Nederlanders beleven droomseizoen in Italië: ‘Je hebt Juve, Napoli en dan wij’
Dankzij een 3-1 overwinning op Sassuolo verzekerde Atalanta zich zondagavond van de derde plaats in de Serie A en daarmee een ticket voor de groepsfase van de Champions League. Dat la Dea volgend seizoen het miljardenbal ingaat, konden Marten de Roon en Hans Hateboer na afloop van de laatste competitiewedstrijd maar moeilijk bevatten.
“Je hebt Juventus, Napoli en dan komen wij. Ongelooflijk toch. Nu mogen we een te gek feest gaan vieren. Ik kan niet wachten om naar de stad te gaan om te zien hoe de mensen dit feest vieren”, zegt Hateboer in gesprek met het televisiekanaal van Atalanta. De Roon spreekt van een beloning voor ‘alle spelers, de staf en de fans’. “We zijn als team gegroeid in het seizoen, dat is iets om trots op te zijn. Dit was de droom van iedereen, we hebben het maximale eruit gehaald.”
"Maak jullie paspoorten klaar, want we gaan naar een andere kant van Europa. Richting de grootste stadions. Dit is een geweldig resultaat voor de club, voor Bergamo. Dit is een beloning voor de stad, we hebben bewezen dat we op deze plaats kunnen blijven. Jullie hoeven mij niet te bedanken, maar de spelers. We trainen al sinds juli, we zijn niet gestopt”, zo voegt trainer Gian Piero Gasperini toe tijdens de persconferentie, waar hij geciteerd wordt door verschillende Italiaanse media. De oefenmeester wordt in verband gebracht met een vertrek bij Atalanta.
“We gaan eerst feesten, daarna praten we hierover. Ik heb bepaalde ideeën over voetbal en ben blij dat die hier heb kunnen delen, we doen alles samen. Niemand had verwacht dat we dit konden bereiken. Het belangrijkste is dat we dezelfde ideeën hebben”, vervolgt de trainer van Atalanta. “We moeten nu onze selectie voorbereiden, want we willen onszelf niet voor gek zetten in de Champions League. Deze derde plaats was volledig verdiend en het mooiste is dat we zoveel mensen gelukkig hebben gemaakt. Het verlies in de finale van de Coppa Italia is nog steeds een open wond en daar kan ik niet over praten.”