voetbalzone

Nederlands voetbal moet op de schop: ‘Zelf de bal hebben slaat nergens op’

Kevin van Buuren20 mrt 2023, 20:00
Laatst bijgewerkt: 20 mrt 2023, 20:00
Advertentie

Van totaalvoetbal tot anti-voetbal en alles daartussenin. Het binnenslepen van de begeerde drie punten komt al sinds mensenheugenis in allerlei vormen en maten. In de rubriek Stijlfiguren gaat Voetbalzone langs de velden van weleer om fabelachtige formaties en bijzondere spelersrollen onder de loep te nemen. In deze editie: Gegenpressing, de omgekeerde counter die leert voetballen vanuit balverlies, in plaats van balbezit.

Door Kevin van Buuren

Heavy metal-voetbal. Zo omschrijft Jürgen Klopp in 2015 de manier van spelen van zijn ploeg. Op dat moment is hij hoofdtrainer bij Borussia Dortmund, al zal hij ogenblikken later gepresenteerd worden op Anfield Road als manager van Liverpool. Wanneer een journalist hem vraagt naar gelijkenissen met Arsenal-manager Arsène Wenger, zegt Klopp: “Hij houdt van passes. Zo spelen is als een orkest, maar het is stille muziek. Ik hou meer van heavy metal. Ik hou ervan om na de wedstrijd te lezen dat wij meer hebben gerend dan de tegenstander.”

De tactische term blijkt Gegenpressing te heten. Een razendsnelle omschakeling bij balverlies, waarbij de tegenstander direct weer onder druk wordt gezet. “Gegenpressing laat je de bal dichter bij de goal terugwinnen. Eén pass weg van een grote kans. Geen spelmaker ter wereld is zo goed als de juiste Gegenpressing”, legt Klopp uit. Hij wil dat zijn ploeg direct het volume omhoog gooit als de tegenstander de instrumenten nog moet stemmen. Vlak na het veroveren van de bal is er namelijk dát moment. Dat een tegenstander nog niet ingesteld staat op de bal in de ploeg houden. Buitenspelers staan te ver naar binnen. Middenvelders nog niet op hun plek. In dit tijdsvenster is de tegenstander het kwetsbaarst, en worden de meeste doelpunten gemaakt.

voetbalzone

In Nederland krijgt de theorie een term via toenmalig Vitesse-trainer Peter Bosz: ‘de vijfsecondenregel’. Binnen vijf seconden na balverlies, wil Bosz zijn ploeg weer in balbezit zien. Is die kans verkeken, dan dient de ploeg terug te zakken in een verdedigende organisatie, wachtend op een nieuwe kans. Het is als het laten vallen van een snoepje, dat na vijf seconden prooi is voor de bacteriën op de grond en niet meer opgegeten kan worden. Maar al ver voordat counter-pressing een begrip werd, was Nederland onbewust één van de grondleggers van het aanvallend verdedigen. Nadien kwam het via een oranje getint Italië naar Duitsland.

Invloed met Oranje gloed
De voorste linie als je eerste verdediging gebruiken, gebeurde al in het Nederlands elftal van trainer Rinus Michels en sterspeler Johan Cruijff. Misschien is alles waar we nu een naam aan hebben gegeven slechts een deel van dat geheel: totaalvoetbal. “Een bewegingsvoetbal waar posities voortdurend wisselden. Waar aanvallers druk zetten en dus verdedigden en verdedigers opbouwden en dus aanvielen”, beschreef Michels de speelwijze. Beelden van het WK 1974 geven het idee van een soort pupillenvoetbal, waar oranje-spelers als bezetenen massaal achter de bal aanrennen. De tegenstander kan niet anders dan het paniekerig uit handen geven. Van die ruwe vorm van verdedigen wordt een kunst gemaakt, in waar anders dan Italië?

Arrigo Sacchi maakt van 1987 tot 1991 furore bij AC Milan, voordat hij vijf jaar lang bondscoach wordt van Italië. In Inverting the pyramid van Jonathan Wilson beschrijft hij zijn inspiratie. “Nederland in de ‘70’s was adembenemend. Het was een mysterie. De TV was te klein. Ik moest het hele veld zien om te begrijpen wat zij aan het doen waren.” Wanneer hij dat doorheeft en zijn eigen stijl ontwikkelt in Milaan, wint Sacchi de Serie A, de nationale beker en tweemaal de Europacup I. AC Milan, met Frank Rijkaard, Ruud Gullit en Marco van Basten in de ploeg, verovert de wereld met unieke vormen van verdedigen. Nooit eerder vertoond in Italië, zelfs niet in la Grande Inter van Helenio Herrera met het catenaccio. “Zij hadden goede spelers, maar slechts één doel: winnen. Om de geschiedenis in te gaan, moet je niet alleen winnen; je moet entertainen”, zei Sacchi.

