‘Misschien was het wel mijn beste wedstrijd ooit voor Ajax'
Bij afwezigheid van de geschorste Nicolás Tagliafico is de kans aanwezig dat Erik ten Hag dinsdagavond een basisplaats in petto heeft voor Maximilian Wöber, als Ajax het in Griekenland opneemt tegen AEK Athene in de groepsfase van de Champions League. De Oostenrijkse verdediger moet dit seizoen genoegen noemen met een rol als reserve, maar kwam door blessures en schorsingen al regelmatig in actie in de Eredivisie en het miljardenbal. “We kunnen ons voor de knock-outfase kwalificeren, dus dit is een grote wedstrijd voor me. Een waar ik ontzettend naar uitkijk”, laat de twintigjarige Oostenrijker weten.
Dit seizoen speelde Wöber al tegen Dynamo Kiev en Bayern München in het kader van de Champions League. In het centrum van de achterhoede moet hij Matthijs de Ligt en Daley Blind voor zich dulden. “Het is iets moeilijker om er in grote wedstrijden te staan als je geen ritme hebt. Maar gelukkig heb ik tijdens de interlandbreak voor Oostenrijk onder 21 gespeeld en ik heb minuten gemaakt in de beker. Voor Bayern München-uit was het veel lastiger, omdat die basisplaats als een grote verrassing kwam en ik daarvoor echt alleen maar wissel zat”, zegt Wöber in gesprek met De Telegraaf. Op bezoek bij Bayern (1-1) behoorde Wöber tot de uitblinkers. “Misschien was het wel mijn beste wedstrijd ooit voor Ajax. Ik twijfel, want over de uitwedstrijd bij Feyenoord, vorig seizoen, was ik ook tevreden. Ik houd me er voor de wedstrijd tegen AEK aan vast dat ik dit seizoen niet alles speel, maar wel goed in vorm ben. De duels met AZ-thuis en sc Heerenveen-uit hielden we de nul, deden we het als team goed en draaide ik moeiteloos mee.”
Dat de Oostenrijker nog geen vaste basisplaats heeft in het team van Ten Hag heeft niet alleen te maken met de stevige concurrentie, denkt de speler. “Mentaal ben ik de volgende stap aan het zetten. Misschien ben ik nog te aardig voor een verdediger. Het is duidelijk dat ik veel agressiever moet zijn”, aldus Wöber, die de negentienjarige De Ligt als voorbeeld ziet. “Een verdediger moet niet alleen defensief heel betrouwbaar, maar ook een leider zijn. Ik moet doen wat Matthijs elke week laat zien. Dat is niet makkelijk als reserve, maar dan moet ik mijn progressie op het trainingsveld tonen en als ik een kans krijg, zoals in Kiev, München of nu Athene. Ik heb het wel in me, want anders was ik vast niet de aanvoerder geweest in alle nationale jeugdteams van Oostenrijk.”
Wöber vindt dat hij soms agressiever moet zijn in de duels. Dat is volgens hem niet eenvoudig aan te leren. “Soms hink ik op twee gedachten. Er voor honderd procent ingaan of mijn been terugtrekken. Ik moet één keus maken: volle bak gaan. Ik zal nooit een Sergio Ramos worden, de bad boy op het veld. Maar niemand hoeft te vrezen dat ik bang ben om de duels aan te gaan. Ik win immers ook mijn meeste duels. Als ik meer wedstrijden speel, beter in mijn ritme kom, zal het alleen nog maar beter worden”, besluit Wöber.