Nederlaag en schade voor Spanje op Italiaanse bodem
Voor het eerst in negentien jaar tijd is Italië erin geslaagd om een regerend wereldkampioen te verslaan. De wereldkampioen van 2006 was woensdag met nipt verschil te sterk voor de huidige wereldkampioen, Spanje: 2-1. Ofschoon beide teams aan elkaar waren gewaagd en het duel in de slotfase alle kanten op kon, trokken de Italianen aan het langste eind. Het is voor het eerst dat Raúl Albiol een interland niet wint: één nederlaag in 28 interlands. Barcelona en Chelsea zullen zich zorgen maken over de blessures van Gerard Piqué en Fernando Torres.
Italië startte uitstekend aan de krachtmeting in Bari door Spanje meteen onder druk te zetten. Een inzet van Domenico Criscito in de vierde minuut ging tegen de paal en was ook voorbode van de verdiende openingstreffer van de Italianen, zeven minuten later. Na een uitstekende pass van Criscito werkte Riccardo Montolivo de bal beheerst over Iker Casillas heen: 1-0. Het was niet de enige domper voor de wereldkampioen in de beginfase. Torres moest zich niet veel later door Fernando Llorente laten vervangen in verband met een hoofdblessure en misselijkheid.
Naarmate de eerste helft vorderde kwam Spanje ietwat meer in haar ritme. Pogingen van David Silva en Javi Martinez leverden echter geen doelpunt op. Terwijl Spanje op op basis van balbezit probeerde om een gelijkmaker te forceren, gokte Italië via een counter op de 2-0. Het was aan Casillas en Albiol te danken dat Giuseppe Rossi niet voor de tweede treffer zorgde. In de 37e minuut kwam Spanje toch op gelijke hoogte. Giorgio Chiellini belemmeerde Llorente in het zestienmetergebied en Xabi Alonso schoot de bal vanaf elf meter achter Gianluigi Buffon.
Spanje ontsnapte in de slotfase van de eerste helft aan een achterstand. Casillas stond met een uitstekende redding een doelpunt van Antonio Cassano in de weg en even later was il Pibe de Bari ook niet met een kopbal trefzeker. Ook Piqué haalde de rust niet. Hij moest zich laten vervangen door Sergio Busquets. Del Bosque bracht na rust onder meer David Villa in het veld en el Guaje liet zich meteen gelden met een inzet vanaf veertig meter, zonder resultaat. Na een uur spelen kreeg Llorente een mogelijkheid, maar het was niet de avond van de Bask. Cesara Prandelli koos enkele minuten eerder voor het inbrengen van onder meer Mario Balotelli.
Spanje drong meer aan en met name de wisselwerking tussen Villa en Silva, die samen bij Valencia actief waren, zorgde voor hoofdbrekens bij de Italianen. Llorente, Xabi Alonso, Silva en Villa kregen de bal echter niet achter Buffon, die daarna ook hulp kreeg van Llorente. De aanvaller stond in de weg toen Juan Mata voor de 1-2 leek te zorgen. Zes minuten voor tijd viel de winnende treffer van Italië. Een schot van Alberto Aquilani werd door Albiol van richting veranderd en stelde Victor Valdés niet meer in staat om een doelpunt te voorkomen: 2-1. In de slotfase kon het duel nog alle kanten op. Wederom Silva en Villa lieten na om te scoren, terwijl Valdés niet toestond dat Balotelli voor een 3-1 eindstand zou zorgen.