voetbalzone

‘Mijn vader en Matthijs vonden het heel leuk dat ik deze keuze gemaakt heb’

Chris Meijer02 okt 2021, 16:29
Laatst bijgewerkt: 02 okt 2021, 16:29
Advertentie

De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht wekelijks een van deze talenten uit, met deze keer aandacht voor Jip Molenaar, die na zijn hele leven spits te zijn geweest nu als centrumverdediger bij Telstar doorbreekt in het betaald voetbal.

Door Chris Meijer

Jippie! Waarom kop je nooit een bal binnen? Je bent toch twee meter?, galmt het door de ontvangsthal van het BUKO Stadion. Jip Molenaar (20) glimlacht en knikt, als blijk van herkenning. “Aanvallend koppen, man. Dat moet echt beter”, zegt hij later. “Ik ben twee meter. Ze zeggen het vaak en daar hebben ze gelijk in. Met mijn lengte moet ik goed zijn voor minimaal vijf goals per seizoen. Natuurlijk wordt er meer op me gelet en zetten ze de grootste tegenover me. Maar ja, je valt als centrumverdediger meer op als je er drie tot vijf in kopt in een seizoen. Dat is een wapen. Ik probeer ermee aan de slag te gaan.”

Tot iets meer dan een jaar geleden was doelpunten maken nog de primaire taak van Molenaar. Hij doorliep de jeugdopleiding van FC Volendam als spits. “Het was eigenlijk mijn hele leven al een soort thema. Mensen zeiden altijd: ‘Wil je het niet achterin proberen?’ Ik vond goals maken veel te leuk en voorin spelen was toch wat cooler, ik zei altijd dat achterin spelen me niks leek”, vertelt Molenaar. ‘Nee’ was ook zijn eerste reactie toen Team Jonk in de zomer van 2019 ook met de suggestie kwam om hem om te turnen tot centrumverdediger. “Maar twee weken later kwam ik daar van terug. Tot Eintracht Frankfurt kwam, dat zag ik als een teken dat ik het toch nog niet moest doen. Ik heb het tijdens mijn tijd in Duitsland even uit mijn hoofd gezet.”

Molenaar speelde driekwart jaar in de Onder-19 van Eintracht Frankfurt, tot de coronapandemie het voetbal wereldwijd lamlegde. Een direct gevolg daarvan was dat het plan van de Duitse club om te beginnen met een tweede elftal niet doorging. Omdat de stap van de Onder-19 - waarin hij zes doelpunten en twee assists verzorgde in negentien officiële wedstrijden - naar het eerste elftal van Eintracht Frankfurt te groot was, keerde hij tijdens de eerste lockdown terug in Nederland. “Ik ben daarin een beetje gaan nadenken. De trainer van Jong Volendam (Johan Plat, red.) kwam ondertussen naar mijn vader om te vragen of ik daar wilde komen meetrainen als verdediger. Ik had al een tijd thuis gezeten en dacht: weet je wat? Ik ga het gewoon proberen, er is toch geen competitie. Na een aantal trainingen en oefenwedstrijden was er van beide kanten enthousiasme, waardoor ik het ben gaan doen. Daar ben ik Volendam heel dankbaar voor. Ik betwijfel of ik dat anders had gedaan. De kans was in ieder geval een stuk kleiner geweest.”

Het lag al een tijdje in zijn lot weggelegd dat Molenaar verdediger moest worden. “Het liep als een soort rode draad door mijn leven en dit voelde als een perfect moment om het te doen”, glimlacht Molenaar. Vader Keje speelde een groot deel van zijn carrière als rechtsback voor FC Volendam, Ajax en Feyenoord, terwijl zus AnneKee een relatie heeft met Matthijs de Ligt. “Van jongs af aan zei mijn vader: ‘Je kunt altijd nog achterin gaan spelen. Blijf zo lang mogelijk voorin spelen, want daar leer je het meest’. Hij zag bepaalde kwaliteiten voor een verdediger in mij en ik hield dat altijd in mijn achterhoofd. Toen Matthijs wat met mijn zus kreeg, zag ik ook het mooie van verdedigen. Zij vonden het heel erg leuk dat ik deze keuze uiteindelijk gemaakt heb, ook omdat ze me net even de extra tips kunnen geven.” Met zijn vader en De Ligt ging hij in gesprek over de positie waar hij de meeste potentie voor zijn carrière zag. Welke eigenschappen heb je nodig als goede spits? En welke eigenschappen heb je nodig als goede centrumverdediger?

