‘Mijn spelers namen selfies in Gelredome, dan ben je kansloos’

Hoewel Stijn Vreven zich in de Eredivisie wist te handhaven met NAC Breda en daarmee aan de doelstelling werd voldaan, gingen club en trainer na het afgelopen seizoen toch uit elkaar. In een interview met Voetbal International gaat de Belgische trainer dieper in op het afgelopen seizoen en zijn vertrek uit het Rat Verlegh Stadion. Hij is van mening dat NAC ‘met vuur’ heeft gespeeld en dat de club bij degradatie naar de Jupiler League weer terug bij af geweest zou zijn.

Vreven lag goed bij de achterban van NAC en men keek dan ook raar op dat er afscheid werd genomen van de coach. Beide partijen kwamen er echter samen niet uit. “Ik wilde graag door, als er aan een aantal zaken werd voldaan”, vertelt Vreven. “Geen moeilijke dingen, over geld hebben we het bijvoorbeeld helemaal niet gehad. Maar ik wilde komend seizoen sportief wel een echte stap zetten. Niet meer enkel spelen voor behoud. Ik denk dat dit na de promotie en de handhaving had gekund. NAC denkt aan kleinere stapjes. Misschien perfect voor de club, maar het zijn niet mijn stappen.”

Als het aan Vreven had gelegen, dan was hij ook volgend seizoen nog trainer van NAC geweest. “De inhoud van onze gesprekken is vertrouwelijk, maar wat ik wilde was niet onrealistisch. Daarnaast heeft NAC mij wat zaken voorgesteld waar ik niet in mee kon gaan. Ik vind het jammer dat ik kennelijk niet heb bewerkstelligd dat ik kan eisen: En nu gaan we die kant op. Ik dacht dat me dat wel was gelukt. Mijn sportieve voorwaarden hebben echt niet alleen met geld te maken, want ik heb bewezen met een heel jonge groep en het kleinste spelersbudget ook een goed resultaat te kunnen halen.”

NAC wist zich uiteindelijk veilig te spelen door een 3-0 overwinning op sc Heerenveen, waarna op de laatste speeldag met 1-1 gelijk werd gespeeld tegen het gedegradeerde FC Twente. “Achteraf kun je zeggen: eind goed, al goed. Maar we hebben wel met vuur gespeeld, zeker weten. Als we waren gedegradeerd, was de club terug bij af geweest. Nu is het zware werk gedaan. We zijn gepromoveerd en we hebben ons gehandhaafd, nu wordt het absoluut makkelijker. De spelers zijn gewend aan het niveau en de club kan financieel meer doen. Ik weet nog dat de spelers voor die eerste wedstrijd tegen Vitesse selfies namen in Gelredome. Dan sta je al met 2-0 achter, kansloos.”