Napolitaan ‘belazerd’: ‘Sarri hield me weg bij mijn zoon voor reservebeurt’
Kalidou Koulibaly speelt donderdagavond met Senegal op de Afrika Cup tegen Algerije. De verdediger speelt in clubverband al vijf jaar bij Napoli en kreeg in januari 2016 een opmerkelijke aanvaring met trainer Maurizio Sarri. "We waren bezig met een videoanalyse, toen mijn zwangere vrouw belde en zei: 'Je moet nu komen. Onze zoon is op komst'", begint de mandekker te vertellen op de website The Players' Tribute.
"Onze manager was toen Sarri, een hele 'intense' man, dus ik wilde eerst niet eens opnemen", aldus Koulibaly, die graag naar zijn zwangere vrouw wilde. Die avond stond de wedstrijd tussen Napoli en Sassuolo op het programma. "Ik ging naar Sarri en zei: 'Meneer, het spijt me, maar ik moet nu gaan! Mijn zoon komt!' Sarri keek me aan en zei: 'Nee, nee nee. Ik heb je vanavond echt nodig, Kouli. Je kan niet weg." Uiteindelijk liet de coach zijn pupil toch gaan, op voorwaarde dat hij op tijd terug zou zijn voor de wedstrijd die avond.
Om half twee die middag werd Koulibaly's zoon geboren. "We hebben hem Seni genoemd. Het was de mooiste dag uit mijn leven", zegt de 28-jarige centrumverdediger, die zich terug haastte naar zijn club. "Ik wilde mijn ploeggenoten niet teleurstellen. Toen kwam ik de kleedkamer binnen en zette Sarri de opstelling op het bord. Ik zocht en ik zocht, maar mijn rugnummer stond er niet bij. Ik zei: 'Meneer, is dit een grap?' Hij reageerde: 'Wat bedoel je? Dit is mijn keuze.'
Koulibaly was verbijsterd. "Hij zette me op de bank! Ik zei: 'Meneer, mijn zoon! Mijn vrouw! Ik heb ze verlaten! Je zei dat je me nodig had!' Hij zei: 'Ja, we hebben je nodig op de bank.' Zoveel drama en toen mocht ik niet eens starten! Als ik er nu over nadenk, kan ik erom lachen. Maar op dat moment kon ik wel janken. Misschien klinkt dit als een negatief verhaal, maar voor mij vat het samen waarom ik van Napoli houd. Als ik dat moet uitleggen, zul je het niet begrijpen."
De Senegalees international gaat ook in op zijn ervaringen met racisme. "De eerste keer dat ik echt met racisme te maken kreeg, was een paar jaar geleden tegen Lazio", vertelt Koulibaly. "Elke keer dat ik de bal had, hoorde ik de fans apengeluiden maken. Het is onmogelijk om te weten wat je op zo'n moment moet doen. Er waren momenten dat ik het veld af wilde lopen, maar op dat moment zei ik tegen mezelf: 'Dat is precies wat ze willen'. Ik herinner me dat ik dacht: 'Waarom doen ze dit? Omdat ik zwart ben? Is het niet normaal om zwart te zijn in deze wereld?'"
"Bij het laatste fluitsignaal liep ik naar de tunnel en ik was heel, heel boos. Maar toen herinnerde ik me iets belangrijks. Voor de wedstrijd had ik een kleine jongen, die met me mee liep naar het veld, mijn shirt beloofd. Dus ik ging terug om hem te zoeken. Raad eens wat hij tegen me zei toen ik hem vond? 'Het spijt me heel erg wat er is gebeurd.' Dat raakte me heel erg. Deze kleine jongen bood zijn excuses aan voor volwassen mannen. Ik zei tegen hem: 'Het maakt niet uit, bedankt. Ciao", besluit Koulibaly.