“Toen kwamen we erop uit dat wanneer je kijkt naar de goede centrumverdedigers in het profvoetbal, ik meer eigenschappen van hen bezit dan die van een goede spits. Ik wil het maximale eruit halen en dat zag ik mezelf als centrumverdediger meer doen dan als spits. De invloeden van mijn binnenste kring hebben wel meegespeeld, maar het is uiteindelijk mijn eigen keuze geweest. Het gevoel kwam steeds meer om het te doen.” Ondanks dat gevoel waren de eerste wedstrijden in de verdediging van Jong FC Volendam behoorlijk onwennig. “Ik probeerde zoveel mogelijk op intuïtie te doen en daardoor maak je inschattingsfouten, dat is nog steeds zo. Het is een kwestie van ervaring opdoen, je moet zoeken waar en hoe je moet staan. Ook aan de bal was het wennen, want je hebt ineens zoveel tijd. Je bent best wel druk in je hoofd.”

Toch waren zijn vader en De Ligt behoorlijk enthousiast na de eerste wedstrijden van Molenaar als centrumverdediger. “De eerste competitiewedstrijd met Jong Volendam tegen Jong Sparta kwam Matthijs kijken, hij was toen toevallig in Nederland. Na afloop was hij ook enorm enthousiast. Zij hadden wel het gevoel dat het wat kon worden, denk ik.” Voor Molenaar begon zijn nieuwe positie al snel natuurlijk te voelen, waardoor het naar eigen zeggen direct leuk was. “Ik vond het plezier in het spelletje weer terug. Voorin had ik wedstrijden dat ik vier ballen per helft kreeg. En dan kreeg ik ze ook nog op mijn borst of mijn hoofd. Dan dacht ik oprecht weleens: heb ik vandaag wel gevoetbald? Dat gevoel was na mijn eerste wedstrijden als verdediger echt compleet anders. Ballen afpakken, véél meer in balbezit dan voorin: het plezier was er vanaf dag één. Het wordt wel steeds leuker naarmate je er beter in wordt, als je situaties weet te herkennen, ballen kan onderscheppen die je van tevoren gelezen hebt en duels gaat winnen.”

voetbalzone

Doordat de coronapandemie vorig jaar al in oktober een einde maakte aan het seizoen in de Tweede Divisie, speelde Molenaar nog niet al te veel wedstrijden als centrumverdediger. Bij het eerste elftal kwam hij nog niet verder dan een handvol wedstrijden op de reservebank en een invalbeurt van vier minuten tegen Go Ahead Eagles, zijn officiële debuut in het betaald voetbal. Voor dit seizoen was het vooruitzicht dat hij bij FC Volendam de vierde centrumverdediger in de pikorde zou zijn. ‘Wees geduldig, probeer zo hard mogelijk op de deur te kloppen’, zo kreeg Molenaar te horen. “Maar ik ben geen heel geduldig persoon. Ik had het gevoel dat ik er klaar voor was. Als je dan achter drie andere centrumverdedigers moet aansluiten, moet je jezelf afvragen of dit het perspectief is dat je het liefst wil hebben. Of wil je in een andere omgeving een misschien eerlijkere strijd aangaan met een trainer die een nieuwe indruk van je kan krijgen?”

Molenaar werkte afgelopen zomer tevens een stage af bij het Italiaanse Novara, dat hem ook graag wilde hebben. “Maar ik wilde gewoon graag mezelf eerst bewijzen in Nederland voor ik weer de stap naar het buitenland zou maken.” Een gesprek met Telstar-trainer Andries Jonker leverde direct een goed gevoel op. “De trainer vertelde dat de beste zou spelen, ongeacht de leeftijd of de hiërarchie. Daar was ik naar op zoek. De manier hoe hier getraind en naar voetbal gekeken wordt, bevalt me heel erg. Daardoor was de keuze uiteindelijk niet moeilijk. Het pakt zeker uit zoals ik had gehoopt, want ik leer heel veel. Ook omdat ik op een iets andere positie speel, de trainer probeert me de dingen te leren die ik beter kan doen en daar probeer ik mee aan de slag te gaan.”

voetbalzone

In de eerste vijf competitiewedstrijden van het seizoen was Molenaar basisspeler als meest rechtse verdediger in een driemansdefensie. Plotseling kwam hij nu ook geregeld op de rechtsbackpositie uit, in een één-tegen-één-duel met een vleugelaanvaller. “Het is een compleet andere positie dan centrumverdediger. Als je dat ook kan, is dat alleen maar mooi meegenomen in je bagage. De trainer heeft me geprobeerd dat te leren. Wanneer ik moest instappen of kantelen naar de andere zijkant. Dat is misschien een beetje te veel tactisch gelul”, lacht Molenaar. Dergelijk tactisch gelul bespreekt hij geregeld met De Ligt. In Turijn wordt er wekelijks afgestemd op de wedstrijden van Telstar, waarna de zwagers elkaar bellen om het spel van Molenaar door te spreken.

