‘Natuurlijk deed dat vertrek pijn, want Feyenoord is mijn boyhood-club’
Crysencio Summerville heeft de smaak te pakken in Engeland. De 21-jarige Rotterdammer scoorde in zijn laatste drie Premier League-wedstrijden voor Leeds United en lijkt definitief door te breken op Elland Road. In een uitgebreid interview met De Telegraaf zegt de pijlsnelle vleugelaanvaller meer ambities te hebben. “Eén doel van mezelf is dat ik op de lange termijn bij de betere spelers van Europa wil horen.”
Summerville vindt dat hij met die doelstelling niet te ambitieus is. “Ik denk dan: je mag toch gewoon dromen en daarnaartoe werken?” De rechtspoot verliet Feyenoord in september 2020 voor slechts 1,5 miljoen euro. Inmiddels staat hij al op negentien officiële wedstrijden voor Leeds, waarin hij drie keer trefzeker was. In het beloftenelftal heeft hij ook indrukwekkende statistieken achter zijn naam staan: in dertig wedstrijden was Summerville veertien keer trefzeker en fungeerde hij twaalf keer als aangever.
Op 29 oktober maakte Summerville de winnende goal uit bij Liverpool (1-2). Dat moment zal hij de rest van zijn leven bij zich dragen. “Ik heb die goal op Anfield tientallen keren teruggekeken en krijg nog steeds kippenvel. Daar is weer zo’n mooi moment bovenop gekomen op ons eigen Elland Road. Onbeschrijflijk. Ik geloof heel erg in God en denk dat alles gebeurt met een reden. Spelen op Anfield, daar scoren en ook nog de winnende, dat is gewoon een jongensdroom.”
Voor Summerville voelde het alsof niet iedereen in De Kuip overtuigd was van zijn kwaliteiten. “Misschien was ik op dat moment nog niet dát talent in hun ogen. Of ik het ooit als last heb ervaren dat mensen mij te licht vonden? Nee, ik vond het meer jammer, want ik geloof in mezelf. Daarom ben ik blij dat ik nu op het hoogste niveau in Engeland aan de wereld kan laten zien wat ik kan.” Wel blijft hij het zonde vinden. “Natuurlijk deed dat vertrek pijn, want Feyenoord is mijn boyhood-club, ik liep er vanaf mijn zesde rond. Misschien komen we ooit weer terug bij elkaar. Zeg nooit nooit.”