Napoli snoept punten af van Man City, Bayern wint weer eens in Spanje
Manchester City draait in de eigen Premier League weergaloos, maar het was nog de vraag of de puissant rijke Citizens dit niveau ook in Europa konden laten zien. De ploeg van manager Roberto Mancini werd ingedeeld in de ‘groep des doods’ en speelde woensdagavond in eigen huis met 1-1 gelijk tegen het lepe Napoli. Viervoudig kampioen Bayern München begon het avontuur in Groep A wel met de volle score: de Zuid-Duitsers wonnen na vijf verliespartijen weer eens op Spaanse bodem en verschalkten Villarreal met 0-2.
Manchester City – Napoli 1-1
Voor het eerst in 43 jaar mocht Manchester City het weer eens proberen op het hoogste niveau in Europa. Vooral spits Edin Dzeko, tot zijn ongenoegen afgelopen weekend nog op de reservebank, had er zin in en toonde zich diverse keren voor het doel van Napoli-sluitpost Morgan De Sanctis. De Napolitanen verdedigden echter uitstekend en hadden bovendien geluk dat een knal van de Bosniër rakelings naast vloog. Ook Samir Nasri schoot naast, terwijl de Italianen aan de andere kant gevaarlijk werden via counters met de levensgevaarlijke spitsen Ezequiel Lavezzi en Edinson Cavani.
Omdat Marek Hamsík en Yaya Touré de lat raakten gingen de ploeg na een entertainende eerste helft rusten zonder doelpunten. The Citizes gingen na de pauze door met proberen, maar het bleef opletten en Vincent Kompany moest een doelpunt van de bezoekers voorkomen met een redding op de lijn. Niet veel later was het wel raak: Christian Maggio veroverde de bal, stuurde sluipschutter Cavani weg die door de benen van doelman Joe Hart binnenschoot. Aleksandar Kolarov bezorgde de fans toch een aardige avond door een vrije trap binnen te schieten, al had de verdediger het geluk dat De Sanctis niet daadkrachtig genoeg ingreep.
Villarreal – Bayern München 0-2
In de ‘groep des doods’ begon Bayern München, viervoudig kampioen van Europa, met een lastige uitwedstrijd tegen Villarreal. De Duitsers wisten dat de laatste vijf Champions League-wedstrijden op Spaanse bodem verloren gingen, maar schoten uit de startblokken en grepen al na zeven minuten de leiding. Op aangeven van Franck Ribéry, de zesde assist op rij in een uitwedstrijd voor de Fransman, tekende Toni Kroos voor de openingstreffer: de jonge Duitser schoot het speeltuig met binnenkant voet in de verre hoek.
De thuisploeg (met Jonathan de Guzmán in de basis) speelde geen beste eerste helft en ook na de onderbreking bleef der Rekordmeister de betere partij. Na al een aantal aardige kansen om zeep te hebben geholpen zorgde Rafinha voor opluchting door de tweede binnen te knallen. De aanwinst ontving de bal van Kroos, poortte zijn directe tegenstander en schoot het speeltuig hard in de korte hoek. De statistieken zeiden eigenlijk alles: de bezoekers hadden het doel van Diego López acht keer onder vuur genomen, terwijl de thuisploeg tot slechts twee schoten wist te komen. Kansen op de derde, onder meer van Ribéry, leverden geen doelpunten meer op.