Melayro Bogarde onthult mooiste appje na debuut: ‘Echt heel mooi’
Melayro Bogarde maakte zaterdag als jongste Nederlander ooit zijn debuut in de Bundesliga. De verdediger, die donderdag achttien jaar werd, verscheen in de basisopstelling van TSG Hoffenheim voor het uitduel met FSV Mainz 05 (0-2 winst) en pakte daarmee het record van Daishawn Redan (18 jaar en 210 dagen) af. Het bleef bij 45 minuten, daar het neefje van oud-international Winston Bogarde in de rust werd gewisseld.
Bogarde, die als rechtsback speelde maar een centrale verdediger is, pakte in de elfde minuut al een gele kaart en riskeerde ook nog een tweede prent. Alfred Schreuder nam na de eerste helft geen risico met zijn landgenoot. “Ik maakte twee onnodige overtredingen”, vertelt de tiener in gesprek met de NOS. “In de rust zei de scheidsrechter tegen de trainer: 'Als hij nog een overtreding maakt, krijgt-ie rood.' Daarom werd ik in de rust gewisseld. Maar Schreuder nam me even apart en zei dat ik het voetballend en verdedigend gewoon goed had gedaan en zo moest doorgaan.”
Na afloop ontving Bogarde naar eigen zeggen circa zeventig appjes. “Het mooiste berichtje was van mijn ouders, ze keken de wedstrijd samen. 'We zijn supertrots op je. Je hebt er hard voor gewerkt, geniet ervan', stuurden ze. Echt heel mooi.” Bogarde maakte tien jaar lang deel uit van de jeugdopleiding van Feyenoord, alvorens hij medio 2018 de overstap naar Hoffenheim maakte. Hij denkt dat hij in Duitsland zijn kwaliteiten als inschuivende verdediger optimaal kan ontwikkelen. “Hier bouwen we van achteruit op en kan ik als centrale verdediger inschuiven in het middenveld. Een van mijn sterke punten.”
“Schreuder is daarin heel belangrijk. De eerste keren dat ik onder hem mocht meetrainen, vorig jaar september, was hij direct verrast. Hij is tevreden over mij en ziet dat ik stappen maak. Dat geeft veel vertrouwen.” Bogarde heeft, nu hij achttien jaar is, toestemming van Hoffenheim om op zichzelf te gaan wonen. “Ja, na de zomervakantie ga ik op mijzelf wonen. Gelukkig krijgen we wel eten op de club, want koken kan ik nog niet.”