voetbalzone

‘12 miljoen Syriërs houden van mij en 12 miljoen Syriërs willen mij dood’

Gijs Freriks09 okt 2017, 21:32
Laatst bijgewerkt: 09 okt 2017, 21:32
Advertentie

DAMASCUS - De nationale voetbalploeg van Syrië kan dinsdag vanaf 11.00 uur een reuzenstap zetten naar het WK van 2018. Als De Rode Adelaars Australië uitschakelen, dan is een ontmoeting met de nummer vier uit de Noord- en Midden-Amerikaanse kwalificatiegroep nog maar de enige horde voor deelname aan het eindtoernooi in Rusland. Een verhaal over een land dat al jaren wordt verscheurd door een bloedige oorlog, maar zich nu mag verheugen op zijn eerste WK ooit.

Door Gijs Freriks

“Hier, ten overstaan van de media, wil ik zeggen dat ik nooit meer voor de nationale ploeg zal spelen zolang er bommen vallen in Syrië.” Aanvaller Firas Al-Khatib geldt als een van de beste Syrische voetballers aller tijden: de nu 34-jarige Al-Khatib scoorde aan de lopende band voor onder meer Al-Arabi en maakte 27 doelpunten in 58 interlands. Al-Khatib was eigenlijk niet weg te denken uit de nationale ploeg, maar toch hield hij er in 2012 mee op. Hij wilde niet langer uitkomen voor een ploeg die door Bashar Hafiz al-Assad wordt gebruikt als propagandamiddel. De beslissing om zijn interlandcarrière te beëindigen, verdeelde voetbalminnend Syrië, zo erkende Al-Khatib in mei in een interview.

“Er zijn in Syrië veel moordenaars, het zijn er niet één of twee. En ik haat ze allemaal. Wat er ook gebeurt: twaalf miljoen Syriërs zullen van mij houden. Maar aan de andere kant zijn er ook twaalf miljoen Syriërs die mij willen vermoorden.” Al-Khatib ontving verwensingen en doodsbedreigingen en zelfs Nihad Saadeddine, een oude jeugdvriend, nam het Al-Khatib kwalijk dat hij niet meer voor zijn land wilde spelen: “Als je ooit terugkeert bij de nationale ploeg, dan degradeer je naar het afvoerputje van de geschiedenis.” Saadeddine zei dat omdat hij het hypocriet zou vinden wanneer Al-Khatib terug zou komen uit zijn interlandpensioen.

Vermoorde voetballers
Al-Khatib had in de ogen van velen trouw moeten blijven aan Assad, maar steunde zelf de oppositie: “Ik ben bang, ik ben bang. Als je in Syrië praat, word je vermoord. Je wordt vermoord voor wat je zegt en denkt, niet voor wat je doet.” Al-Khatib was vastbesloten en leek zijn laatste interland te hebben gespeeld, maar toch keerde hij in maart van dit jaar tot verrassing van velen terug bij de nationale ploeg van bondscoach Ayman Hakeem. “Ja, ik heb gezegd dat ik niet meer voor Syrië wil spelen zolang er gemoord wordt. Maar ik ben terug vanwege het voetbal, dit is geen politieke beslissing. Verder wil ik er niet veel over zeggen. Ik wil het wel, maar ik kan het niet.”

“We willen blij zijn. We willen allemaal iets dat ons gelukkig maakt en alles in Syrië maakt ons momenteel verdrietig”, aldus Al-Khatib, die eind maart in de wedstrijd tegen Zuid-Korea (1-0) zijn rentree maakte. In de eerste ontmoeting met Australië van afgelopen donderdag (1-1) kwam hij een kwartier voor tijd binnen de lijnen. De situatie van Al-Khatib is tekenend voor hoe Syrië ook op voetbalgebied enorm verdeeld is geraakt door de burgeroorlog. De helft ziet de nationale ploeg immers als verlengstuk van de regering van Assad en er zijn ook voetballers die niet durven te weigeren, niet hetzelfde durven als wat Al-Khatib heeft gedaan.

