voetbalzone

‘Met mijn kwaliteiten had ik misschien wel in de Eredivisie kunnen spelen’

Thijs15 mrt 2021, 22:25
Laatst bijgewerkt: 15 mrt 2021, 22:25
Advertentie

Gaston Salasiwa speelde onlangs zijn tweehonderdste wedstrijd in de Keuken Kampioen Divisie en behoort daarmee tot de meest ervaren spelers van de hele competitie. De middenvelder annex linksback van MVV Maastricht beleefde zijn meest opvallende avonturen echter buiten de landsgrenzen, waar hij al vroeg in zijn carrière voor anderhalf jaar naar Indonesië vertrok en in 2018 nog een voetbalavontuur in Noorwegen aanging. Nu heeft hij nog een contract tot eind volgend seizoen in Limburg, maar het buitenland blijft naar hem lonken.

Door Thijs Verhaar

“Laat het ze maar niet horen”, schatert Salasiwa als hem wordt gevraagd of hij Maastricht voor hem niet ook een klein beetje als het buitenland aanvoelt. De geboren Zaandammer geeft aan dat het in Limburg wel even wat anders is dan in het westen, maar het bevalt hem prima. “Zij hebben me dit seizoen de kans gegeven en ik heb het altijd een mooie club gevonden met de grote achterban. We hebben ook de potentie om stappen te maken, al komt dat er dit seizoen niet altijd uit.” De brigade van trainer Darije Kalezic won weliswaar de laatste vier wedstrijden, maar komt tien speelrondes voor het einde nog altijd twaalf punten tekort om de benodigde achtste stek in te nemen. “Dat is lastig voor ons, maar we proberen er het beste van te maken en ik heb het naar mijn zin hier.”

Mits fit speelt Salasiwa alles, zij het wel op een andere positie dan hij gewend was. “Van nature ben ik een middenvelder, dus nu kom ik als linksback iets minder in de gelegenheid om zelf te scoren, maar op verdedigend vlak maak ik wel stappen. Ook op mijn leeftijd nog, haha.” Hoewel hij met zijn 32 jaar bij de oude garde hoort, ziet hij zichzelf niet zo. “In de kleedkamer ben ik gewoon tussen de jongens, maar je wordt er natuurlijk wel mee geconfronteerd dat je ouder wordt. Hersteltijd duurt helaas wat langer dan vroeger. Ik vind het op zich niet erg dat ik in de nadagen van mijn carrière kom, want dat hoort er gewoon bij. Gelukkig voel ik me nog wel fit.” In januari speelde hij bijvoorbeeld nog 120 minuten in de beker tegen Excelsior, terwijl hij in dezelfde week ook twee keer negentig minuten volmaakte in de competitie.

voetbalzone

Salasiwa haalt zijn schouders op om te benadrukken dat hij het niet anders zou willen. Waar mogelijk probeert hij met zijn voorbereiding en trainingsarbeid het goede voorbeeld te geven aan de jonge garde, zoals hij in zijn jongere dagen opkeek tegen de spelers van Ajax en AZ. “Ik heb inderdaad bij allebei in de jeugd gespeeld, het meeste van de tijd in Alkmaar. Als jonge jongen mocht ik daar mijn eerste contract tekenen en ik heb veel meegetraind onder Louis van Gaal.” Vanuit het tweede elftal werd hij opgemerkt door de voormalig bondscoach, maar tot een debuut in de hoofdmacht kwam het niet. “Dat is jammer, maar ik vind het ook al een eer dat ik onder hem mocht trainen. Dat is iets wat voor weinig mensen is weggelegd, dus daar ben ik gewoon trots op. En ik ben ook dankbaar dat hij instemde om me te verhuren aan Telstar, waar ik mijn eerste wedstrijden in het betaalde voetbal speelde.”

In zijn eerste seizoen was hij basisspeler, maar dat veranderde in de tweede jaargang. Omdat AZ besloot zijn aflopende contract niet te verlengen, was hij als 21-jarige al een half jaar clubloos. Opties in het amateurvoetbal had hij volop, maar Salasiwa besloot te wachten op een nieuwe kans in het profvoetbal. Maakt niet uit waar, had hij in zijn hoofd. Al kon hij toen niet bevroeden dat hij een aanbod zou krijgen van Bintang Medan uit Indonesië. Omdat het verre Oosten nou niet direct de beste plek is om je in de kijker te spelen bij de Nederlandse of internationale top, zou zeker niet iedere begin twintiger volmondig ‘ja’ zeggen tegen zo’n avontuur, maar als derde generatie Molukker was Salasiwa direct enthousiast. “Ik kende de taal al en ik zag het als een kans om een bijzonder avontuur mee te maken wat bijna niemand kan ervaren in zijn leven.”

