voetbalzone

Mourinho somt op: ‘Toen had Liverpool nog geen Van Dijk, geen Wijnaldum...’

Dominic Mostert19 jan 2019, 20:18
Laatst bijgewerkt: 19 jan 2019, 20:18
Advertentie

Trainers als Josep Guardiola en Jürgen Klopp hadden het de afgelopen jaren makkelijker dan José Mourinho, zo insinueert de Portugees zaterdag in zijn functie als analist bij beIN Sports. Volgens de clubloze oefenmeester werden de trainers van respectievelijk Manchester City en Liverpool gesteund door de clubleiding als het ging om hun wensen op de transfermarkt. Mourinho lag bij Manchester United vaak overhoop met de clubleiding over het transferbeleid.

Mourinho werd vorige maand vanwege teleurstellende prestaties ontslagen door Manchester United. Hij had afgelopen zomer gehoopt op een aantal versterkingen die er niet kwamen, met name centraal in de verdediging. Volgens the Special One werd door de clubleiding van Manchester City en Liverpool beter geluisterd naar de trainers. "In zijn eerste seizoen werd Guardiola geen kampioen. Het werd toen erg moeilijk voor hem, want mensen verwachten succes van Manchester City", blikt Mourinho terug.

"Ze waren net kampioen geworden onder Roberto Mancini en Manuel Pellegrini; spelers als Sergio Agüero en Vincent Kompany waren al twee keer kampioen geworden. In de daaropvolgende zomer nam Pep heel goede beslissingen, maar daarin werd hij ook gesteund. Hij wilde bijvoorbeeld Pablo Zabaleta, Bacary Sagna, Aleksandar Kolarov en Gaël Clichy niet meer. Hij verkocht vier backs en kreeg er vier nieuwe backs voor terug. Hij werd gesteund", stipt Mourinho aan. "En hoeveel spelers van het huidige Liverpool waren er voordat Jürgen Klopp kwam?"

"Je had nog geen Alisson Becker, geen Virgil van Dijk, geen Andy Robertson, geen Mohamed Salah, geen Roberto Firmino, geen Sadio Mané, geen Fabinho, geen Georginio Wijnaldum, geen Naby Keïta... Je kunt als trainer de kans hebben om spelers te halen die passen binnen je ideeën over voetbal, of met wie je denkt de beste kans te hebben om een prijs te pakken. Maar het is iets anders als je dat niet kunt doen", stelt de flamboyante manager, die tevens aangeeft dat de instelling van sommige spelers in de loop der jaren is veranderd. Daar probeert Mourinho ook zijn eigen gedrag op aan te passen.

"Als ik op het trainingsveld sta, wil ik me vrij voelen, omdat we deel uitmaken van een familie. Ik wil kritiek kunnen uiten op iedereen", legt Mourinho uit. "Maar een speler kwam naar me toe, op een heel beleefde manier, en vroeg of ik hem alleen onder vier ogen wilde bekritiseren. 'Waarom?', vroeg ik. Hij zei: 'Het gaat om mijn status ten opzichte van de andere spelers Als je me bekritiseert, voel ik me niet op mijn gemak.' En dat was een van de topspelers van zijn generatie. Je moet als trainer heel intelligent zijn als je spelers en hun karakters probeert te begrijpen."