voetbalzone

‘Micho’ verruilt het amateurvoetbal en de psychiatrie voor een profcarrière

Chris Meijer16 feb 2021, 08:07
Laatst bijgewerkt: 16 feb 2021, 08:07
Advertentie

Een telefoontje dat kwam terwijl hij nietsvermoedend op bed lag, zette het leven van Michel Bakanga (22) afgelopen maand volledig op zijn kop. Binnen een tijdsbestek van vijf dagen veranderde hij van amateur bij DUNO uit Doorwerth, medewerker in de psychiatrie en student voor het begeleiden van speciale doelgroepen naar een profvoetballer op Cyprus, bij Onisilos Sotira op het tweede niveau. Met het uitkomen van deze droom is Bakanga nog niet klaar. Want volgens zijn motto - ‘als je geloof hebt, kan het zo uitkomen’ - is een interlandcarrière verre van onmogelijk.

Door Chris Meijer

Toen Bakanga vorige week voor het eerst het trainingsveld opstapte in Sotira - een kustplaats op het meest westelijke puntje van het Griekse deel van Cyprus - keek hij verwonderd om zich heen. Zijn ploeggenoten verschenen met handschoenen en mutsen voor de oefensessie. Hij keek even omhoog, waar de winterzon voor een in zijn beleving aangename temperatuur zorgde. Na de training pakte hij zijn telefoon erbij, om de temperatuur te checken. Het stond er echt: twintig graden. “Maar zij dragen mutsen en handschoenen, ik stond te kijken alsof ze gek zijn”, lacht Bakanga, terwijl hij het hoofd schudt. “Je moet van dit weer genieten!”

Vanaf het balkon van zijn appartement - dat hij deelt met ploeggenoot Anastasios Meletidis - kijkt hij uit over de Middellandse Zee. “Toen ik hier voor het eerst stond, zag ik land liggen en vroeg ik aan Anastasios: ‘Is dat een ander stuk van Cyprus?’ Bleek dat het stukken van Syrië, Israël en Libanon waren. Als ik een Snapchat stuur, krijg ik allemaal berichten: ‘We komen snel langs!’” Vrijwel iedere dag hangt zijn familie aan de telefoon om het avontuur op de voet te volgen. “‘Je moet veel water drinken, want je praat de hele dag via FaceTime’, zei Anastasios laatst. Mijn familie belt gewoon de hele dag, bijvoorbeeld om te vragen wat ik heb gegeten en of ik mijn kleding de was in heb gedaan. Mijn vader is super trots, omdat ik zijn voetsporen volg.”

Het waren de woorden van Bakanga senior, in het verleden profvoetballer in de Democratische Republiek Congo, die de hoop op een profcarrière levend hield. ‘Je moet gewoon geloof hebben, dan komt het wel’, drukte hij zijn zoon op het hart. Hij speelde in de jeugd voor Arnhemse Boys, Groen Wit '62, Bennekom en ESA en stroomde bij laatstgenoemde club door naar het eerste elftal in de derde klasse van het zaterdagvoetbal. Via tweedeklasser Be Quick Zutphen kwam de verdediger afgelopen zomer bij het in de hoofdklasse uitkomende DUNO terecht. Dichter dan een stage bij Achilles’29 kwam Bakanga nooit bij het profvoetbal.

“God heeft een plan met mij en toen was blijkbaar niet het juiste moment om al naar een profclub te gaan. Om eerlijk te zeggen, heb ik de hoop nooit opgegeven. Het is altijd een droom geweest. Het maakt niet uit waar ik was, op school, op het toilet of in de bus: ik dacht altijd aan voetbal. Soms dacht ik ook wel aan mijn leeftijd, ik maakte toekomstplannen”, erkent Bakanga. Hij werkte in de psychiatrie en volgde een opleiding persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen. Alles liep goed, in de woorden van Bakanga. Maar toch speelde ergens in zijn achterhoofd nog een carrière als profvoetballer. Om die reden meldde hij zich een jaar geleden bij Thanasi Ntinoudis, om bij zijn academie buiten de verplichtingen bij DUNO om extra te kunnen trainen. “Hij zag mijn kwaliteiten en zei: ‘Als je nóg harder gaat trainen, gaat er een kans komen’. Met mijn hoofd was ik al een beetje in de wereld van het profvoetbal, dus ik moest me ook zo gedragen. Hard gaan, snap je?”

voetbalzone

Het was een telefoontje van Ntinoudis dat het leven van Bakanga vorige maand volledig op zijn kop zette. Terwijl hij op zijn bed lag, rinkelde de telefoon. ‘Ik heb misschien een profclub voor jou, op Cyprus. Stuur even videobeelden en foto’s op, dan gaan we het gelijk bekijken’, kreeg Bakanga te horen. Zo gezegd, zo gedaan. Een dag later belde Ntinoudis opnieuw, met de boodschap dat Bakanga aan de slag kon bij Onisilos Sotira. “Echt?!, reageerde ik. Ik was een beetje sprakeloos. Toen Thanasi me belde, hing ik even op en heb ik snel mijn jeugdvriend gebeld. ‘Waarom bel je mij? Doe het gewoon!’, zei hij. Ik wist het eigenlijk wel, maar had nog even dat duwtje nodig. Ik moest binnen vijf dagen op Cyprus zijn, dus dat werd heel krap.”

