Nederlandse enclave bouwt met Ajax-filosofie aan beste academie van China
PEKING - Stanley Menzo verblijft al twee maanden in China, maar pas afgelopen week communiceerde Beijing Sinobo Guoan dat hij officieel bij de club aan de slag gaat. De 55-jarige oud-doelman krijgt in de Chinese hoofdstad het tweede elftal, wat het hoogste team van de jeugdopleiding is, onder zijn hoede. In Peking wordt momenteel door een Nederlandse enclave gebouwd aan de beste academie van China en Azië, geïnspireerd op de filosofie van Ajax.
Door Chris Meijer
Na zijn vertrek bij Ajax Cape Town eind 2017 zat Menzo een tijdje zonder werk. In november kreeg de zesvoudig international een telefoontje van Patrick Ladru, hoofd jeugdopleidingen bij Beijing Guoan. Hij werkte de afgelopen jaren in verschillende functies bij Ajax en als hoofd jeugdopleidingen bij het Mexicaanse Chivas Guadalajara en Al-Ahli in de Verenigde Arabische Emiraten, alvorens hij in mei werd aangesteld als hoofd jeugdopleidingen in Peking. “Bij die clubs heeft hij de Ajax-filosofie doorgevoerd en dat proberen we hier ook. Het is alleen heel moeilijk om iets te kopiëren in een ander land, waar de omstandigheden anders zijn. Jeugdspelers in China zijn veel minder ver, dus je moet je een beetje aanpassen. Met de opleiding, de mogelijkheden en de gedachtegang van hier proberen we het voetbal een beetje vorm te geven op een manier hoe wij dat gewend zijn en waar Ajax in heel de wereld leidend in is geweest”, vertelt Menzo in gesprek met Voetbalzone over zijn eerste indrukken van het Chinese voetbal.
“Het is niet makkelijk om de Ajax-filosofie te kopiëren, maar het is wel mogelijk. Het heeft tijd en visie nodig, de mensen moeten erin geloven en dat is in China het geval. De opleiding van Ajax is ook niet in één dag ontstaan, die heeft tijd gehad om zich te ontwikkelen. Dat zal hier ook zo moeten zijn en als je de tijd krijgt die de opleiding in Nederland heeft gekregen, kan je iets neerzetten. Bij Ajax Cape Town heeft men jarenlang geprobeerd om de filosofie en de werkwijze te implementeren. Dat was ook lastig, maar er zijn wel wat spelers uit voortgekomen. Het Ajax-voetbal en de manier van werken zijn daar neergezet, daar zijn we nu in China ook mee bezig”, zo wijst de oud-doelman op de club waar hij tussen 2016 en 2017 als zowel trainer als hoofd jeugdopleidingen werkzaam was. Er is overigens geen sprake van een samenwerking tussen Beijing Guoan en Ajax. De Amsterdammers werken in het Verre Oosten samen met Guangzhou R&F.
Onder het bewind van Ladru is de jeugdopleiding van Beijing Guoan de afgelopen maanden opnieuw ingericht, met een Nederlandse insteek. Naast Menzo en Ladru werkt er met Jason Vermeer nog een Nederlandse trainer in de academie van de club uit Peking. “Wij doen het hier op de Nederlandse manier en andere clubs doen het op de Spaanse, Italiaanse of Portugese manier. China is een groot voetbalopleidingscentrum, want iedere club of provincie wil het voetbal verbeteren en kiest daarvoor zijn eigen voetbalachtergrond. Alleen maar om spelers en het voetbal beter te maken. Beijing Guoan wil de beste jeugdopleiding van China en Azië neerzetten. Spelers moeten hier niet alleen in voetballend opzicht opgeleid worden, maar ook in maatschappelijk opzicht.” Het binnenhalen van de buitenlandse kennis is allemaal onderdeel van de Chinese droom: zich ontwikkelen tot een sterk voetballand, dat meedoet op het WK. “Dan moeten er op gegeven moment Chinese spelers doorbreken en dat betekent dat de clubs spelers moeten opleiden. Dat gaat niet makkelijk, het heeft tijd nodig. De spelers waar ik nu mee werk, hebben niet de opleiding gehad die jongens op dit moment krijgen. Neem de Onder-12 bijvoorbeeld, dat zijn over zes of zeven jaar waarschijnlijk veel betere voetballers dan de spelers die op dit moment geen opleiding hebben gehad.”
Maakt dat uw functie op dit moment tot een van de lastigste in de jeugdopleiding?
“Misschien wel, maar aan de andere kant ook weer niet. Er zijn genoeg spelers die talent blijken te hebben, alleen moet je het goed herkennen en daar aandacht aan besteden. Waarschijnlijk veel meer aandacht dan een Onder-12, die een langere aanlooptijd heeft. Spelers die in het tweede spelen, hebben een korte aanlooptijd om zich te bewijzen richting de hoofdmacht.”
Wat is uw eerste indruk van de kwaliteiten in het tweede elftal?
