voetbalzone

Memphis Depay: ‘Het boeide Arjen Robben niks als ik iets nieuws had’

Daniel Cabot Kerkdijk06 jun 2021, 12:20
Laatst bijgewerkt: 06 jun 2021, 12:20
Advertentie

Memphis Depay is getransformeerd van rookie op het WK van 2014 in Brazilië tot sfeerbewaker op het naderende EK. Zeven jaar na de derde plaats op het mondiale eindtoernooi, waar hij met twintig jaar en vier maanden tot de jongste Nederlandse doelpuntenmaker ooit uitgroeide, probeert de aanvaller de lessen uit het verleden over te brengen richting zijn jonge en onervaren ploeggenoten bij het Nederlands elftal.

Depay trok zich destijds vooral op aan oudere spelers als Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben. “Het waren echt toppers om naar op te kijken. Het was een heel andere belevenis dan nu, maar wel geweldig…”, vertelt de bij Olympique Lyon vertrekkende aanvaller zaterdag in een monoloog in De Telegraaf. Hij luisterde naar verhalen over het WK van 2010 en lette goed op hen tijdens trainingen en/of wedstrijden. “Ik had niet het gevoel dat er erg op me werd gelet. Ja, ik was talentvol en wist dat ik een bijdrage kon leveren, maar de ogen waren logischerwijs gericht op Robben, Van Persie, Sneijder en Dirk Kuyt. Daartussen kon ik mijn ding doen.”

“Dat voelde toen lekker. Ik werd gerespecteerd en hoefde me niet aan te passen. In het voetbal gaat het nu eenmaal om respect, hoe oud je ook bent. Als je op het veld staat, moet je wel worden aangespeeld.” Het missen van het EK van 2016 en het WK van 2018 was een hard gelag. “Dat heeft iets gedaan met mijn persoonlijke niveau. Je mist de extra groei in je spel.” Heden ten dage heeft Depay een andere rol binnen Oranje. “Soms stel ik vragen aan de jonge spelers: hoe was jullie seizoen? Zeg ik tegen jongens als Cody Gakpo en Ryan Gravenberch dat ze vooral moeten genieten. Ik probeer vooral het niveau op de trainingen dusdanig hoog te leggen dat anderen daarin meegaan. Daar begint het mee.”

“Het mag hard zijn, maar als dingen goed gaan op trainingen, creëer je een topsfeer. Fel, maar eerlijk. Zo groeit een team naar elkaar toe. In 2014 hadden we goede spelers, maar ook écht een heel goed team.” Depay voelt de plicht om de teamgeest te bewaken, al verwacht hij dat ook van spelers als Daley Blind en Georginio Wijnaldum. “Nu ondernemen we activiteiten in het hotel. We tafeltennissen en spelen een hartstikke leuk kaartspel met Stefan de Vrij, Davy Klaassen en Frenkie de Jong. Daardoor ontstaat er een sfeer, die uiteindelijk belangrijk is voor de teamgeest.”

Rond de wedstrijden na het WK 2014 zat iedereen op zijn kamer, herinnert Depay zich. Nu voelen de jonge spelers zich volgens de aanvaller er veel meer bij betrokken. “De eerste keer dat ze erbij zijn, kruipen ze al uit hun schulp en zijn ze ook nadrukkelijk aanwezig. Dat vind ik mooi. Het is weer een nieuwe generatie met Ryan Gravenberch, Cody Gakpo, Jurriën Timber en we delen veel dezelfde interesses. Arjen Robben hoefde ik het niet te laten zien als ik iets nieuws had. Dat boeide hem niks. De jonge jongens hebben dezelfde smaak als wij.”