Miljonair: 'In Rotterdam werden grappen over mij gemaakt, bij PSV ook'
Tomek Iwan is in Nederland vooral bekend vanwege zijn dienstverbanden bij Feyenoord (1995-1997) en PSV (1997-2000), maar is jaren na zijn vertrek uit de Eredivisie een grote meneer in Polen geworden. Iwan heeft succesvol zaken leren doen, is nu multimiljonair, bezit meerdere bedrijven en een kast van een huis en laat soms bekenden uit Nederland overkomen voor een hernieuwde kennismaking. De Telegraaf zocht de veertigjarige Pool op.
De broer van Iwan runt een hotel in Ustka, Iwans bedrijf deed de totale aankleding voor het EK in het Polonia-stadion in Warschau en hij heeft aandelen in de Poolse versie van koffiemerk Starbucks. “Ja, ik ben rijk geworden, mede door het voetbal, maar ook door goed in de business te zijn. Hoe rijk? Ach, voor de een is een paar miljoen rijk, voor de ander niet. Sommige mensen willen nog meer. Ik ben tevreden met mijn leven nu”, aldus de oud-middenvelder.
“Het belangrijkste vind ik dat mensen respect voor mij hebben gekregen”, merkt Iwan op. Soms zet hij oud-teamgenoten voor een verrassing, zoals toen hij eind april naar Nederland ging voor Koninginnedag. “Ik had afgesproken met Regi Blinker, Winston Bogarde en nog wat oud-spelers. Regi en Winston hadden een boot voor in de grachten geregeld. Natalia (vriendin, red.) wist niet wat ze meemaakte”, verhaalt Iwan. “Andersom wisten die jongens niet wat ze zagen toen ze mij in het hotel opzochten. Ik had in het Okura-hotel de presidentsuite het hele weekeinde afgehuurd. Een kamer van 200 vierkante meter. Je had het gezicht van Regi moeten zien.”
Zijn voetballoopbaan zag er iets anders uit, brengt Iwan te berde. Via Warta Poznán en Roda JC kwam de Poolse middenvelder in de top terecht, maar louter plezier had hij niet bij Feyenoord en PSV. “In Rotterdam werden grappen over mij gemaakt. Bij PSV later ook. Het was zogenaamd wel dollen, maar toch wilden ze laten merken dat ik uit Polen kwam. Meestal hield ik mijn mond. Soms zei ik: ’Jullie lachen me wel uit, maar als je computer kapot is, kom je bij mij, omdat je die zelf niet kan maken’. Ik was altijd bezig met de nieuwste dingen.”