“Voetbaltechnisch en tactisch moeten ze nog stappen maken. Het nadenken over voetbal gaat anders zoals wij dat kennen. Een heel simpel voorbeeld: dat je opengedraaid moet staan als je de bal aangespeeld krijgt. Daar hebben ze wel van gehoord, maar ze denken er niet over na. Je kan het ze niet kwalijk nemen, want het is ze nooit aangeleerd. Kinderen voetballen hier weinig op straat, dat heeft ook met de cultuur te maken. Je hebt geen clubs, maar voornamelijk schoolvoetbal. Je weet dat schoolvoetbal heel anders georganiseerd is dan clubvoetbal, terwijl er tevens minder aandacht wordt besteed aan de kwaliteit. De clubs proberen met opleiden kwaliteit aan te bieden aan spelers, zo vroeg mogelijk. Beijing had een opleiding vanaf Onder-15 of Onder-14, maar dan ben je eigenlijk te laat om spelers op te leiden voor je eerste elftal.”
Wat is er nu concreet veranderd in de jeugdopleiding van Beijing Guoan?
“Ik weet niet hoe het ervoor was, maar er is nu een filosofie: een manier van werken en trainen. We proberen ook trainers een bepaalde structuur van opleiden aan te brengen. Er is nog heel veel ruimte om het opleiden te verbeteren. China is een enorm groot land, dat voetbal op een hoger niveau wil brengen. Dat begint bij het opleiden van je jeugdspelers. Je kan zien dat zij daarin enorm achterlopen. In zo’n groot land kan het niet anders zijn dan dat er potentie is. Alleen hoe leid je op? Hoe maak je spelers beter? Hoe maak je spelers bewust van hoe ze moeten voetballen? Hoe maak je opleiders bewust hoe ze spelers moeten opleiden? Ik vind dat we niet alleen spelers aan het opleiden zijn, maar ook trainers. Onze manier van denken en trainen, is vrij kort in de details. Hier is het nog een beetje oppervlakkig, daar hebben we het deze week toevallig nog over gehad. Je moet op gegeven moment wel de diepte in, het kan niet oppervlakkig blijven. Want dan kom je niet verder met spelers.”
Het eerste elftal van Beijing Guoan wordt momenteel getraind door Roger Schmidt, de Duitser die eerder onder meer Bayer Leverkusen en Red Bull Salzburg onder zijn hoede had. Renato Augusto, Jonathan Viera en Cédric Bakambu zijn de enige buitenlanders in de selectie. Juist daarom is het opleiden van spelers van groot belang, zo stelt Menzo. Hij signaleert dat de kloof tussen het eerste en tweede elftal bij Beijing Guoan nog behoorlijk is. “Als je een toptrainer bij het eerste elftal hebt, is het alleen maar goed als hij met jeugdige spelers kan werken. We zijn nog bezig om te kijken hoe we de samenwerking moeten gaan invullen. Ik ben hier nu twee maanden en heb nog geen contact met Schmidt gehad. Er zit nog een jeugddepartement tussen, met wie ik veel contact heb. En zij hebben weer contact met hem. Zo is de structuur hier. Dat moet eigenlijk dichter naar elkaar toe.”
Menzo is onder de indruk van de faciliteiten en mogelijkheden bij Beijing Guoan. “Het is ongelofelijk, de club is bezig om een nieuw complex te bouwen. Er zijn heel veel mogelijkheden. Die worden soms op een verkeerde manier benut, dat is jammer. China is voor ons heel ver weg, maar dit land is heel ver in zijn ontwikkeling. Alleen op voetbalgebied nog niet. Als je al ver bent in de ontwikkeling van andere onderdelen van de maatschappij, heb je al een enorme voorsprong. Als je ziet wat er hier allemaal mogelijk is en hoe het georganiseerd is, dan moet het ook mogelijk zijn om het voetbal goed te organiseren. We weten allemaal dat Chinezen alles heel goed kunnen namaken, tot in de perfectie. Dat is echt zo, daar kan je alleen maar respect voor hebben. Ze zijn bereid om hard te werken en veel te doen om zover te komen.”
Denkt u dat de droom van China om uit te groeien tot een groot voetballand reëel is?
“Dat denk ik wel. Het land is enorm groot en er zijn heel veel mogelijkheden. Het is alleen de vraag hoe je structuur aanbrengt. Ik denk dat Nederland een goed voorbeeld is, al is het daar een stuk makkelijker om structuur aan te brengen dan in zo'n groot land. Je kan een competitie organiseren, waar je tegen elkaar speelt op basis van kwaliteit. Hier is dat heel lastig te doen, omdat je enorme afstanden moet afleggen. Peking heeft al dertig miljoen inwoners, dat is meer dan in heel Nederland.”
Het is dus eigenlijk een kwestie van geduld?
“Bij deze club lopen nu nog heel veel spelers rond die, met alle respect, niet de kwaliteiten hebben die deze club nastreeft. Nu zijn het er honderd, maar je zal op gegeven moment naar de beste twintig toe moeten. Dan ga je op kwaliteit opleiden. In Nederland moeten we al geduld hebben met opleiden, maar in dit land is dat nog vele malen erger. Het heeft niets met snappen te maken, maar meer met dat ze het oppikken en er verder mee gaan. Chinezen zijn echt geen domme mensen, je merkt aan alles hier dat ze heel intelligent zijn. We hadden het er afgelopen week toevallig over dat de Chinezen al achter de maan zijn geweest, dat wil toch wel iets zeggen voor zo'n land. Ze hebben potentie om dingen voor elkaar te krijgen, dus waarom dit niet?”