voetbalzone

‘Natuurlijk zou ik tekenen als Ajax me terugwil, het is nog steeds mijn club’

Thijs03 mei 2020, 12:41
Laatst bijgewerkt: 03 mei 2020, 12:41
Advertentie

Mees de Wit gold in de jeugd van Ajax als een groot talent, maar kwam nooit verder dan het beloftenelftal. Sporting Portugal pikte hem in de zomer van 2018 transfervrij op en dat was het begin van een enerverend avontuur in Zuid-Europa, dat nu tijdelijk is onderbroken door de uitbraak van het coronavirus. In Nederland maakt de nu 22-jarige vleugelaanvaller plannen voor zijn toekomst, die hij ondanks diverse tegenslagen nog altijd zonnig inziet.

Door Thijs Verhaar

“Pff, ja. Ik heb echt geluk gehad”, verzucht De Wit in gesprek met Voetbalzone. De opluchting is bijna voelbaar door de telefoon. Als hij begin maart niet toevallig even op familiebezoek bij zijn vader was gegaan, had hij nu in zijn eentje vastgezeten in Spanje, waar hij sinds januari als huurspeler van Sporting Portugal actief was bij derdeklasser Orihuela. “Dan had ik echt helemaal niemand gehad. Hier in Weesp heb ik gelukkig vrienden en familie om mij heen.” Ook biedt de intelligente lockdown hem de mogelijkheid om met zijn personal trainer te werken aan zijn conditie in het Amsterdamse bos, hoewel zijn seizoen ten einde is.

“Mijn teamgenoten in Spanje stuurden een berichtje in de groepsapp met de mededeling dat de competitie niet meer wordt hervat. Zonde, want ik had het er goed naar mijn zin, genoot van het avontuur.” De Wit vergelijkt de omstandigheden bij zijn tijdelijke werkgever met het tweede niveau van Nederland. Net als hier is de competitie in Spanje een mix van jong en oud, want de reserveploegen van diverse topclubs zijn actief in de Segunda División B. “Dan kom je dus ook Barcelona tegen bijvoorbeeld. Dat was top om mee te maken. Zij hebben net als veel andere tegenstanders veel goede jeugdspelers rondlopen. Ik denk dat het niveau daarom net iets hoger is dan in de Keuken Kampioen Divisie.”

Toch kon De Wit er slechts zeventien minuten van genieten, want hij mocht maar een keer invallen sinds hij er in de winterstop werd gestald door Sporting. “In Portugal zat speeltijd er niet in en Orihuela staat laatste, dus was de afweging dat ik veel minuten zou krijgen”, legt hij uit. Dat de ploeg zonder echte buitenspelers aantreedt, werd door zijn eigenlijke werkgever niet als een belemmering gezien. “Eigenlijk speelt de coach heel behouden, dus is het niet geschikt voor mijn spel. Toch probeerde ik me zo goed mogelijk aan te passen, maar net toen ik dichterbij de basis kwam, brak de coronacrisis uit. Anders had ik misschien meer kunnen laten zien. Nu moet ik afwachten wat er gaat gebeuren, maar ik ben eigenlijk wel even klaar met het buitenland.”

voetbalzone

In principe dient De Wit na dit seizoen weer terug te keren bij Sporting Portugal, waar hij nog één jaar onder contract staat. Zelf hoopt hij echter dat de Portugese grootmacht hem laat gaan naar een Nederlandse club, waar hij zijn potentie eindelijk waar hoopt te maken na twee weinig succesvolle jaren in het buitenland. “Helemaal mislukt wil ik het niet echt noemen, maar ik had wel veel meer willen spelen. In ieder geval neem ik al deze ervaringen met me mee. Ik weet nu dat ik mezelf overal kan redden en ben er financieel ook niet slechter van geworden. Nu is het tijd om mezelf op het veld te laten gelden.”

Je wilt het liefst in Nederland blijven. Op welk niveau hoop je in te stromen?
“Ik vind het lastig om te zeggen op welk niveau ik op dit moment thuishoor. Ik hoop in ieder geval ergens in de Eredivisie aan de slag te kunnen en mijn zaakwaarnemers zijn daar ook mee bezig. Ik kan echter nog niet zeggen welke clubs dat eventueel zijn, want er staat nog niets op papier en het is in deze tijd voor clubs ook lastig om vooruit te kijken. Als voordeel heb ik wel dat ik ook als opkomende linksback goed uit de voeten kan, maar ik denk dat mensen mij in Nederland vooral als vleugelspeler zien. Ik heb echter in Portugal geregeld linksachter gestaan en daar voel ik me ook heel goed bij. Die positie is echt top voor mijn kwaliteiten en een coach kan me natuurlijk ook altijd inzetten als linksbuiten of rechtsbuiten. Als ik maar lekker kan voetballen.”

