Nederland verliest net als in 1988 EK-openingsduel

Het Nederlands elftal heeft zichzelf zaterdag een slechte start bezorgd op het EK in Polen en Oekraïne. Denemarken was dankzij een doelpunt van ex-Ajacied Michael Krohn-Dehli met minimaal verschil te sterk: 0-1. De laatste keer dat Oranje het openingsduel op een EK verloor, was in 1988 tegen de Sovjet-Unie. Toen stond Nederland aan het eind van de rit wel met de beker in de handen.

Nederland had in het eerste kwart van de wedstrijd niets te duchten van de Denen. De manschappen van Bert van Marwijk kregen enkele halve kansen tegen de ploeg van Morten Olsen. Jetro Willems, de jongste EK-speler aller tijden, schoot vanuit de tweede lijn over, Ibrahim Afellay volleerde al vallend naast en Robin van Persie schoof de bal voorlangs. Na achttien minuten werd de beste mogelijkheid genoteerd. Robben snelde weg na een vloeiende combinatie over rechts, maar na zijn lage en gevaarlijke voorzet beschermde Lars Jacobsen zijn doelman voor doelgevaar.

Nederland had de wedstrijd in de hand en het oranjegekleurde Metalist Stadion viel na een kwart wedstrijd spelen dan ook doodstil. De Deense aanval leek spaak te lopen, maar Krohn-Dehli stuurde zowel John Heitinga als Mark van Bommel met een sleepbeweging het bos in, om vervolgens Maarten Stekelenburg te poorten: 0-1. Het geloof bij Denemarken groeide, ook omdat zij nog nooit een EK-duel verloren waarin het de score opende. Nederland oogde aangeslagen na de achterstand en liet zich in aanvallend opzicht lang niet meer zien op het betrekkelijk stroeve veld in Charkov.

Tien minuten voor rust kreeg Nederland zijn grootste kans in de schoot geworpen door Stephan Andersen. De keeper leverde de bal in bij Robben, die na enkele meters vanaf zestien meter op de buitenkant van de paal schoot. In de eindfase van de eerste helft ontwikkelde er zich een open wedstrijd met kansen voor beide partijen. Afellay schoot na een solo kruiselings over en Krohn-Dehli liet Stekelenburg nog strekken. Vlak voor de pauze had Oranje op gelijke hoogte moeten komen, maar na een pass van de jarige Wesley Sneijder was de aanname van Van Persie te beroerd om Andersen te kunnen kloppen.

Net als in het eerste bedrijf begon Nederland dominant, na rust. Robben schoot een van richting veranderde poging over en Van Persie trapte eenmaal in het luchtledige, om later andermaal Andersen op zijn weg te vinden. De sluitpost werd even later ook nog onder vuur genomen door Mark van Bommel; diens poging bokste hij ternauwernood naast. Oranje zocht nadrukkelijk de gelijkmaker, maar toch bleef het waken voor de snelle uitbraken van Denemarken. Bij balverlies metselden de Scandinaviërs een witte onbuigbare muur in de afweer.

In het drukkend warme Charkov was Nederland te slordig in de passing en onzorgvuldig in de voorhoede. Twintig minuten voor tijd lieten de Denen zich weer gelden voor het doel van Stekelenburg. Krohn-Dehli kapte naar binnen en testte de vuisten van de sluitpost. Van Marwijk moest iets forceren in zijn vijftigste interland en bracht Rafael van der Vaart, Dirk Kuyt en Klaas-Jan Huntelaar in het veld. Laatstgenoemde was een kwartier voor tijd dichtbij, maar zijn stiftje was een prooi voor Andersen. De Denen bogen ook in de slotminuten niet voor Nederland. Het is voor Oranje nu dus te hopen dat er zich eenzelfde scenario voltrekt als in 1988.

Bekijk hier de samenvatting van Nederland - Denemarken: