Nederland op plaats zes met 165 miljoen euro aan transferinkomsten
De balans kan worden opgemaakt na het sluiten van de zomerse transfermarkt. De Nederlandse clubs hebben in de op 31 augustus afgesloten transferwindow omgerekend 165 miljoen euro verdiend aan de verkoop van spelers, zo is dinsdag duidelijk geworden. Nederland staat hiermee wereldwijd gezien op de zesde plaats wat betreft inkomsten, achter de toplanden Duitsland (390 miljoen), Frankrijk (385 miljoen), Engeland (345 miljoen), Italië (344 miljoen) en Spanje (219 miljoen euro). Er is gekeken naar de periode tussen 1 juni en 31 augustus.
De FIFA kwam voor het tweede jaar op rij met een analyse over de financiën in de zomerse transferperiode op de proppen. In het rapport valt te lezen dat er in totaal 7748 spelers van club wisselden in de transferwindow, ongeveer vergelijkbaar met een jaar geleden. In 2019 wisten nog 9000 spelers in de zomer een nieuwe club te vinden. Volgens de FIFA is het aantal in de afgelopen twee jaar gedaald vanwege de gevolgen van de coronacrisis.
De coronapandemie heeft ook flinke gevolgen voor de uitgaven die de clubs in aanloop naar een nieuw seizoen doen. In 2019 werd er omgerekend nog voor ruim vier miljard euro geld uitgegeven aan nieuwe spelers. Vorig jaar, toen de coronacrisis net enkele maanden actueel was, kwam het totaalbedrag uit op 3,7 miljard euro. Uit de analyse over de meest recente transferperiode komt voor 2021 3,1 miljard euro naar voren.
De Europese clubs zorgen in totaal voor negentig procent van de transferuitgaven. De Engelse clubs gaven afgelopen zomer het meeste geld uit aan nieuwe spelers: omgerekend 970 miljoen euro. Nederland bezet wat betreft transferuitgaven de tiende plaats met een totaalbedrag van 53,6 miljoen euro, terwijl er dus voor 165 miljoen euro aan spelers werd verkocht. In het internationale vrouwenvoetbal wisselden 567 speelsters van club, een stijging van 9 procent. De bedragen liggen echter een stuk lager, want in totaal werd iets meer dan een miljoen euro uitgegeven aan transfers.