Morata over spreekkoren: ‘Zelfs Jezus was niet bij iedereen geliefd’
Atlético Madrid neemt het woensdagavond in eigen huis op tegen Juventus in de achtste finales van de Champions League. Dat is voor Álvaro Morata een bijzondere wedstrijd, daar de spits van de Spanjaarden in het verleden twee seizoenen het shirt van de Turijnse club droeg. Na drie verloren finales snakt Atlético naar de eindwinst in het miljardenbal.
Morata kwam in januari op huurbasis over van Chelsea en is inzetbaar tegen Juventus, voor wie hij tussen 2014 en 2016 vijftien competitietreffers maakte. “Ik kijk er enorm naar uit”, zegt de 26-jarige aanvaller tegenover AS. “Het is een enorm lastige tegenstander, maar we gaan er alles aan doen. Of ik ga juichen als ik scoor? Hoe zou ik dat niet kunnen doen, het zou mijn eerste doelpunt voor Atlético zijn. Misschien houd ik me in als ik in Turijn scoor, maar in Madrid zeker niet.”
Atlético Madrid plaatste zich in het verleden driemaal voor de finale van de Champions League, maar telkens bleek de tegenstander in de eindstrijd te sterk. “Het toernooi betekent hier meer dan elders, dat merk ik aan alles. De supporters snakken naar de eindwinst”, weet Morata. “Dat willen wij als spelers ook, maar dan moeten we het eerst laten zien tegen Juventus. Belangrijk is om ervoor te zorgen dat we aan het duel in eigen huis een goede uitgangspositie overhouden, in Italië zal het moeilijk worden.”
Morata treft bij Juventus voormalig ploeggenoot Cristiano Ronaldo. De twee speelden samen bij Real Madrid. “Ronaldo is natuurlijk weergaloos, maar ook zonder hem heeft Juventus recentelijk de Champions League-finale behaald”, doelt de aanvaller op de finales in 2015 en 2017, die de Italianen allebei verloren. “Toch hoop ik dat hij tegen ons twee keer een offday zal hebben, dat zal zeker helpen om door te komen naar de volgende ronde.”
Het verleden van Morata bij Real Madrid zorgde voor kritische geluiden bij de achterban van Atlético, die zich nog voor zijn komst uitten in spreekkoren tijdens het competitieduel met Getafe. "Je kan niet iedereen overal tevreden houden. Zelfs Jezus was niet bij iedereen geliefd. Ik ben goed opgevangen door mijn ploeggenoten, daar spreekt waardering uit. Ik wil laten zien waarom ik hier ben en me blijven ontwikkelen. Omdat ik de mensen hier al kende, hoefde ik me niet echt aan te passen."