Naar de stembus voor de landstitiel
Het is algemeen bekend dat voetbal en politiek van elkaar gescheiden moeten zijn. Maar wat als er zonder de politiek ook geen voetbal is?
Om als voetbalclub succesvol te zijn is het belangrijk om een goede organisatie te hebben. Het is ook belangrijk om een goede en talentvolle selectie te hebben met een kundige trainer aan het roer. Minstens zo belangrijk is het hebben van kapitaal. Mede door de wereldwijde economische crisis krijgen steeds meer clubs het financieel lastig met onlosmakelijk een teruggang op sportief vlak.
Na de Joegoslavische burgeroorlog van 1991-1995 en de sancties opgelegd door de Europese unie en de FIFA-UEFA hebben de Servische voetbalclubs een grote achterstand op de rest van Europa. Twee van de clubs die zich moeten zien te redden zijn Rode Ster Belgrado en Partizan Belgrado. Deze clubs maakten deel uit van 'de grote vier' in het toenmalige Joegoslavische voetbal, naast Dinamo Zagreb en Hajduk Split. Rode Ster is na zijn oprichting in 1945 veruit de succesvolste club met de meeste titels en bekers en ook als enige winnaar van een UEFA-prijs. In 1991 werd de Europa Cup I gewonnen door het beter uitvoeren van de penalties na een 0-0 stand tegen Olympique Marseille. Maar de oorlog en sancties lieten een diep spoor achter.
Na 1995 probeert Rode Ster weer de draad op te pakken, maar in het economisch ingestorte Servië valt er weinig eer te behalen. Sinds 1995 worden de landstitels gewonnen door Rode Ster en Partizan. Uitzondering hierop is alleen de titel van Obilic in 1998. Doordat de competitie hiermee steeds minder aantrekkelijk word is het voor Rode Ster lastig goede spelers vast te houden. Zij willen zo snel mogelijk weg uit Servië en een buitenlandse carrière beginnen. Hierdoor daalt de kwaliteit van de competitie nog verder en beginnen ook sponsors zich langzaam maar zeker terug te trekken. Alleen de nationale bedrijven blijven over, geleid door politici.
Doordat nationale bedrijven geld in de clubs pompen blijven Rode Ster en Partizan in leven met als gevolg dat politici steeds meer grip op de clubs krijgen. Dit resulteert in steeds meer politici in leidinggevende functies binnen de clubs. Politici hopen op deze manier zich te verzekeren dat aanhangers van de clubs op hun stemmen. Als vervolgens de verkiezingen een andere leidende politieke partij opleveren en daarmee ook de controle over de staatsbedrijven verschuift word het spannend voor de clubs. Welke club heeft de meeste politici van de grootste partij in haar gelederen?
Als het langzamerhand economisch gezien steeds slechter gaat in de wereld gaat het natuurlijk ook in Servië verder bergafwaarts. De nationale bedrijven worden steeds minder waard waardoor ook het geld voor de clubs op raakt. Een nieuwe crisis dient zich aan voor Rode Ster en Partizan. Toch gloort er valse hoop aan de horizon, ex-politici. Deze ex-politici zijn tijdens hun periode aan de macht rijk geworden en zien ineens de spelersmarkt als een goede investering. De betere spelers worden 'opgekocht'. Dit betekent dat de spelers veelal op jongere leeftijd betaald worden om in relatieve luxe te leven voordat ze de stap maken naar een Europese club. De ex-politicus, nu inmiddels manager van de jonge speler biedt de speler aan bij Rode Ster of Partizan omdat deze twee clubs internationaal de meeste uitstraling hebben en het beste uithangbord zijn. Uiteraard bedingt hij een fors percentage van de eventuele transfersom. Voorzitters van beide clubs worden door deze managers gedwongen druk uit te oefenen op bondscoaches om hun spelers op te nemen in de nationale selectie. In de regel stijgt de prijs van een speler als hij een aantal interlands achter zijn naam heeft staan. Hiermee gaat ook de kwaliteit van de nationale ploeg erg achteruit.
Als club heb je het voordeel dat je de betere spelers krijgt waardoor Europees voetbal af te dwingen is, de enige bron van inkomsten. Het nadeel is dat je van de verkoop van je speler bijna niks ontvangt. Hier wringt ook de schoen, als het Europese avontuur te vroeg eindigt heb je als club geen inkomsten meer want van de transfers krijg je bijna niks. Op den duur kun je geen goede spelers meer kopen waardoor het nog moeilijker word om te presteren in Europa en je als club steeds verder in schulden wegzakt. Het roer moest om en er werd gebouwd op eigen jeugd,spelers in de nadagen van hun carrière en spelers die niet vastzaten aan een manager. Dit resulteerde in een zes jaar durende sportieve lijdensweg en de positie van Rode Ster werd steeds uitzichtlozer.
Afgelopen seizoen werd Rode Ster na 2008 voor de eerste keer kampioen wat betekende dat kwalificaties voor de Champions League gespeeld konden worden. Hiermee hoopte iedereen die Rode Ster een warm hart toedroeg dat de duistere periode was afgelopen. De euforie nam aan het begin van dit seizoen grootse vormen aan bij de talrijke supporters van Rode Ster. De club had de weg teruggevonden, verlost van de politiek en op eigen kracht. Gepassioneerd werden legendarische wedstrijden van Rode Ster opnieuw beleefd. De winst op het Liverpool van Bill Shankly in 1973 en ze daarmee de eerste Europese thuisnederlaag sinds 1964 bezorgen. De historische overwinning van 4-2 op het Real Madrid van Leo Beenhakker met Buyo, Chendo, Camacho, Sanchez en Butragueño. De eigen goal van Klaus Augenthaler waardoor Rode Ster naar de finale van de Europa Cup I ging. De wederopstanding was begonnen. Helaas bleek de euforie van korte duur.
Aan het begin van het lopende seizoen besloot de UEFA in het kader van de financiële fair play Rode Ster voor een jaar uit te sluiten van Europees voetbal. De selectie die de titel had gewonnen verliet grotendeels de club nu er weer een seizoen voor de deur stond waar ze een half jaar op salaris moesten wachten of weer zelf ballen moesten kopen. De club staat weer aan het begin van een lang seizoen met een sterk in kwaliteit verminderde selectie.
De schulden die mede door te politiek zijn ontstaan doen Rode Ster na achttien jaar de das om.