Bakanga stapte in een rollercoaster die pas een week of twee later goed en wel tot stilstand kwam. Allereerst moest hij zijn werk, studie en appartement in Arnhem opzeggen. “Iedereen die ik belde, zei: ‘Lekker doen, jongen!’ Zo’n kans krijg je niet zomaar. Mijn werk en school wilden meewerken, normaal gesproken kun je niet zomaar opzeggen. Mijn paspoort liep alleen binnen een week af, dus ik dacht: waarom nu precies? Ik ben snel naar de gemeente gegaan en heb een spoedaanvraag gedaan, dus het kwam nog goed.” Na de benodigde coronatest om Cyprus binnen te komen, stapte Bakanga binnen vijf dagen op het vliegtuig. “Ik houd van avontuur en ga uitdagingen graag aan, dus voor mij was het: let’s go.”

Op het vliegveld van Larnaca stond de teammanager van Onisilos Sotira hem op te wachten. “Hij stond gewoon te springen toen ik uit die schuifdeuren kwam. Ik kreeg meteen een bijnaam van hem. Micho. Ik dacht: het maakt niet uit, zeg het maar gewoon. Ik stelde me voor als Michel, daarop zei hij: ‘Mischa?’ Nee, Michel. I call you Micho, reageerde hij. Nou ja, no problem”, lacht Bakanga. Een dag later stond hij direct op het trainingsveld bij zijn nieuwe club. “Er wordt wat harder getraind dan ik in Nederland gewend was. Eerst moet je een uurtje de gym in, daarna begint pas echt de training. Conditioneel werk, pass- en trapoefeningen, parrtijspel: al met al sta je tweeënhalf uur op het veld. De eerste twee dagen waren écht pittig, dat ik dacht: oké, dit is de reality...”

voetbalzone

“Ik had door de lockdown ergens in november voor het laatst getraind, dus ik moest even mijn balgevoel opdoen. De eerste drie ballen op doel gingen een paar meter naast. Het was even wennen en vertrouwen krijgen door simpel te spelen”, gaat hij verder. Zijn Nederlandse ploeggenoot Liandro Martis en huisgenoot Meletidis hielpen hem op weg op het trainingsveld. Met name met de 22-jarige van PAOK Saloniki gehuurde middenvelder heeft Bakanga al een bijzondere band. “Hij maakte me ’s ochtends wakker om een stukje te wandelen, dat doet hij altijd voor de training. Voor de training vroeg hij of ik nerveus was. Ik ben het type dat zelfs als hij nerveus is, dat niet laat blijken. ‘Je moet je niet groot houden. Praat erover en dan komt het goed’, vertelde hij me. Op de training lijkt hij wel een supporter, hij is enorm enthousiast als ik een duel win of een goede pass geef. Dat motiveert enorm, dan ga ik gewoon op de brommer.”

De PlayStation van Bakanga is in Nederland achtergebleven, zodat hij zich op Cyprus voornamelijk op het voetbal kan focussen. Nu gaat hij geregeld in zijn vrije tijd samen met Meletidis op het balkon van hun appartement zitten. “Praten, over onze levens. Hij toont écht interesse, dit wordt gewoon familie. Hij leert me ook een beetje Grieks en ik hem kleine woordjes Nederlands. ‘Wat moet ik zeggen als ik in Amsterdam ben?’, vroeg hij. Ik zei: zeg gewoon ‘ik houd van jou’.” Zodra het kan, wil Bakanga ook wat meer van Cyprus zien. “Ze hebben ook een auto voor me geregeld. Ik moet nog even op onderzoek hier. Als we vrije dagen hebben, moeten we de auto pakken en een goed rondje Cyprus maken. Daar ben ik nu nog niet aan toegekomen.”

De eerste dagen op Cyprus waren dusdanig hectisch, dat er niet eens tijd was om het besef in te laten dalen. “Toen ik gister op mijn bed lag, besefte ik eigenlijk pas dat ik écht op Cyprus ben. In de dagen ervoor is het rommelig geweest in mijn hoofd. Nu had ik mijn kleren opgeruimd, mijn bed was opgemaakt: alles was netjes. Toen daalde het even in, dit is wat ik wilde. Er wilden zelfs al mensen met me op de foto, toen ik ontbijt ging halen”, glundert hij. Als het aan Bakanga krijgt, is dit pas het begin van zijn verhaal. “Ik heb altijd geloof gehouden, ondanks dat ik in de derde-, tweede- of hoofdklasse speelde. Als je geloof hebt... Nou ja, kijk maar. Je ziet het. Ik heb ook het geloof dat ik ooit in het Congolese elftal speel.”