engeland dé opstelling was), het trainen zonder bal en principes van verdedigen en controleren. Kürschner verdween spoorloos voor het voetbal zich zover ontwikkelde dat hij de credits kreeg, maar zoals zijn protegé en voormalig assistent Flávio Costa – een van de grootse Braziliaanse trainers – zei: “Kürschner was de eerste die het futebol sistema introduceerde.”

Costa zelf bouwde voort op de ideeën van Kürschner bij Flamengo, rond 1941, waar hij een ‘diagonale’ opstelling uitvond. Zijn middenveld bestond uit twee diagonale lijnen, op ieder van die lijnen twee spelers. De achterste middenvelder had net zo goed een extra verdediger kunnen zijn. De voorste net zo goed een extra aanvaller. Het was dan ook dit systeem dat de voorloper was van het 4-2-4, later ook zodanig genoemd en onder het publiek gebracht door Guttman. Ook als bondscoach van het nationale elftal maakte Costa gebruik van ‘de diagonale’, toen een van de beste Braziliaanse teams ooit de WK-finale van 1950 bereikte. In het thuisstadion Maracaña was het echter Uruguay dat won, wat in Brazilië nog altijd omschreven wordt als ‘de catastrofe’. Er waren rellen en zelfs zelfmoorden na Maracanaço: de schok van het Maracaña.

Pelé en Joga Bonito
Er wordt wel eens gezegd dat Maracanaço moest gebeuren om de grote successen te laten uitkomen. Uit de as van 1950 herrees de gele kanarie als een feniks. En wie aan de dominantie van Brazilië in het wereldvoetbal denkt, noemt de belichaming van the beautiful game: Pelé. De eerste noties van de term in het Oxford Engels woordenboek is van Pelé’s biografie uit 1977: My life and the beautiful game. Het is dan ook de Braziliaanse legende die de definitie voor het samba-voetbal populariseerde. Met de talisman in de selectie won het land haar eerste wereldtitel, in 1958. “Samba, samba, samba”, scandeerden de fans.

voetbalzone

In 1962 en 1970 won Pelé met zijn Brazilië nummer twee en drie van de in totaal vijf WK-bekers van het land. Het team stond bekend om flair, een dynamische wisseling van posities en onnavolgbare schijnbewegingen met het lichaam. Het voetbal als een dans, als de Braziliaanse samba. Het was even onvoorspelbaar als onvermijdelijk, met Pelé als het absolute toonbeeld van de kunstzinnige speelwijze in perfecte balans met het ultieme resultaat. In zijn boek Football against the enemy beschrijft Simon Kuper Pelé als een capoerista. De martial arts-stijl die door Angolese slaven werd bedacht, vermomd als dans om hun slavenmeesters voor de gek te houden.

Is joga bonito dood? De ultieme vorm van vrijheid, creativiteit en plezier in het voetbal wordt zo nu en dan door de autoriteiten bestempeld als spelbederf. Het levert waarschuwingen, discussies en gele kaarten op. Niet te vergeten af en toe een rotschop van gefrustreerde verdedigers, wat gebagatelliseerd wordt omdat joga bonito ‘uitlokken’ is. Het is de reden dat Brazilianen zich er zo boos om maken. De afkeer jegens en de strijd tegen autoriteit is deel van hun identiteit sinds het voetbal in het land werd uitgevonden. De balans tussen futebol d’arte en futebol de resultado is als yin en yang. Allebei noodzakelijk; het degraderen van het één, maakt ook het ander waardeloos.