Mendoza beschuldigt bond van racisme

Andrés Mendoza beweert dat hij het slachtoffer is van racisme. De Peruviaanse aanvaller, één van de vier internationals die voor achttien maanden uit het nationale elftal werd geweerd wegens ongepast gedrag, heeft als enige speler geen strafvermindering gekregen van de nationale voetbalbond (FPF).

Mendoza en zijn landgenoten Claudio Pizarro (Chelsea), Santiago Acasiete (Almería) en Jefferson Farfán (Schalke 04) zouden op 18 november vorig jaar een feestje met vrouwen en drank hebben gehouden in het spelershotel aan de vooravond van een duel met Ecuador. Die kwalificatiewedstrijd voor het WK van 2010 ging met 5-1 verloren.

De nationale voetbalbond heeft de schorsing van de laatste drie teruggebracht van achttien naar drie maanden. En omdat de straf inging op 7 april, zit de verbanning er zo goed als op. De enige voor wie de Peruviaanse voetbalbond geen clementie had, is Mendoza. "Ik was de eerste die zijn excuses aanbood", liet de spits van Steaua Boekarest weten. "Ik heb geen alcohol gedronken en niet deelgenomen aan een orgie of een feest. Toch word ik gestraft, terwijl de anderen strafvermindering kregen."

De oud-speler van Club Brugge denkt dat hij zo behandeld wordt omwille van zijn donkere huidskleur. Zo had een van de officials van de nationale voetbalbond hem op een dag gezegd dat hij niet kon lezen. De penningmeester zou hem op zijn beurt racistische beledigingen naar het hoofd geslingerd hebben.