voetbalzone

Nederlanders kunnen niet terugkeren

Ping Uinit27 apr 2010, 15:39
Laatst bijgewerkt: 27 apr 2010, 15:39
Advertentie

Het klinkt zo mooi: Een speler begint zijn carrière als jonkie bij een mooie club, leert daar veel, groeit uit tot een dragende speler en komt hierdoor in beeld bij verschillende topclubs. Het publiek gunt hem deze kans en bij zijn afscheid komen de woorden: ik kom terug om mijn carrière hier af te sluiten! Met een beetje mazzel en vooral goed voetbal komen er nog een aantal goede clubs met goede contracten en dan komt het moment waarop de oude club heeft gewacht. De speler is ondertussen 30+ en volgens de publieke opinie hoeft hij niet meer voor het geld te voetballen, dus de tijd is gekomen voor de ‘come back’. Hier beleeft de speler nog enkele mooie jaren en stopt dan met een goed gevoel met voetballen.

Helaas voor alle Nederlanders, dit is alleen weggelegd voor buitenlandse spelers en vooral clubs en publiek. Wij Nederlanders hebben niet de verafgoding voor terugkomende sterren die het publiek in het buitenland wel heeft. Mooie huidige voorbeelden van dit verhaal zijn bijvoorbeeld Rui Manuel César Costa (kortweg Rui Costa) en Hernan Crespo. Rui Costa maakte de overgang van het grote Milaan naar zijn Benfica, heeft nog twee jaar daar zijn wedstrijden gespeeld en is nog steeds een held in Lissabon, ondanks dat hij zijn topniveau logischerwijs niet meer bezat. Crespo werd tien jaar geleden een bekende voetballer door zijn goals bij AC Parma en nu op 34-jarige leeftijd speelt hij zijn wedstrijden onder luid applaus want niemand in Parma is vergeten wat hij heeft bereikt. Het mooie aan deze voorbeelden is dat het verwachtingspatroon samen past met de leeftijd van de speler. Niemand verwacht van Crespo dat hij de 100 meter sprint, wint van een verdediger en de bal dan achter zijn standbeen over de keeper schiet, het publiek verwacht een ervaren speler die waar hij kan de leiding neemt, veel oog heeft voor zijn medespelers en vaak puur op ervaring zijn team helpt. Een ouwe rot die zijn verantwoordelijkheid pakt en zowel binnen als buiten de lijnen een perfect uithangbord is voor de club.

In Nederland zijn wij niet zo geïmponeerd door een speler zijn palmares, Hollandse nuchterheid vaak met de woorden “eerst nog maar is zien of hij het niveau nog aankan”. De naam Jaap Stam wordt nog steeds met bewondering uitgesproken in Manchester en Milaan maar in Amsterdam (en de rest van Nederland) heeft men alleen maar onthouden dat hij niet zo snel meer was, eigenlijk weinig toevoegde en toch weleens gepasseerd werd door jonge honden. Dat is toch niet vreemd voor een voetballer van toen 33 jaar. Na twee mindere wedstrijden in Nederland weet niemand meer iets positiefs te vertellen over deze ouwe rot en dat is toch jammer. Patrick Kluivert was een ster in Barcelona maar een anonieme bankzitter bij PSV, Roy Makaay is nog steeds een held in München maar hier maken we enkel grappen over de spits en Edgar Davids veranderde van een Turijns Pitbull naar een Amsterdamse schoothond die getreiterd werd door de media omdat het niet meer was wat het daarvoor was. De gebroeders Frank en Ronald de Boer zochten om deze reden (oja, en ook nog wat geld) liever het publiek van Qatar op want die blijven wel juichen na één slechte bal. Dennis Bergkamp begon er ook niet aan, die kon ook alleen maar vallen in populariteit. Waardig afsluiten op de plek waar het begon is moeilijk met een dusdanig kritisch en vaak cynisch publiek (en uiteraard de media niet te vergeten).

Ik zeg niet dat wij Nederlanders niet kritisch mogen zijn op terugkerende voetballers en ook zeker niet dat er geen gevallen zijn waar een speler wel geëerd werd (zoals Philip Cocu bij PSV). Ik opper voor meer respect voor wat de speler heeft bereikt in zijn loopbaan. De Nederlandse competitie staat op een dusdanig niveau dat een speler pas terugkomt als hij echt niet meer zijn topniveau heeft en niet eerder. Een terugkerende ster moet een beetje extra krediet hebben, misschien zullen meer sterren hierdoor terugkomen stijgt het niveau van de competitie nog een beetje. Ere wie ere toekomt, ook in mindere tijden.