Vorig jaar liep je al stage bij PEC Zwolle en in jouw tijd bij Ajax hebben Sparta Rotterdam en Willem II ook wel eens naar jou geïnformeerd. Moeten we het in die hoek zoeken?
“Ik heb daar inderdaad een poosje meegetraind. Voor mijn gevoel ging het goed, maar ik heb er geen wedstrijd kunnen spelen omdat het seizoen al begonnen was. Daarom is er uiteindelijk niets uitgekomen, maar wie weet wat er deze zomer gebeurt. Die andere twee zijn ook mooie clubs, maar nogmaals: ik moet afwachten hoe het in deze coronatijd allemaal gaat en ga geen namen noemen tot ik iets concreets heb. Ik hoop snel meer te weten.”

voetbalzone

Sporting staat bekend als een lastige onderhandelingspartner. Verwacht je dat ze je laten gaan?
“Met Bas Dost en Luc Castaignos hebben ze zich destijds heel moeilijk opgesteld, maar zij zaten bij de A-ploeg. Ik weet niet hoe dat gaat met jeugdspelers. Ik heb er in ieder gevoel heel veel zin in om straks eindelijk weer veel wedstrijden te spelen en die kans acht ik bij Sporting niet groot. Ik ben nu 22 jaar en met mijn leeftijd moet je gewoon elke week wedstrijden spelen om beter te worden. Daarom hoop ik dat ze mee willen werken als er deze zomer een mooie club voor mij komt.”

Hoe ben je eigenlijk in Portugal terecht gekomen? Als transfervrije jeugdspeler van Jong Ajax had je vast wel opties dichter bij huis...
“Klopt, haha. Destijds belde Benfica voor mij en ook FC Porto had vage interesse, maar zij pakten niet door, terwijl Sporting wel meteen heel concreet was. Ik ben ook nog op stage geweest bij Hellas Verona in Italië en bij Wolverhampton Wanderers. Die ploeg vond mij met mijn toen twintig jaar echter al te oud om te rijpen in de jeugd, dus ketste dat af. Tot slot waren er ook wel wat clubs uit Nederland die mij wilden, maar dat sloot niet aan bij het plaatje wat ik toen in mijn hoofd had.”

In je eerste maanden bij Sporting speelde je veel en daarna was het opeens over. Wat ging er mis?
“Ik begon inderdaad goed en hield dat niveau ook vast, maar de presidentswissel heeft niet goed uitgepakt voor mij. Hij stelde andere mensen aan en zij zagen het niet in mij zitten. In totaal heb ik in één jaar tijd daar vijf trainers gehad en daarvan gaven slechts twee kansen aan mij. De laatste zeker niet, dus heb ik vorig jaar bijna niets gespeeld. Dan zat ik vijf uur in de bus voor een wedstrijd en mocht ik weer niet meedoen. Toen vroeg ik mezelf wel echt af wat ik daar nog deed. Een verhuuroptie was daarom het beste, dus ging ik akkoord met Orihuela.”

voetbalzone

Ruim vijf jaar geleden zag het er niet naar uit dat De Wit als talentvolle jeugdspeler van Ajax in de derde divisie van Spanje zou belanden, maar een grote doorbraak in Amsterdam bleef uit. Waar hij in de Onder-18 en Onder-19 nog vaak speelde en met zijn goals en assists ook geregeld belangrijk was, namen zijn kansen steeds meer af naarmate de hoofdmacht naderde. Ajax kocht het Noorse talent Dennis Johnsen, inmiddels verhuurd aan PEC Zwolle, in 2017 over van sc Heerenveen en hij kwam direct voor De Wit in de pikorde bij Jong Ajax.

“Ik weet niet of dat terecht was. Voor mijn gevoel deed ik het niet slecht, maar hij had twee miljoen euro gekost en bleef kansen krijgen. Ik heb uiteindelijk maar vijf wedstrijdjes in Jong Ajax gespeeld voor ik vertrok. Ach ja, misschien had ik zelf ook nog meer moeten doen”, memoreert De Wit. “Ik kan het in ieder geval niet meer terugdraaien. Ik vond het alleen niet eerlijk dat ik geen profcontract kreeg toen ik het tweede elftal bereikte. Ajax gaf me niet meer dan een prestatiecontractje van een jaar om te zien hoe ik het zou doen bij Jong Ajax. Noussair Mazraoui zat echter in hetzelfde schuitje als ik en hij heeft het wel gered, dus het had wel gekund.”

De Wit kreeg in zijn laatste maanden echter geen speeltijd meer en een vertrek door de achterdeur was in de zomer van 2018 het onvermijdelijke gevolg. Desondanks spreekt hij met geen kwaad woord over de Amsterdammers, die hij nog altijd op de voet volgt. De Wit zegt bijvoorbeeld ‘heel trots’ te zijn op Mazraoui, die het vorig seizoen tot de halve finale van de Champions League schopte. “Dat gun ik hem enorm. Nous heeft er keihard voor geknokt en is wat dat betreft echt een voorbeeld. Ik vond het prachtig om hem op dat niveau te zien schitteren en blijf hopen dat ik zelf ook ooit zo ver kom, zij het met een omweg. Voor nu is het echter vooral belangrijk dat ik weer veel ga spelen.”

De Wit mikt in eerste instantie op een club in het rechterrijtje van de Eredivisie en wil vanuit daar verder bouwen. “Als ik daar twee goede jaren draai, kan ik misschien door naar de subtop en wie weet wat er daarna mogelijk is. Ajax? Natuurlijk zou ik daar gelijk tekenen als ze me ooit terug willen, want het blijft mijn cluppie.” Toch blijft ook het buitenland lonken, al zoekt hij het voorlopig dichter bij huis. “Iedereen droomt ervan om bij Barcelona te voetballen, dus ik ook. Je moet echter ook realistisch zijn en ik weet nu dat ik er goed aan doe om in Nederland te spelen. Ik weet dat ik het nog steeds in me heb om een meerwaarde te zijn in de Eredivisie. Nu is het wachten op een kans om dat te bewijzen.”