Het valt te begrijpen dat die spelers zich niet durven uitspreken, zo meldde de BBC in maart al, want in de oorlog zijn al 38 voetballers uit de eerste twee afdelingen van het Syrische voetbal door het regime vermoord en worden er nog 13 spelers vermist. Dat blijkt uit een rapport van het Syrische Netwerk voor Mensenrechten. Mahmoud Al-Jawabra is een van de eerste voetballers die werd gedood door de veiligheidsdiensten; hij kwam uit voor diverse clubs in Syrië, won een paar prijzen en werd in maart 2011 bij een moskee in Daraa neergeschoten omdat hij in een protestmars had meegelopen. Al-Jawabra groeide postuum uit tot een van de bekendste symbolen van het verzet tegen Assad.

voetbalzone

Vlag van de dood
De website BabaGol schreef in november 2015 dat de spelers in Syrië eigenlijk drie mogelijkheden hebben: melden bij het Syrisch leger, op een andere manier aansluiten bij de ‘pr-campagne’ van Assad of het land verlaten. Firas Al-Ali koos voor het laatste: nadat hij te horen had gekregen dat zijn negentienjarige neef Abdullah bij een demonstratie was doodgeschoten, pakte de vleugelverdediger zijn koffers, verliet hij het trainingskamp van de Syrische ploeg en vluchtte hij naar Turkije. Hij leeft nu met zijn vrouw en drie kinderen in een tentenkamp in de grensplaats Karkamis. “Ik vond het niet langer eervol om voor Syrië te spelen, ik kon het gewoon niet. Als ik voor Syrië zou blijven spelen, zou het als verraad voelen naar de zonen van onze natie die zijn vermoord door de regering. De huidige internationals dragen de vlag van de dood.”

“Ik zag Syrië als het paradijs op aarde. Van de 23 miljoen inwoners was ik bovendien een van de beste twintig voetballers van mijn land. Ik was beroemd en werd herkend, waar ik ook kwam. Materieel had ik het ook goed voor elkaar en ik dacht er daarom nooit over na om Syrië te verlaten.” Al-Ali verdiende 125.000 dollar per jaar, terwijl het gemiddelde jaarsalaris in Syrië op 2.500 dollar zou liggen. “Ik had geld op de bank staan, maar nadat ik was vertrokken, legde het regime er beslag op. Ik had drie huizen en die zijn allemaal verwoest. Ik had een lap grond die niet meer van mij is. Het is moeilijk, maar ik heb geen spijt gehad van mijn beslissing. Hoe zou jij je voelen wanneer je een man vertegenwoordigt die in zijn eentje verantwoordelijk is voor de dood en ontheemding van meer dan zeven miljoen Syriërs?”

voetbalzone

Propaganda
Die man is Bashar al-Assad, sinds de eeuwwisseling de president van Syrië. Rondom de parlementsverkiezingen van 2012 ontaardden de demonstraties in een burgeroorlog, waarbij tegenstanders met grof geweld werden bestreden. Na het begin van de oorlog zijn er al 470 duizend doden gevallen en hebben zes miljoen mensen het land verlaten. De levensverwachting is gedaald van 70 naar 55 jaar. Syrië is een verwoeste natie en er zal nog heel wat water door de Eufraat moeten stromen wil de rust in het land wederkeren. Ondertussen probeert Assad zijn imago voor zover mogelijk op te poetsen en daar gebruikt hij het voetbal voor, zo concludeerde ook het Syrische Netwerk voor Mensenrechten onlangs.

“Het regime gebruikt sporters en sportactiviteiten om steun te vinden voor haar brute en onderdrukkende praktijken”, zo vertelt Anas Ammo, die meeschreef aan het rapport. Deze voormalige sportjournalist uit Aleppo deed onderzoek naar mensenrechtenschendingen in de Syrische sportwereld. “Assad wil de mensen graag laten zien dat sporters en artiesten achter hem staan, want dat zijn de mensen die de meeste invloed hebben op de man in de straat. Er worden marsen georganiseerd waarin wordt gedemonstreerd vóór Assad. Het wordt teams en sporters verplicht daaraan mee te doen. Mensen die kritiek uiten, moeten in principe het land verlaten, anders worden hun familieleden mogelijk vermoord.”

De voetbalbond en de clubs hebben als gevolg van de oorlog geen cent meer te makken en dus houdt het regime het Syrische voetbal met de nodige donaties op de been. Het is onduidelijk hoeveel men investeert, maar de voorzitter van de algemene sportfederatie heeft wel toegegeven dat een derde van het sportbudget naar het voetbal gaat; de rest wordt verdeeld over 29 andere sporten. Die investeringen hebben hun doel niet gemist, want Syrië stond in maart 2015 op de 151e plaats op de wereldranglijst en staat thans 75e. Tot grote tevredenheid van Assad, die volgens vele commentatoren hoopt dat het sportieve succes de aandacht van zijn regeren afleidt en hij op die manier de rust enigszins kan bewaren.

voetbalzone

“Als het Syrische elftal speelt, dan draait het allereerst om het volkslied. Voetbal is belangrijk voor onze politiek, want het laat het echte beeld van Syrië zien”, zei Fadi Dabbas, de vicevoorzitter van de voetbalbond. “Het laat zien dat Syrië ondanks de oorlog oké is. De Syrische ploeg ís Syrië en vertegenwoordigt onze president Assad, en Assad vertegenwoordigt ons. We zijn trots op onze president en op wat hij heeft bereikt. We bedanken hem daarvoor. Assad volgt de nationale ploeg op de voet; hij volgt zelfs de kleinste details van het team.” Dat het regime het voetbal gebruikt voor politiek gewin, is volgens Dabbas onzin: “Het regime beschermt de Syrische mensen en de mensen die kritiek hebben, leven niet in Syrië en vertegenwoordigen enkel zichzelf nog maar.”