De middenvelder verhaalt hoe hij een jaar lang wekelijks 30.000 mensen op de tribunes zag, in de stralende zon voetbalde en met alle egards behandeld werd. “De aanbieding zag er financieel ook goed uit en ik wist dat de mensen daar enorm enthousiast zijn over voetbal, ook als je een keer niet naar de goede kleur passt.” Wat hij echter niet wist, is dat hij op Java een groot deel van zijn familie zou ontmoeten. Zijn opa kwam ooit op dienstbevel naar Nederland, maar liet daar veel familieleden achter, die Salasiwa direct bezochten toen ze het nieuws van zijn transfer vernamen. “Klopt! De meeste gasten zijn alleen in het buitenland en ik leerde juist familie kennen”, glundert de middenvelder, die van een van de mooiste momenten uit zijn carrière spreekt. “Ik had hen allemaal nog nooit gezien, dus dat is achteraf wel heel bijzonder. Het voelde gelijk of we elkaar al jaren kenden, omdat je daar nu eenmaal heel hartelijk wordt behandeld door mensen. Ik heb tien jaar later nog altijd contact met hen.”

In zijn vijftien maanden in Indonesische dienst bezochten ze geregeld wedstrijden en ging hij bij hen thuis op visite. “Zo zie je maar hoe onvoorspelbaar een voetbalcarrière is. Je kunt zoveel kanten op. Ik heb heel veel mooie dingen mee mogen maken in Indonesië. Dat is iets wat ik voor altijd met mij meedraag.” Hij besloot aan het einde van zijn tweede jaargang echter terug te keren bij Telstar, dat hem een herstart in Nederland bood. “Marcel Keizer bood me die kans, maar mijn echte doorbraak kwam pas bij Almere”, oordeelt Salasiwa zelf. “Daar heb ik vier hele mooie jaren gehad, elk jaar play-offs gespeeld en in 2018 de finale gehaald tegen De Graafschap. Eeuwig zonde dat we toen op het nippertje niet promoveerden omdat een bal van de lijn werd gehaald.”

voetbalzone

Vervolgens had hij er nog een vijfde jaar aan vast kunnen plakken, maar het buitenland lonkte opnieuw. “Ik wilde graag een stap hogerop maken of naar het buitenland en dat werd uiteindelijk Noorwegen”, verwijst hij naar zijn twee seizoenen bij Notodden, dat op het tweede niveau van Noorwegen actief was. “In eerste instantie had ik zo mijn twijfels of dat een competitie voor mij was, maar ze bleven maar interesse tonen. Ik werd zelfs uitgenodigd om een weekend te komen kijken en eenmaal aangekomen zag het er perfect uit. Het is altijd lekker als je ziet dat de faciliteiten goed zijn en je aan iedereen merkt dat ze je graag willen hebben. Toen was het eigenlijk zo beslist”, aldus Salasiwa, die als klap op de vuurpijl ook nog eens met zijn goede vriend Calvin Mac-Intosch kwam te spelen.

“Samen hadden we een toptijd daar. Ik had al eerder met hem bij Almere en bij Telstar gespeeld, dus dat was wel bijzonder.” Uiteindelijk speelden ze een seizoen samen omdat Mac-Intosch naar Cambuur trok en Salasiwa bleef er nog een jaartje langer. “Ik kijk daar goed op terug. Ik mocht veel wedstrijden spelen en heb ook veel van het land mogen zien. Als de coronacrisis niet was uitgebroken, had ik er misschien nog steeds wel gezeten”, aldus de middenvelder, die daarna besloot mee te trainen bij Telstar, maar een aanbod voor een derde samenwerking naast zich neerlegde. “Ik zag meer kansen bij MVV en zie wel wat er daarna weer op mijn pad komt. Ik zou heel graag nog een keer terug gaan naar Azië. Van nature ben ik helemaal geen avontuurlijk type, maar het was gewoon heel gaaf daar. We zullen zien of het nog een keer zover komt en anders speel ik mijn wedstrijden gewoon met veel plezier in Maastricht.”

Ondertussen is hij de grens van tweehonderd wedstrijden in de Keuken Kampioen Divisie gepasseerd en daar is hij maar wat trots op. “Het is moeilijk om na zoveel jaar een moment eruit te pikken waar ik het meeste trots op ben, dus ik ben vooral blij dat ik nog steeds actief mag zijn. Dat koester ik elke dag, want heel veel jongens uit mijn leeftijdscategorie zijn al gestopt of spelen bij de amateurs. Misschien uit eigen keuze, maar toch. Ik sta er nog bij een mooie club. Dat is waar ik al die jaren voor heb gewerkt”, aldus Salasiwa, die na een korte denkpauze toch een paar momenten eruit licht als hoogtepunten. “Mijn debuutwedstrijd in het profvoetbal met twee goals en een assist, mijn avonturen in het buitenland, de play-offs met Almere en het allermooiste moment uit mijn carrière is denk ik wel uit het jaar toen ik voor het eerst vader werd. Toen maakte ik een hele, hele mooie goal tegen FC Volendam en die kon ik opdragen aan mijn pasgeboren dochtertje. Stond ik daar te wiegen met mijn handen, haha. Ik heb best wel wat mooie goals gemaakt, maar die springt er voor mij bovenuit omdat het een cadeautje was voor haar.”

