Morata kegelt Real Madrid uit de Champions League

De finale van de Champions League gaat dit seizoen tussen Barcelona, dat zich dinsdag al plaatste, en Juventus. De Italiaanse topclub was in Turijn al met 2-1 te sterk voor Real Madrid en in Spanje werd het woensdag 1-1. Uitgerekend Álvaro Morata, die door de Spaanse supermacht aan de Italianen werd overgedaan, velde het vonnis over de ploeg die vorig seizoen nog La Décima wist te winnen. De elfde eindoverwinning komt er voorlopig dus nog niet.

Real Madrid had in Turijn met 2-1 verloren en de ploeg van trainer Carlo Ancelotti, die in het verleden nog hoofdcoach was van Juventus, moest dus in de aanval. Dat deed het ook: al in de eerste minuten kregen Gareth Bale (kopbal over), Karim Benzema (schot over) en Cristiano Ronaldo (vrije trap rakelings over) kansen op een doelpunt. Juventus zette daar alleen een schot van Arturo Vidal tegenover; doelman Iker Casillas van Real Madrid verrichtte een prima redding.

In het snikhete Madrid (tijdens de wedstrijd was de temperatuur nog meer dan dertig graden Celcius) waren de kansen daarna weer voor de thuisploeg: Benzema speelde slecht af op Ronaldo en Bale schoot van afstand op de vuisten van Gianluigi Buffon. Een doelpunt voor Real Madrid hing in de lucht en die goal zou de ploeg krijgen via een makkelijk gegeven strafschop. James Rodríguez werd weliswaar aangetikt door Giorgio Chiellini, maar een penalty was een zware straf. Ronaldo maalde er niet om en schoot weer eens binnen van elf meter voor doelpunt nummer 77 in de Champions League.

Juventus speelde extreem slordig en kwam er met name op het middenveld niet aan te pas. Andrea Pirlo speelde opnieuw geen sterke wedstrijd en supertalent Paul Pogba grossierde in verkeerde passes. Het leek simpelweg niet de avond van Juventus te worden, tot een vrije trap rond de uurmarkering. De bal werd weggewerkt, opnieuw ingebracht, de tegenvallende Pogba kopte terug en uitgerekend kind van Real Madrid Morata hamerde de bal tegen de touwen.

Met nog een halfuur op de klok ging Real Madrid, in de competitie met vier punten achterstand op Barcelona ook al op de rand van de afgrond, vol in de aanval. Bale schoot van een meter of vijf naast, James mikte te hoog, Bale kopte over en invaller Javier Hernández kreeg geen strafschop bij een tuimelpartij. Het had op dat moment al beslist kunnen zijn, maar omdat Casillas uitstekend optrad bij de doorgebroken Claudio Marchisio bleef de thuisploeg in leven. Een slotoffensief leverde niets op: Juventus speelt in Berlijn tegen Barcelona.