Memorabele avond Messi en Suárez tijdens vierklapper Barça

Zonder veel moeite heeft Barcelona dinsdagavond de vierde zege in vijf groepsduels in de Champions League geboekt. Het team van Luis Enrique baande zich een weg langs APOEL Nicosia en droogde die tegenstander af met 0-4. Lionel Messi nam een hattrick op zich, nadat Luis Suárez de score halverwege de eerste helft opende. Voor beiden was het een zeer speciale avond in Nicosia, die zij zich nog lang zullen heugen: Suárez maakte zijn eerste officiële goal voor de club, terwijl Messi topscorer aller tijden in de Champions League werd.

Half september zette Barcelona nog een relatief magere uitslag neer tegen de Cyprioten, in Camp Nou. Dankzij Gerard Piqué begonnen de Catalanen de groepsfase toen met een 1-0 overwinning. Dinsdagavond liep het gemakkelijker bij de viervoudig kampioen van Europa. Met vlotte combinaties werd gezocht naar het aanvalstrio Pedro-Messi-Suárez en Messi nam al vlot Urko Pardo onder vuur. De keeper van APOEL bracht echter redding. Jordi Alba liet op zijn beurt na een pass van Messi te promoveren tot doelpunt.

Halverwege de eerste helft toonde Suárez echter een moment van klasse en werd de 0-1 een feit. De Uruguayaanse spits kreeg de bal met de rug naar het doel aangespeeld, maar legde zijn bewaker slim in de luren en liep meteen bij hem weg. Daarna maakte hij het beheerst af en tekende de spits voor zijn eerste officiële doelpunt voor Barcelona. Vervolgens was het de beurt aan Messi om in de schijnwerpers te stappen. De aanvaller ging een één-twee aan met Rafinha, kreeg de bal terug en maakte schijnbaar achteloos de 0-2.

Voor de Argentijn was het zijn 72ste doelpunt in de Champions League: een absoluut record. De thuisclub was nergens te bekennen geweest en slaagde er ook na Messi’s recorddoelpunt niet in, iets terug te doen. APOEL won in dertien ontmoetingen met Spaanse clubs nog nooit en die statistiek werd dinsdag met één duel verlengd. Barcelona kon naar hartenlust voetballen en op zoek gaan naar een uitbreiding van de voorsprong. Die kwam er ook, een kwartier onderweg na rust.

Dani Alves speelde Messi goed en strak aan en hoewel de dribbelaar op de hielen werd gezeten, slaagde hij er toch in de 0-3 onder Pardo door te schuiven. Daarmee nam hij meteen verder afstand van Raúl en werd goal nummer 73 in de Champions League alweer een feit. Luis Enrique zag het vanaf de zijkant allemaal goedkeurend aan. Gesteund door de riante voorsprong bracht hij Xavi en Adriano binnen de lijnen voor Ivan Rakitic en Jordi Alba, mogelijk met het oog op het duel met Valencia van zaterdag. Voor Xavi was het een speciale aangelegenheid, want hij speelde zijn 151ste wedstrijd in de Champions League. Daarmee evenaarde hij recordhouder Ryan Giggs.

APOEL liet zich na de derde tegengoal ook even zien en stichtte gevaar via Tomas De Vincenti. De Argentijn in Cypriotische dienst testte de reflexen van Marc-André ter Stegen, die in de competitie vooralsnog voorrang moet verlenen aan Claudio Bravo. De Duitser redde uitstekend en hield zijn doel daarmee schoon. Rafinha maakte het daarna nog even ‘spannend’, toen hij zijn tweede geel pakte en Barça achterliet met tien man. APOEL was echter te zwak om daar nog van te profiteren. Sterker nog: Messi tekende voor een hattrick door kort voor tijd weer raak te schieten met rechts (0-4).