Hoewel hij zelf voornamelijk hoogtepunten ziet, zijn er natuurlijk ook mindere fases geweest in zijn carrière. Tweemaal was hij clubloos, hij mocht net niet debuteren bij topclub AZ en kende een verloren jaar bij Telstar, toen hij ernaast kwam te staan als twintigjarige belofte. “Zelf kijk ik het liefst niet zo terug, maar misschien had ik verder kunnen komen als ik andere keuzes had gemaakt. Aan de andere kant heb ik daar ook weer van geleerd, dus heeft het gewoon zo moeten zijn”, redeneert hij. “Met mijn kwaliteiten had ik misschien wat hoger kunnen spelen, denk ik. De Eredivisie had misschien wel gekund. Zeker in mijn Almere-tijd is er een aantal keer interesse geweest, maar ik had anderzijds ook mijn vierde jaar niet willen missen. Toen speelden we echt goed met elkaar en daar heb ik weer een mooie transfer naar Noorwegen mee verdiend.”

Salasiwa is een bijzonder positief ingesteld mens, maar zelfs hij kan het moeilijk verkroppen hoe dichtbij hij werkelijk bij een debuut in de Eredivisie was. “Dat was in mijn derde jaar bij Almere. Toen wilde een mooie Eredivisieclub mij transfervrij inlijven, maar mijn toenmalige zaakwaarnemer beëindigde mijn contract niet op tijd.” Als gevolg werd zijn verbintenis automatisch met een jaar verlengd en de niet bij naam genoemde club haakte af toen er opeens een transfersom op tafel moest komen. “Je weet hoe dat gaat”, verzucht de middenvelder. “Als een club geld neer moet leggen voor een jongen van 27 of van een jong talent, weet je dat ze altijd kiezen voor de speler kiezen die ze makkelijker door kunnen verdienen. Toen ben ik wel echt boos geweest, maar gelukkig heb ik het een beetje kunnen verwerken met mijn goede afscheidsjaar bij Almere. Ik vind het daarom een te groot woord om het een dieptepunt te noemen. Het was alleen een les om te weten op welke mensen ik wel en niet moet vertrouwen.”

voetbalzone

Zijn tweede jaar bij Telstar noemt hij tot slot wel een dieptepunt. Hij kwam naast het elftal te staan, hoewel hij naar zijn mening niet onderdeed voor zijn directe concurrent. “Ik wil niemand in een negatief daglicht zetten, maar sportief gezien was dat een verloren jaar voor mij. Eigenlijk de enige keer dat ik totaal geen minuten maakte, want dat is me later overal gelukt.” Salasiwa verhaalt hoe hij in die tijd wel om antwoorden vroeg aan de trainer, maar ze niet kreeg. “Ik ben een beleefde jongen, maar kan wel fel reageren als ik onrecht ruik. Daarom durfde ik ook op jonge leeftijd al naar de trainer toe te stappen en ik denk dat dat een goede eigenschap is. Ik ben van mening dat je altijd vragen mag stellen aan de coach, mits je dat op een goede manier doet. Hoe kun je anders beter worden als je geen idee hebt waarom de trainer de voorkeur geeft aan een ander?”

Het zijn allemaal lessen die hij in de toekomst mogelijk zelf overdraagt op een spelersgroep. Salasiwa is reeds in het bezit van trainersdiploma UEFA C, waarmee hij jeugdteams en amateurclubs mag trainen. “Ik vind het erg leuk om jongeren iets bij te brengen en wil na mijn loopbaan graag actief blijven in de sport, of het nu voetbal of een andere discipline is. Dat moet nog blijken, maar voetbal is natuurlijk de meest voor de hand liggende optie”, aldus de routinier, die na zijn spelersloopbaan graag verder gaat voor diploma B en A, om vervolgens de knoop door te hakken of hij als coach wel een dienstverband in de Eredivisie na kan streven of zich liever op de jeugd blijft richten, zoals hij nu al in zijn vrije uren doet bij MVV. “Die keuze is voor later. Voorlopig wil ik nog wel wat jaartjes zelf blijven voetballen.”