Misser van Cristiano Ronaldo wordt Juventus niet fataal
Juventus heeft vrijdagavond bij de eerste Italiaanse wedstrijd sinds corona de finale van de Coppa Italia bereikt. Het team van trainer Maurizio Sarri speelde in een vrij matige wedstrijd doelpuntloos gelijk (0-0) tegen AC Milan, een resultaat dat na de 1-1 uit de heenwedstrijd genoeg bleek om door te gaan. Juventus speelt op woensdag 17 juni de finale tegen Internazionale of Napoli in het Stadio Olimpico in Rome.
Matthijs de Ligt vormde bij Juventus vrijdagavond een centraal duo met Leonardo Bonucci; hun concurrenten Merih Demiral en Giorgio Chiellini waren niet fit genoeg om in actie te komen. Spits Gonzalo Higuaín ontbrak door een kuitblessure, waardoor er in de punt van de aanval een plek naast Cristiano Ronaldo vrijkwam voor Paulo Dybala. Bij AC Milan moest Zlatan Ibrahimovic verstek laten gaan met een achillespeesblessure, terwijl linksback Theo Hernández geschorst was vanwege een rode kaart in de eerste ontmoeting.
Juventus kwam goed uit de startblokken en had al na twee minuten op voorsprong kunnen staan. Douglas Costa zag een schuiver van dichtbij echter rakelings voorlangs gaan. La Vecchia Signora behield het initiatief en dwong na een kwartier spelen een penalty af. Andrea Conti bleek de bal in duel met Cristiano Ronaldo met de elleboog te hebben gespeeld, waardoor scheidsrechter Daniele Orsato na het bekijken van de beelden aan de zijlijn naar de stip wees. Ronaldo ging zelf achter de bal staan, maar mikte vanaf elf meter op de paal.
De consternatie in het Allianz Stadium was daarmee niet voorbij, want achttien seconden na de gemiste penalty plantte AC Milan-aanvaller Ante Rebic zijn noppen met een hoge karatetrap op de borst bij Danilo. Rebic werd voor de overtreding, die deed denken aan de befaamde doodschop van Nigel de Jong op Xabi Alonso in de WK-finale van 2010, met rood van het veld gestuurd. Juventus had daarna logischerwijs de overhand en kreeg in de 31ste minuut de beste kans van de eerste helft. Danilo haalde de achterlijn en vond met zijn voorzet Blaise Matuidi, die zijn inzet echter recht op de vuisten van doelman Gianluigi Donnarumma zag komen.
Ook in de tweede helft was Juventus duidelijk de sterkste ploeg, al slaagde de club uit Turijn er niet in het veldoverwicht om te zetten in grote kansen. Het meeste gevaar stichtte Juve door middel van hoekschoppen, die een paar keer ternauwernood door AC Milan uit de eigen doelmond werden gewerkt. Ook De Ligt dook voorin op, maar de ex-Ajacied werd een vrije kopkans op het laatste moment ontnomen door goed werk van Simon Kjaer. Even later was Kjaer zélf dichtbij een treffer met een kopbal uit een hoekschop, die ternauwernood naast ging. In de slotfase hield Juventus vrijwel moeiteloos stand tegen Milan, dat er met tien man niet in slaagde een fatsoenlijk slotoffensief op gang te brengen.