“Ik kom soms tijdens wedstrijden in situaties waarvan ik denk: maak ik hier de juiste keuze? Tegenwoordig kun je met beelden ook alles, dus dan selecteer ik de beelden of vraag ik naar dat specifieke moment. Ik heb heel vaak dat ik die momenten herken. Mijn vader is veel betrokken bij Volendam, dus hij kan nu niet alles zien. Vorig jaar gaf hij na de wedstrijd altijd aan wat ik beter kon doen. Aan de bal, maar ook positioneel zonder bal. Ik sla goed op wat ze zeggen, zij hebben ervaring op topniveau en dat is enorm handig. Ik ben heel blij dat ik die twee personen in mijn leven heb”, knikt Molenaar. Hij analyseert nuchter wat er nog beter kan in zijn spel: agressiever worden. Zowel in de passing als in de duels als in doordekken.

“Ik moet momenten uitkiezen… Kijk, je kunt het vergelijken met De Vrij en De Ligt. Twee totaal verschillende centrale verdedigers. De Vrij probeert heel erg situaties te lezen en blijft vaak uit de duels. Matthijs is super agressief, die kan heel kort dekken en wint daardoor bijna al zijn duels. De mix tussen die twee is eigenlijk ideaal en misschien neig ik nu meer naar het spel van De Vrij, terwijl ik meer van Matthijs in mijn spel moet krijgen. Daar ben ik nu mee bezig.” Het mag geen geheim zijn dat Molenaar zich graag spiegelt aan De Ligt. “Dat is misschien wel logisch. Hij is mijn zwager, een hele goede vriend en een van de beste centrumverdedigers van de wereld. Ik kijk al zijn wedstrijden en volg alles. Maar ik vind ook Chiellini gruwelijk, die maakt het zichzelf zo makkelijk door het goed neer te zetten. Ik heb hem één keer kort gesproken, toen ik in Turijn was en Matthijs nog wat moest ophalen op het trainingscomplex. Hij kwam een praatje maken met mijn zus en mij, dat maakte wel echt indruk. Ik speelde toen nog niet eens achterin, maar heb het stiekem wel meegenomen natuurlijk.”

Na de eerste wedstrijden van het seizoen nog basisspeler te zijn geweest, moet Molenaar het de laatste vier duels stellen met een plek op de reservebank. “De trainer heeft gezegd: ‘Doe het rustig aan, neem je tijd. Je krijgt de ruimte om je aan te passen en wat komt, dat komt. Maar wees vooral geduldig’. Met die instelling ben ik de voorbereiding ingegaan”, zo relativeert hij. “Ik wil dit seizoen zoveel mogelijk spelen, ervaring opdoen, stappen maken en een complete verdediger worden. Vooral beter worden, eigenlijk. Natuurlijk heb ik doelen en dingen die ik wil bereiken. Het is een kwestie daar bescheiden is te blijven, dit seizoen te knallen en beter te worden. Dan ben ik benieuwd waar mijn plafond ligt. Dat is moeilijk in te schatten, omdat ik pas kort achterin speel.”

Voelt een goede sliding inmiddels dan al hetzelfde als het maken van een doelpunt? “Een goede sliding vind ik nu net zo mooi als een doelpunt maken. Ja, oprecht. Of nou ja, trouwens.” Hij aarzelt even en vervolgt na een korte stilte: “De euforie die bij een goal vrijkomt is wel extreem. Maar als je nu voor een paar duizend man op het laatste moment een goede tackle inzet en het publiek tekeer hoort gaan, krijg ik daar ook een enorme euforische boost van. Het is misschien niet net zo mooi als een doelpunt, maar het komt wel in de buurt.”

Naam: Jip Molenaar
Geboortedatum: 15 februari 2001
Club: Telstar
Positie: verdediger
Sterke punten: inzicht, tackle, snelheid