Nederland wint dankzij specialiteit: ‘Het is gewoon een kracht van ons’
Het vele trainen op spelhervattingen werpt op het WK in Frankrijk zijn vruchten af voor de Nederlandse voetbalsters. De ploeg van bondscoach Sarina Wiegman dankte de winst in de kwartfinale op Italië (0-2) aan rake kopballen van Vivianne Miedema en Stefanie van der Gragt, steeds na een vrije trap van Sherida Spitse.
“Een standaardsituatie is gewoon een kans, we doen er alles aan om die dan te verzilveren”, zei Spitse, die in de gewonnen groepswedstrijd tegen Canada (2-1) ook al een doelpunt inleidde met een vrije trap, in gesprek met het ANP. “Die spelhervattingen zijn gewoon een kracht van ons.”
“Die ballen werden fantastisch binnen gekopt. We hebben goede koppers in de 'box', maar alles moet dan wel goed uitgevoerd worden. Als ik de bal te zacht geef of zij timen verkeerd, dan lukt het niet”, vervolgde Spitse. “Zelf kreeg ik ook nog een kans uit een vrije trap. Jammer dat die er niet in ging. Dan maar twee assists.”
Voor Daniëlle van de Donk was het bereiken van de halve finales bijna een bijzaak. Er stond ook een ticket voor de Olympische Spelen op het spel: Oranje schaarde zich bij de beste drie Europese landen op het toernooi, waardoor het naar Tokio mag. “Ik had zo'n wil om te winnen”, zei Daniëlle van de Donk tegen de NOS. “Ik word 28, als ik het een keer wilde halen, was dat wel nu. En dat hebben we gelukkig gedaan.”
Jackie Groenen kwam niet ongeschonden uit de strijd. “Ze hebben wel flink geschopt, ja”, beaamde de middenveldster in gesprek met Voetbal International. “Ik heb een paar blauwe plekken. Soms stapten ze echt door, dat ik dacht: jammer dat ze dit doen. Maar het hoort er ook bij. Het was een beetje een "do or die-wedstrijd", dan weet je dat er op een gegeven moment flink doorgepakt wordt.”