FIFA
De FIFA staat politieke inmenging bij voetbalbonden niet toe en deelde al meer dan twintig keer een straf uit aan een bond, maar durft zijn vingers aan Syrië niet te branden. “Ze hebben een richtlijn die bepaalt dat bonden onder toezicht kunnen worden geplaatst bij politieke inmenging. Er is overvloedig bewijs voor ‘Syrië’, maar de FIFA grijpt niet in. Dat is hypocriet”, aldus oud-voetballer Ayman Kasheet, die in mei op FIFA’s hoofdkwartier in Zürich een officiële klacht indiende tegen de Syrische bond. “Er speelt zich een oorlog af in Syrië: stadions worden gebruikt als militaire bases, minderjarigen worden vermoord en voetballers worden in de gevangenis gegooid”, aldus Kasheet, die bijval krijgt van Mark Afeeva.

Deze Londense advocaat is gespecialiseerd in de FIFA en stelt eveneens vast dat de zaak-Syrië ‘een duidelijk voorbeeld is van systematische staatsinmenging’: “En toch besluit de FIFA om niet op te treden. Men heeft de ballen niet om betrokken te raken bij een duidelijk zeer netelige zaak.” Journalist Ammo vindt daarom dat de FIFA ‘medeplichtig is aan alle misdrijven die tegen voetballers zijn gepleegd en aan de schade die is toegebracht aan de voetbalstadions en andere infrastructuur in de Syrische sportwereld’: “De FIFA heeft het standpunt ingenomen dat men niet betrokken wil raken bij politieke crises tussen wereldmachten als de Verenigde Staten en Rusland, de WK-gastheer van volgend jaar zomer.”

voetbalzone

De FIFA heeft enkel besloten dat Syrië zijn thuiswedstrijden niet mag afwerken in eigen land, maar op neutraal terrein in Maleisië. Er wordt weer competitievoetbal gespeeld in Damascus, Latakia, Aleppo en Homs, maar de wereldvoetbalbond vindt het er nog niet veilig genoeg. Syrië speelde tegen Australië daarom in het Hang Jebat Stadion in Malakka. “We hebben één grote motivatie: we willen alle Syrische inwoners gelukkig maken. De spelers en de staf willen de inwoners van ons land verenigen. Australië heeft misschien de grotere namen, maar wij hebben veel potentie als we als één team opereren”, zei verdediger annex aanvoerder Zaher Al-Midani voor het met 1-1 geremiseerde duel met Australië tegen FOX Sports.

Product van Assad
“Ondanks alle pijn waarin onze inwoners leven, blijven de mensen in ons geloven en blijven ze ons steunen. Het minste wat we kunnen doen is hen voetbalplezier bezorgen. We vragen God om ons daarbij te helpen”, aldus Al-Midani. Syrië moet in de return scoren om kans te maken op de volgende ronde. Áls het de ploeg lukt om naar het WK te gaan, dan zou dat in de ogen van journalist Steve Fainaru een wereldprestatie zijn: “Vanuit sportief perspectief zou dat een geweldig verhaal zijn. Een verhaal dat tegelijkertijd erg groezelig is als je de politiek erbij haalt. Deze ploeg is namelijk grotendeels een product voor het regime van Asssad.”

Dat laatste maakt dat onder anderen Firas Al-Khatib met een dubbel gevoel feest zal vieren wanneer het Syrië lukt om Australië uit te schakelen. Hij was het immers die in 2012 uit protest tegen het bewind van Assad zijn interlandcarrière stopzette: “Maar hij heeft met zijn terugkeer een statement gemaakt”, aldus verslaggever Fainaru tegen ESPN: “Het gaat hem niet langer meer om de politiek, maar om het voetbal. Hij wilde laten zien dat het tijd is om de politiek de politiek te laten. Hij wil nu vooral de inwoners van Syrië een lach op het gezicht bezorgen. Hij wil hen verenigen door hen met het voetbal gelukkig te maken.”