‘Mijn teamgenoten noemen me nu ook de knakworst, vind ik mooie humor’
Mitchell van Bergen verruilde Vitesse afgelopen zomer na een lastig seizoen voor sc Heerenveen. In Friesland heeft de nog altijd maar negentienjarige vleugelspeler het voetbalgeluk weer gevonden. Onder trainer Jan Olde Riekerink krijgt de Ossenaar veel vertrouwen, al staat hij met Heerenveen wel op een gevaarlijke vijftiende plaats. In gesprek met het Brabants Dagblad gaat Van Bergen in op zijn eerste seizoen in het Abe Lenstra Stadion.
Afgelopen zomer liet hij zijn ouderlijk huis achter zich om in Heerenveen voor de eerste keer op zichzelf te gaan wonen. "Ik moest ineens voor mezelf zorgen. Koken, de was doen. Dat had ik nog nooit gedaan", vertelt de aanvaller. "Ik at die week bijna alleen maar broodjes knakworst, mijn teamgenoten noemen me nu ook de knakworst. Ach, dat hoort erbij. Dat vind ik juist mooie humor." Gelukkig is er in Friesland in de persoon van Sam Lammers nog een Brabander, waar Van Bergen veel mee optrekt. "We kunnen het goed met elkaar vinden. Hij verstaat het ook als ik Brabants praat."
Het is duidelijk dat Van Bergen op zijn plek is bij Heerenveen. Vorig jaar kende hij nog een vervelend seizoen in het shirt van Vitesse. "Het was lastig. Als ik niet speel, ben ik chagrijnig. Ik wil gewoon lekker voetballen", aldus de jeugdinternational. In het Abe Lenstra Stadion gaat het er inmiddels anders aan toe. "Ik ben hier direct goed opgevangen. Ze zeggen dat Brabanders warm zijn, maar dat zijn ze hier ook. En Heerenveen heeft een goed plan met me", weet Van Bergen te vertellen over zijn huidige situatie.
In zijn jonge jaren liet Van Bergen als jeugdspeler van RKSV Margriet verschillende profclubs links liggen. "Ik vond het leuker om te buskruiten en te voetballen met mijn vrienden. Op mijn twaalfde wilde ik het toch serieuzer aanpakken." Via Willem II en Vitesse belandde hij dus alsnog als basisspeler in de Eredivisie en droomt Van Bergen over de komende jaren. "Ik besef dat er een mooie toekomst voor me ligt. Aan de andere kant kan het met een zware blessure zomaar over zijn. Daarom geniet ik vooral als ik het op veld sta."