voetbalzone

Vervolgens verfijnde hij het totaalvoetbal op Italiaanse wijze: calcio totale. Aanvallend controleert zijn team de bal, verdedigend controleert het de ruimtes op het veld. “Defensief hadden onze spelers vier referentiepunten”, legt Sacchi uit. “De bal, ruimte, directe tegenstander en diens teamgenoten. Eén van de vier bepaalt onze beweging.” Met zijn manier van drukzetten legde hij de opponent zijn wil op. “Ons drukzetten was even psychologisch als fysiek. En we hadden verschillende vormen. ‘Gedeeltelijke pressie’, waar het meer ging om [voor je houden]. ‘Totale pressie’: het winnen van de bal. ‘Schijnpressie’, waar we deden alsof we druk zetten, maar die tijd gebruikten om te herstellen.” Om dat te oefenen gebruikte Sacchi ‘schaduwspelen’, met een denkbeeldige bal en tegenstanders trainde hij te bewegen in harmonie. “Een scout van Real Madrid rapporteerde ooit bij zijn club over ons: ‘Ze speelden een spel met elf spelers op een heel veld, tegen niemand en zonder bal!’”

Klopp’s mentor en de Duitse Professor
Nadat het natuurlijke instinct van Oranje een wetenschappelijke renaissance ondergaat, daalt de theorie neer in Duitsland. Daar krijgt Wolfgang Frank in 1995 de schier onmogelijke taak om FC Mainz voor degradatie uit de Tweede Bundesliga te behoeden. Hij laat zich inspireren door Sacchi en Ajax, omdat hij in 1973/74 bij AZ speelde. Frank introduceerde vier-op-lijn-verdediging. Hij stapte af van een ‘laatste man’, die zo populair was geworden in Italië door Herrera en in Duitsland door libero Franz Beckenbauer. Daarbij was hij één van de officiële pioniers van zoneverdediging, in plaats van het klassieke mandekken. Getuige van die transformatie was een bescheiden middenvelder van Mainz: Jürgen Klopp. “Frank was mijn inspiratie als trainer. Ook al had de tegenstander betere individuen dan wij, als team versloegen we ze. Dat leerde ik van hem”, zou Klopp later over zijn mentor zeggen.

Rond dezelfde periode bouwt ook beginnend trainer Ralf Rangnick aan zijn carrière. Eveneens beïnvloed door Sacchi en het totaalvoetbal populariseert hij voetballen zonder bal als een ware studie. Rangnick is één van de eerste trainers die voetbaltactiek deelt met het publiek. In een beroemde uitzending van ZDF SportStudio in 1998 deelt hij zijn visie op drukzetten met de kijker. De presentator probeert een modelstudent te zijn. Het publiek lacht op momenten ongemakkelijk mee. Gekscherend wordt Rangnick der Professor genoemd. Iemand die in een witte labjas elf mannen achter een bal aan laat rennen. Twee decennia later staat Rangnick bekend om zijn dubbele promotie met Hoffenheim, de organisatorische revolutie bij RB Leipzig, zijn ontwikkeling van Gegenpressing en geldt hij als inspiratie voor trainers als Klopp, Thomas Tuchel en Julian Nagelsmann. Zijn bijnaam verandert niet. Wat wel verandert, is de mate van respect die erachter schuilt.

“Als trainer”, legt hij zijn vak uit, “moet je weten hoe je wil spelen als je de bal hebt. Maar je moet ook een plan hebben als je de bal niet hebt. Wat doen je spelers dan? We haten breedtepasses en terugspeelballen. Zelf de bal hebben slaat nergens op. Vervolgens heb je momenten van transitie: wat gebeurt er als we de bal verliezen, en als we de bal winnen?” Trainers als Klopp en Rangnick baseren hun spel niet op het hebben van de bal, maar op het winnen ervan. “Het gaat niet alleen om de plek waar we die winnen”, zegt Rangnick. “Ook de intensiteit. Hoe agressiever we zijn als we de bal afpakken, des te meer intensiteit en tempo er in onze tegenaanval volgt.”

Moet de Nederlandse speelstijl op de schop? De Hollandse school gaat vaak uit van het hebben van balbezit. Cruijff zei nou eenmaal: “Als je de bal niet hebt, ken je niet scoren.” Al bedoelde hij daar misschien niet mee dat je de bal zoveel mogelijk moet bezitten. Je hoeft ‘m alleen maar op het goede moment over te nemen van de tegenstander. Een omgekeerde counter. Waar je niet wacht tot je de bal hebt om aan te vallen, maar je als verdedigende ploeg de wedstrijd dicteert. Voor de Duitsers zit er in ieder geval toekomstmuziek in het voetballen zonder bal. Daarmee worden wedstrijden gewonnen. Niet met zorgvuldig opgebouwde symfonieën, maar met harmonieuze heavy metal. De knop om, en met maximaal volume vooruit.